Operation Manual
63
Hoofdstuk 6. Een origineel patroon creëren
Hoofdstuk
6
Noten invoeren
De plaats veranderen waarop noten moeten
ingevoerd worden
Draai aan [VALUE] om naar de volgende (vorige) rasterlijn te gaan.
Houd [HOLD] ingedrukt en draai aan [VALUE] om te
verplaatsen in stappen van een tik.
Wanneer u het einde van de maat bereikt, gaat u naar de
volgende (vorige) maat.
De in te voeren noot bepalen
Houd een REC FUNCTION knop [NOTE NUMBER]Ð[GATE
TIME] ingedrukt en draai aan [VALUE], of beweeg uw vinger
horizontaal over het D-FIELD voor het instellen van de
toonhoogte/kracht/lengte van de noot die u gaat invoeren.
* 1: 32 (32ste noot), 16T (16de noot triolen), 16 (16de noot), 8T
(8ste noot triolen), 8 (8ste noot), 4T (vierde noot triolen), 4
(vierde noot), 2 (halve noot), 1 (hele noot)
Nootinstellingen voor het D-FIELD
Specifieer het nootnummer, de snelheid en de gate-tijd door
uw vinger links en rechts over het D-FIELD te bewegen.
Het soort noot kan gespecifieerd worden door de acht zones
van het D-FIELD in te drukken.
Noten invoeren/wissen
Wanneer u [ENTER] indrukt, wordt de noot die u
specifieerde met behulp van de REC FUNCTION-knoppen
op de huidige tik ingevoerd.
Als u op [EXIT (ERASE)] drukt, wordt de noot op de huidige
tik gewist.
* Alleen de noten die door de REC FUNCTION [NOTE
NUMBER] werden gespecifieerd, zullen worden getoond.
Het D-FIELD gebruiken om noten in te
voeren
Tijdens step recording kan u de acht zones van het D-FIELD
indrukken om effici‘nt op te nemen.
fig.Pad
Een part bewerken terwijl u step
recording uitvoert
Als u parts bewerkt tijdens step recording worden de part-
instellingen gewijzigd maar zullen de bewerkingen niet
worden opgenomen.
Handeling Functie Instelling
[NOTE NUM-
BER]+[VALUE]
Specifieert de toon-
hoogte van de noot.
CÐ(C-1)ÐG9
[VELOCI-
TY]+[VALUE]
Specifieert de kracht
(snelheid) van de
noot.
1Ð127
[NOTE
TYPE]+[VALUE]
Specifieert de tijd-
waarde van de noot.
32, 16T, 16, 8T, 8,
4T, 4, 2, 1
[GATE
TIME]+[VALUE]
Specifieert de lengte
(gate-tijd) waarin de
noot wordt aange-
houden.
5Ð200 (%)
Nr Noten
1 32 (32ste noot)
2 16T (16de noot triolen)
3 16 (16de noot)
4 8T (8ste noot triolen)
5 8 (8ste noot)
6 4T (4de noot triolen)
7 4 (vierde noot)
8 2 (halve noot)
Nr. Functie verklaring
1 REST Voegt een rust in op de huidige tik en
gaat verder naar de volgende tik.
2 ENTER Voegt een noot in op de huidige tik
en gaat verder naar de volgende tik.
3 ERASE Wist een noot op de huidige tik.
4 TIE Vergroot de lengte van de recentst
ingevoegde noot met het getal van
de huidige REC FUNCTION-instell-
ing.
5 PREV NOTE Verplaatst naar de noot met het-
zelfde nootnummer die onmiddel-
lijk voor de huidige tik ligt.
6 NEXT NOTE Verplaatst naar de noot met het-
zelfde nootnummer die onmiddel-
lijk na de huidige tik ligt.
7 SEARCH BWD Verplaatst naar de noot die onmid-
dellijk voor de huidige tik ligt, onaf-
gezien van het nootnummer.
8 SEARCH FWD Verplaatst naar de noot die onmid-
dellijk na de huidige tik ligt, onafge-
zien van het nootnummer.










