Operation Manual
47
Hoofdstuk 4. Effecten toepassen op de klanken (Effects)
Hoofdstuk
4
5. Distortion (Distort the Sound Severely)
fig.MFXDST
Dit effect produceert een zwaardere vervorming dan het Overdrive-effect. Het bevat eveneens een versterkersimulator en
produceert de natuurlijke vervorming van een gitaarversterker.
6. Lo-Fi (simuleert een “Lo-Fidelity” klank)
fig.MFXNSE
Dit effect verlaagt opzettelijk de audio-kwaliteit om een Lo-Fi klank te produceren. Het is vooral geschikt voor drums.
Display Parameter Verklaring Waarde
INPUT LEVEL Past het niveau van het ingangssignaal aan. 0Ð127
DRIVE Past de diepte van de vervorming aan. Dit heeft
ook een invloed op het volume.
0Ð127 Y
AMP TYPE Selectie van het soort gitaarversterker. SMALL (kleine versterker),
BUILTIN (ingebouwde versterker),
2STACK (grote dubbelgestapelde
versterker),
3STACK (grote driedubbelge-
stapelde versterker)
OUTPUT PAN Bepaalt het stereobeeld van de klank die door het
Distortion-effect uitgestuurd wordt.
L64ÐR63 X
OUTPUT LEVEL Bepaalt het uitgangsvolume van het Distortion-ef-
fect.
0Ð127
Display Parameter Verklaring Waarde
BIT DOWN Deze instelling verlaagt de audiokwaliteit. De audiokwaliteit
wordt slechter als deze instelling wordt verhoogd.
0Ð7 X
SAMPLE RATE DOWN Maakt het uitgangssignaal ruw. De klank wordt ruwer naar-
mate de instellingen lager wordt gezet.
32, 16, 8, 4 Y
POST GAIN Past het uitgangssignaal aan. 0, +6, +12, +18
LOW GAIN Past het vergroten of afsnijden aan van het lage frequentie-
bereik.
-15Ð15
HIGH GAIN Past het vergroten of afsnijden aan van het hoge frequentie-
bereik.
-15Ð15
OUTPUT Bepaalt hoe de klank wordt uitgestuurd. Als de instelling
ÒMONOÓ is, zal de uitgestuurde klank mono zijn.
MONO, STEREO
OUTPUT LEVEL Bepaalt het uitgangsvolume van het Lo-Fi effect. 0Ð127










