Operation Manual
27
Hoofdstuk 3. Het D-FIELD
Hoofdstuk
3
Arpeggio’s spelen (ASSIGN 1: ARPEGGIATOR 2)
fig.AP2—
U kan arpeggioÕs spelen door een van tevoren gespecifieerde grondnoot en akkoord te gebruiken. Door het vari‘ren van de plaats
waarop u het D-FIELD indrukt, kan u de manier veranderen waarop de arpeggio klinkt.
➔ De instellingen van het D-FIELD veranderen (pg. 22)
Gedetailleerde instellingen maken
1. Houd [ASSIGN 1] ingedrukt en druk op [EDIT].
2. Druk op [ENTER] om de gewenste parameter te selecteren.
3. Draai aan [VALUE] om de waarde te veranderen.
When you have created an arpeggio that you like, save it as a user style.
Wanneer u een arpeggio hebt gecre‘erd dat u bevalt, kan u het als een user-stijl bewaren.
➔ Zie stap 4 en de volgende stappen van ÒGedetailleerde stappen makenÓ op de vorige bladzijde.
Display Verklaring Instelling
TYPE geen geen geen
X Selecteert de part die zal
be•nvloed worden wanneer
u uw vinger links/rechts be-
weegt.
OFF, STYLE, MOTIF, BEAT PATTERN, SHUFFLE RATE, AC-
CENT RATE en OCTAVE RANGE
* Het is niet mogelijk om dezelfde parameter te selecteren voor X, Y.
Y Selecteert de part die zal
be•nvloed worden wanneer
u uw vinger omhoog/om-
laag beweegt
Display Parameter Verklaring Instelling
STYLE Selecteert hoe de klank gespeeld zal worden. Zie ÒArpeggio-instell-
ingenÓ (pg. 28).
* Arpeggio-instellingen
gelden voor Adlib en
Arpeggiator 1 en 2.
MOTIF Specifieert de volgorde waarin de samenstellende noten
van het akkoord zullen klinken.
BEAT PATTERN
Specifieert het patroon van accentplaatsingen en nootlengten.
SHUFFLE RATE U kan het tempo van de terugslagen afwisselen om shuffle
ritmes te verkrijgen. Bij een instelling van 50% zijn de noten
gelijk verdeeld. Als deze waarde verhoogd wordt, worden
de noten gespeeld met een meer ÒgepuntÓ gevoel.
*
Wanneer de instelling van het slagpatroon 1/4 is, zal er zelfs wanneer u
de Shuffle Rate verhoogd, geen ÒshuffleÓ-gevoel worden toegepast
.
50Ð90(%)
ACCENT RATE
U kan expressie toevoegen aan de arpeggio door de kracht en de
nootlengte van de beklemtoonde noten te vari‘ren. Als u deze
waarde verhoogt, krijgt men een groter ÒgrooveÓ gevoel.
0Ð100
OCTAVE RANGE
Bepaalt het toonhoogtebereik van de arpeggio in eenheden
van ŽŽn octaaf. Als u deze waarde tot onder 0 verlaagt, zal
de arpeggio gespeeld worden in een toonhoogtebereik dat
lager ligt dan het akkoord dat u heeft gespecifieerd.
-3Ð3
ROOT Specifieert de grondnoot van het akkoord. CÐB
CHORD Selecteert het soort akkoord. Majeur, mineur, 7de, m7,
M7, mM7, 6de, m7-5, dim,
sus4, 7sus4, aug
OCTAVE SHIFT Verhoogt of verlaagt de toonhoogte die weerklinkt in een-
heden van een octaaf.
-3Ð3










