Operation Manual
46
Hoofdstuk 4. Effecten toepassen op de klanken (Effects)
3. Enhancer (geeft de klank een sprankelend karakter)
fig.MFXENH
Dit effect geeft de klank een sprankelend karakter en maakt hem bepalender door de overtonen van het hoge frequentiebereik te
sturen.
Gebruik dit effect wanneer u een bepaalde klank boven de rest van het ensemble wil laten uitkomen, of om de klank meer karakter te geven.
4. Overdrive (vervormt de klank lichtjes)
fig.MFXodr
Dit effect simuleert de lichte vervorming die optreedt wanneer men de ingangsgevoeligheid van een vacuŸmbuisversterker
verhoogt. Het effect bevat eveneens een versterkersimulator en produceert de natuurlijke vervorming die gecre‘erd wordt
wanneer klanken door een gitaarversterker worden gespeeld. Het is geschikt voor gebruikt bij gitaar- en synthesizer-basklanken.
Display Parameter Verklaring Waarde
SENS
(Sensitivity)
Past de diepte aan van het enhancer-effect. 0Ð127
MIX
(Mix Level)
Bepaalt de verhouding waarin de overtonen die door de enhan-
cer worden gegenereerd met de originele klank worden ge-
mixed.
0Ð127 Y
LOW GAIN Past het volume aan van het lage frequentiebereik. -15Ð15 X
HIGH GAIN Past het volume aan van het hoge frequentiebereik. -15Ð15
OUTPUT LEVEL
Bepaalt het volume dat vanuit het Enhancer-effect wordt uitgestuurd.
0Ð127
Display Parameter Verklaring Waarde
INPUT LEVEL Past het niveau van het ingangssignaal aan. 0Ð127
DRIVE Past de diepte van de vervorming aan. Dit heeft
ook een invloed op het volume.
0Ð127 Y
AMP TYPE Selectie van het soort gitaarversterker. SMALL (kleine versterker),
BUILTIN (ingebouwde versterker),
2STACK (grote dubbelgestapelde
versterker),
3STACK (grote driedubbelge-
stapelde versterker)
OUTPUT PAN Bepaalt het stereobeeld van de klank die door het
Overdrive-effect uitgestuurd wordt.
L64ÐR63 X
OUTPUT LEVEL Bepaalt het uitgangsvolume van het Overdrive-
effect.
0Ð127










