Operation Manual

16
Hoofdstuk 2. Patronen spelen
die gemaakt wordt voor verandering in het volgende patroon,
en het patroon kan dus niet veranderd worden.
Afspelen met het tempo dat is
ingesteld voor het patroon
Om patronen af te kunnen spelen met de BPM
(standaardtempo) dat is ingesteld voor de respectievelijke
patronen, moet u een patroon selecteren wanneer er geen
patroon wordt afgespeeld en dan de playback beginnen.
Hierdoor bent u zeker van de optimale BPM voor het
patroon.
De BPM (tempo) veranderen
De BPM kan worden ingesteld op elke waarde van 20,0 tot
240,0.
MERK OP
Bij sommige preset-patronen is het mogelijk dat het
buitensporig verhogen van de BPM een hapering in de
playback veroorzaakt.
De VALUE-schijf gebruiken om de BPM
te veranderen
De playback kan worden ingesteld om met om het even
welke BPM-waarde gespeeld te worden. Dit is handig
wanneer u een playback wil uitvoeren met een gekende
BPM.
1. Druk zo lang op [DISPLAY] tot de BPM-indicator gaat
branden.
2. Draai aan [VALUE] om de BPM te veranderen.
¥ Wanneer u [DISPLAY] ingedrukt houdt en aan [VALUE]
draait, kan u de BPM in stappen van 1 eenheid
veranderen.
3. Druk op [EXIT] om naar de vorige display te gaan
wanneer u klaar bent met het maken van de
instelling.
Het D-FIELD gebruiken om de BPM te
veranderen
U kan het D-FIELD gebruiken om de BPM in te stellen. Met
deze methode kan u de BPM instellen met behulp van uw
eigen ritmegevoel, zelfs wanneer u de numerieke waarde
niet kent (pg. 40).
Een part of ritmetoon uitzetten
Een individuele part uitzetten
Parts R en 1Ð7 kunnen afzonderlijk uitgezet worden.
1. Druk op [PART MUTE].
[PART MUTE] gaat branden en de part-knoppen [R] en
[1]Ð[7] functioneren als de Part Mute-knoppen.
2. Druk op de [R] of [1]–[7] knop voor de part die u
wenst uit te zetten, waardoor het lampje gaat
flikkeren.
De klank van deze part wordt uitgezet.
3. Om het uitzetten te annuleren, moet u nogmaals op
de knop van de uitgezette part drukken zodat deze
gaat branden.
* In de preset-patronen bevat part 1 geen uitvoeringsgegevens.
Hierdoor kan u het D-FIELD (pg. 24) gemakkelijk gebruiken
om samen met het patroon te spelen.
* Aangezien de RPS preset-patronen bestemd zijn voor gebruik
met RPS, bevatten zij uitsluitend uitvoeringsgegevens voor
part 1 (of part R).
* U kan de uitzetstatus van elke part veranderen en het patroon
bewaren als een user-patroon (pg. 20).
De lampjes van de part-knop tonen de mute (uitzet)-
status van elke part (ritme- instrument) als volgt:
¥ Brandend: de part speelt.
¥ Flikkerend: de part staat uit.
¥ Gedoofd: Er werd geen uitvoering opgenomen voor
de part.
(Wanneer er gegevens worden opgenomen voor de
part zal het lampje gaan branden).