Operation Manual
65
Hoofdstuk 6. Een origineel patroon creëren
Hoofdstuk
6
Een patroon bewerken
(Pattern Edit)
Het proces waarin uitvoeringsgegevens van een patroon in
eenheden van een maat worden bewerkt, noemt men Pattern
Editing. Door de uitvoeringsgegevens in een patroon te
veranderen of door verschillende patronen te combineren,
kan u een volledig nieuw patroon cre‘ren.
* Om een patroon te bewerken, moet u het patroon stopzetten.
MERK OP
De patroongegevens die u door bewerking cre‘ert, gaan
verloren wanneer u de stroom uitzet. Als u het door u
gecre‘erde patroon wil bewaren, moet u de Pattern Write
procedure uitvoeren.
Ð> ÒEen patroon bewarenÓ (pg. 20)
Initialiseren van een patroon
Deze handeling initialiseert een user-patroon naar een
toestand waarin het patroon geen muziekgegevens bevat.
1. Draai aan [VALUE] om een patroon te selecteren dat
u wil initialiseren.
2. Houd [EXIT] ingedrukt en druk op [PATTERN].
In de display wordt ÒSurEÓ gevraagd (bent u zeker dat u
wil initialiseren?)
3. Druk op [ENTER] om de handeling uit te voeren.
* Druk op [EXIT] om te annuleren zonder de handeling uit te
voeren.
Basisprocedure voor het
bewerken van een patroon
1. Druk op [PATTERN] om in de Pattern-modus te gaan.
2. Draai aan [VALUE] om een patroon te selecteren dat
u wil bewerken.
3. Druk op [EDIT].
4. Draai aan [VALUE] om de gewenste edit-functie te
selecteren.
5. Gebruik [ENTER] en [EXIT] om de gewenste
parameter te selecteren.
Druk op [ENTER] om naar de volgende parameter te
gaan of druk op [EXIT] om terug te keren.
6. Draai aan [VALUE] om de gewenste waarde te
specifiëren.
7. Herhaal stappen 5–6 om verder te bewerken.
8. Wanneer u de laatste parameter hebt ingesteld,
wordt in de display “SurE” gevraagd (bent u zeker
dat u wil verdergaan?).
9. Druk op [ENTER] om de handeling uit te voeren].
* Druk op [ ] om met de bewerking te stoppen.










