Operation Manual

43
Hoofdstuk 4. Effecten toepassen op de klanken (Effects)
Hoofdstuk
4
Delay (voegt echo toe aan de klank)
Delay is een effect dat echo toevoegt aan de klank. Het is nuttig wanneer het toegepast wordt op solofrasen of op dichte ritmische
frasen. Hier wordt beschreven hoe het delay-effect moet worden ingesteld.
Delay aan/uitzetten
Delay wordt aangezet door op [DELAY] te drukken, waarbij men moet controleren of het knoplampje brandt. Om delay uit te
zetten, drukt u nogmaals op de knop, waardoor het lampje zal doven.
* Hiermee kan u het effect onafhankelijk van andere instellingen voor alle parts aan/uitzetten.
De delay-diepte van afzonderlijke parts instellen individual parts
Zie Òde instellingen van elke part wijzigen partÓ (pg. 19) voor de verklaring van ÒPart Delay LevelÓ.
Gedetailleerde instellingen maken
1. Houd [DELAY] ingedrukt en druk op [EDIT].
* Als de D-FIELD-functie ASSIGN 2 ingesteld is op ÒDELAYÓ kan u ook in het instelscherm gaan door de D-FIELD-functieknop
[ASSIGN 2] ingedrukt te houden en op [EDIT] te drukken.
2. Druk op [ENTER] om een parameter te selecteren.
3. Draai aan [VALUE] om de instelling te wijzigen.
4. Druk op [EXIT] wanneer u klaar bent met het maken van instellingen.
* 1: 16 (16de noot), 8T (8ste noot triolen), 16. (gepunte 16de noot), 8 (8tste noot), 4T (vierde noot triolen), 8. (gepunte achtste noot), 4 (vierde noot), 2T
(halve noot triolen,), 4. (gepunte vierde noot), 2 (halve noot)
* Parameters waarvan de waarde gevolgd wordt door een ÒXÓ of ÒYÓ worden geselecteerd wanneer het D-FIELD gebruikt wordt om de delay te sturen (pg.
39). ÒXÓ kan gestuurd worden door uw vinger naar links en rechts te bewegen en ÒYÓ door uw vinger omhoog en omlaag te bewegen.
Display Parameter Verklaring Waarde
TYPE Selecteert het type. SHORT, LONG
TIME Past de tijdspanne aan vanaf de originele klank tot
wanneer de delay-klank wordt gehoord (het inter-
val tussen de herhalingen).
* Op de D-2 kan u geen delay-tijd instellen die langer is dan
1 seconde. Wanneer de delay-tijd met de BPM wordt
gesynchroniseerd en u een nootwaarde selecteert waardoor
de delay-tijd langer dan 1 seconde duurt, dan zal de delay-
tijd gehalveerd worden en zal de delay-tijd gehoord
worden aan 1/2 van het opgegeven interval. Daarenboven
wordt de delay-tijd verkort tot 1/4 van de lengte als de
gehalveerde lengte nog steeds langer is dan 1 seconde.
Wanneer ÒTYPEÓ SHORT is: 0.1-275 (ms)
Wanneer ÒTYPEÓ LONG is: 200 (ms)-1 (s), noten
(*1)
X
FEEDBACK Stelt de hoeveelheid in van delay-klanken die her-
haald moeten worden ten opzichte van de originele
klank.
0Ð98 (%)
Y
HF DAMP Specifieert de frequentie waarop de hoge frequen-
tiedelen van de galm worden afgesneden. Als u
deze instelling verlaagt, wordt er meer van de hoge
frequenties afgesneden, waardoor de galm doffer
klinkt. Als ÒBYPASSÓ geselecteerd is, wordt het
hoge frequentiebereik niet afgesneden.
200 (Hz)Ð8.00 (kHz), BYPASS
OUTPUT Hiermee kan u een bestemming selecteren voor de
klank nadat de galm werd toegepast. Selecteert u
LINE dan wordt de klank uitgestuurd naar de
OUTPUT-jacks op het achterpaneel; selecteert u
REV dan stuurt u hem uit naar Reverb; selecteert u
LINE + REV dan wordt de klank zowel naar de
OUTPUT jacks en Reverb uitgestuurd.
LINE, REV, LINE+REV
DELAY OUTPUT
LEVEL
Past het volume van de delay-klank van de acht
parts (de ritme-part en parts 1-7) aan.
0Ð127
MFX TO DLY LEVEL Past de delay gelijk toe op elke part wanneer Multi-
effects op ON staat, onafgezien van het Part Delay
Level van elke part.
0Ð127
* Deze instelling heeft geen effect op de part
waarvan de MFX schakelaar op uit staat (pg. 19)