Operation Manual

44
Hoofdstuk 4. Effecten toepassen op de klanken (Effects)
Multi-Effecten (MFX)
Multi-effecten bevat 25 verschillende effectsoorten, waarvan
met elk soort een ander effect kan toegepast worden. Hier
wordt beschreven hoe de MFX-instellingen moeten worden
ingesteld.
De multi-effecten aan/uitzetten
De multi-effecten worden aangezet door op [MFX] te
drukken, waardoor het knoplampje gaat branden. Druk
nogmaals op de knop om de multi-effecten uit te zetten,
waardoor het lampje uitgedoofd wordt.
* Hiermee kan u het effect onafhankelijk van andere instellingen
voor alle parts aan/uitzetten.
De multi-effecten op afzonderlijke
parts toepassen
Zie de verklaring van ÒPart MFX-schakelaarÓ in Òde
instelling van elke part wijzigenÓ (pg. 19).
De partknoppen gebruiken om de
multi-effecten aan/uit te zetten
U kan de multi-effecten van een afzonderlijke part eveneens
aan/uitzetten door de D-FIELD-functieknop [MFX]
ingedrukt te houden en op de overeenkomstige part-knop te
drukken.
De multi-effecten staan aan voor de parts waarvan de
knoplampjes branden terwijl u op de D-FIELD-functieknop
drukt [MFX].
* Deze methode kan niet gebruikt worden om de MFX-
schakelaar van de ritme-part op ÒRHYÓ te zetten. De
instelling kan veranderd worden van ÒRHYÓ in ÒOFFÓ maar
zal altijd van ÒOFFÓ in ÒONÓ veranderen.
Gedetailleerde instellingen maken
1. Houd [MFX] ingedrukt en druk op [EDIT].
* U kan eveneens in het instelscherm gaan door de D-FIELD-
functietoets [MFX] ingedrukt te houden en op [EDIT] te
drukken.
2. Draai aan [VALUE] om het gewenste soort multi-
effect te selecteren.
3. Druk op [ENTER] om een parameter te selecteren.
4. Draai aan [VALUE] om de instelling te wijzigen.
5. Druk op [EXIT] wanneer u klaar bent met het maken
van instellingen.
Beschikbare instellingen
* Zie de verklaringen op de volgende bladzijden voor meer
details over de instellingen van elk effect.
Nr MFX TYPE Omschrijving
1 4BAND EQ verandert de toon
2 SPECTRUM voegt karakter toe aan de klank
3 ENHANCER
geeft de klank een sprankelend karakter
4 OVERDRIVE vervormt de klank lichtjes
5 DISTORTION vervormt de klank zwaar
6 Lo-Fi simuleert een Òlow-fidelityÓ klank
7 NOISE voegt verschillende soorten ruis toe
8 RADIO TUNING
simuleert een radio die afgestemd
wordt
9 PHONOGRAPH simuleert een oude speelplaat
10 COMPRESSOR maakt het volume samenhangender
11 LIMITER
neemt onregelmatigheden in het volume weg
12 SLICER snijdt achter elkaar in de klank
13 TREMOLO cyclische verandering in volume
14 PHASER moduleert de klank
15 CHORUS
voegt ruimte en diepte toe aan de klank
16 SPACE-D voegt transparante diepte toe
17 TETRA CHORUS legt chorus-klanken in lagen om
ruimte toe te voegen
18 FLANGER voegt een metaalachtige resonantie
toe aan de klank
19 STEP FLANGER voegt een metaalachtige resonantie
toe aan de klank terwijl de toon-
hoogte in stappen verandert
20 SHORT DELAY voegt echo toe aan de klank
21 AUTO PAN verplaatst de stereopositie automa-
tisch
22 FB PITCH
SHIFTER
draait de toonhoogte om
23 REVERB voegt galm toe
24 GATE REVERB snijdt de galm scherp af
25 ISOLATOR snijdt een bepaald bereik af