Operation Manual
20
Hoofdstuk 2. Patronen spelen
Een patroon bewaren
Wanneer u de instellingen heeft gemaakt voor setup
parameter moet u het patroon bewaren als een user-patroon.
MERK OP
Uw bewerkingen gaan verloren wanneer u een ander
patroon bewerkt, u naar de Song-modus overschakelt of de
stroom uitzet zonder het door u opgenomen of bewerkte
patroon te bewaren.
* Als u een patroon wil bewaren, moet de playback van het
patroon worden stopgezet.
1. Druk op [PATTERN] om in de patroonmodus te gaan.
2. Druk op [WRITE].
Er verschijnt een scherm waarin u het te bewaren doel-
patroon kan specifi‘ren.
3. Draai aan [VALUE] om het doel-patroon van de
opslag te selecteren.
De instellingen worden bewaard in het patroon dat u
hier selecteert. Het patroon dat tervoren werd bewaard,
wordt gewist, dus wees voorzichtig bij het maken van
deze selectie.
4. Druk op [ENTER].
De display vraagt ÒSurEÓ (bent u zeker dat u wil
bewaren?).
5. Druk op [ENTER] als u het patroon wil bewaren
* Druk op [EXIT] als u besluit het patroon niet te bewaren.
Setup parameters
Op de D2 worden voor elk patroon de volgende
parameters bewaard. Deze parameters worden samen de
ÒSetup parametersÓ genoemd.
- Standard Tempo (pg. 16)
- Patch/Rhythm Set * (pg. 18)
- Part LEVEL * (pg. 19)
- Part PAN * (pg. 19)
- Part KEY SHIFT* (pg. 19)
- Part REVERB LEVEL * (pg. 19)
- Part DELAY LEVEL * (pg. 19)
- Part MFX SWITCH * (pg. 19)
- SEQ OUT * (pg. 19)
- REVERB-instellingen (pg. 42)
- DELAY-instellingen (pg. 43)
- MFX-instellingen (pg. 44)
- Part Mute status * (pg. 16)
- Rhythm Mute status (pg. 17)
De Ò*Ó duidt parameters aan die afzonderlijk voor elke
part zijn ingesteld.










