Gebruikershandleiding Gefeliciteerd, en dank u dat u voor de BOSS DR-670 Dr. Rhythm heeft gekozen. Lees de onderstaande secties, voordat u dit apparaat gaat gebruiken: • HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN (pagina 2-4) • BELANGRIJKE OPMERKINGEN (pagina 10-11) Deze secties verschaffen u belangrijke informatie met betrekking tot de juiste werking van dit apparaat.
HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOK, OF LICHAMELIJK LETSEL TE VOORKOMEN Over WAARSCHUWING en VOORZICHTIG opmerkingen Over de symbolen Wordt gebruikt bij instructies waarbij de gebruiker attent gemaakt wordt op WAARSCHUWING het risico van overlijden of zwaar letsel, wanneer het apparaat niet op juiste wijze gebruikt wordt. Het symbool wijst de gebruiker op belangrijke instructies of waarschuwingen.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING • Buig of draai het netsnoer niet overmatig, en plaats er geen zware objecten bovenop. Hierdoor kan het snoer beschadigen, waardoor afgebroken elementen en kortsluiting ontstaan. Beschadigde snoeren betekent een verhoogd risico op brand en schokken! • In huishoudens met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden, totdat het kind zelf in staat is om de regels, die noodzakelijk zijn voor een veilige werking van het apparaat, te kunnen begrijpen.
VOORZICHTIG • Het apparaat en de AC adapter moeten op een zodanige manier geplaatst worden, dat hun plaats of positie de juiste mate van ventilatie niet zal belemmeren. • Als u de AC adapter in het stopcontact of in dit apparaat steekt of als u deze verwijdert, houdt u deze alleen bij de stekker of bij de behuizing van de adapter vast. • Wanneer het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt zal worden, haalt u de AC adapter los.
Hoofdkenmerken Speelt Baspartijen De DR-670 speelt baspartijen die met de drumpartijen gesynchroniseerd zijn. Hierdoor kunt u genieten van achtergrondpartijen met ritmepatronen, die van diverse combinaties van bas en drumgeluiden gebruik maken. Geluidsgenerator van Hoge Kwaliteit De DR-670 wordt gekenmerkt door interne instrumentgeluiden van hoge kwaliteit, waaronder 256 geluiden voor drumpartijen en zestien geluiden voor baspartijen.
Inhoud Hoofdkenmerken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 BELANGRIJKE OPMERKINGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Paneelbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Voorpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 Achterpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .14 Snelle Start . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Patronen spelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Patronen spelen met de DPP functie . . . . . . . . . . . . . . . . . Het Tempo aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het Tempo met de Tap Tempo functie aanpassen . . . . . . . . . Fill-Ins invoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Fill-Ins invoegen terwijl het patroon speelt . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Meerdere Songs binnen één Sequence uitvoeren (Song Chain) . . . . . . De Song Chain instellingen controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . Uitvoeringen creëren waarbij de Repeat en Chain functies gecombineerd worden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het begin (Initial) tempo van een Song controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74 . . . . . 74 . . . . . 74 . . . . .
Inhoud Data van de DR-670 verzenden (Bulk Dump) . . . . . . . . . . . . . . . . . Verzonden data naar de DR-670 terugbrengen (Bulk Load) . . . . . . . . . . . Gebruik in combinatie met de BR-8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Patronen en Songs van de DR-670 met de BR-8 synchroniseren . . . . . . Het Rhythm Guide geluid van de BR-8 als een DR-670 drumgeluid afspelen . . . . . . 89 . 90 . 90 . 90 . 91 Lijst van storingsberichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
BELANGRIJKE OPMERKINGEN Naast de punten die u op pagina 2-4 onder “Het apparaat op een veilige manier gebruiken” vindt lees het onderstaande ook zorgvuldig door: Stroomvoorziening: Het gebruik van batterijen • Laat dit apparaat niet samen met een ander apparaat, dat lijnstoring veroorzaakt (zoals een elektrische motor of een veranderlijk belichtingssysteem van dezelfde stroombron gebruikmaken. • Nadat de AC adapter gedurende langere tijd in werking is, zal deze warmte genereren.
Belangrijke opmerkingen Reparaties en Data • Wees ervan bewust dat alle data in het geheugen van het apparaat verloren kan gaan, wanneer u het apparaat laat repareren. Daarom is het raadzaam om een reservekopie van belangrijke data in een ander MIDI apparaat (zoals een sequencer) op te slaan, of om de gegevens op papier over te schrijven. Tijdens reparatie worden voorzorgsmaatregelen getroffen om dataverlies te voorkomen.
Paneelbeschrijvingen Voorpaneel 1 2 7 6 5 4 3 8 19 18 17 9 12 14 3 0 1 Beeldscherm 2 TEMPO/VALUE draaiknop Selecteert patronen en songs. U kunt tempo’s instellen door het draaien aan de draaiknop, terwijl u de TAP TEMPO knop ingedrukt houdt. Dit wordt tevens tijdens bewerking voor het invoeren van instellingswaardes gebruikt. 3 TAP TEMPO knop Deze wordt in de maat ingetikt (tap), om het tempo in te voeren. 4 Fill knop Deze kunt u voor fill-ins gebruiken.
Paneelbeschrijvingen 7 BASS knop Door het drukken op deze knop, kunt u met het Key Pad basgeluiden spelen. Als u SHIFT ingedrukt houdt terwijl u op deze knop drukt, kunt u met het Key Pad de toonhoogte van het basgeluid veranderen. 8 Numerieke toetsen Worden gebruikt voor het invoeren van song- en patroonnummers. Als u SHIFT ingedrukt houdt terwijl u op de numerieke toetsen drukt, krijgt u toegang tot een variëteit aan bewerkingsfuncties, en kunt u de parameterinstellingen veranderen.
Paneelbeschrijvingen Achterpaneel 20 21 22 23 24 25 26 27 20 MIDI aansluiting IN/OUT Externe MIDI apparaten kunnen via deze aansluitingen worden aangesloten. 21 FOOT SW (Switch) Jack Door aansluiting van een voetpedaal kunt u het starten en stoppen van uitvoeringen, de toevoeging van fills, of andere acties met het pedaal regelen. 22 OUTPUT Jack R/L (MONO) Voorziet in de uitvoer van de geluidssignalen. U kunt deze met uw versterker, stereosysteem, of soortgelijke apparatuur verbinden.
Notities… 15
Snelle Start Batterijen installeren 1 2 Zorg ervoor dat de stroom uitstaat. Verwijder het batterijdeksel aan de onderkant van het apparaat. * Wanneer u het apparaat omkeert, neemt u een stapel kranten of tijdschriften, die u onder de vier hoeken aan beide kanten plaatst, om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen. U moet proberen om het apparaat zo te plaatsen dat de knoppen en regelaars niet kunnen beschadigen.
Snelle start Aansluitingen maken De DR-670 beschikt niet over een interne versterker of luidsprekers. Om geluid te kunnen horen, sluit u een versterker en luidsprekers aan, of gebruikt u een koptelefoon. Geluidskabels, MIDI kabels, een stereo koptelefoon en voetschakelaars worden niet meegeleverd. Deze onderdelen zult u bij uw leverancier moeten aanschaffen.
Snelle start De stroom aanzetten Wanneer de aansluitingen gemaakt zijn (p. 17), zet u de stroom van uw verscheidene apparaten volgens de gespecificeerde volgorde aan. Als u de apparaten in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u storingen en / of schade aan luidsprekers en andere apparaten. 1 Voordat u de stroom aanzet, zorg dat er aan de volgende punten is voldaan.
Snelle start Terugzetten in de fabrieksinstellingen (Factory Reset) Wanneer de instellingen, na aankoop van de DR-670, veranderd zijn, is het mogelijk dat u het apparaat niet kunt bedienen volgens de beschrijvingen in de Snelle Start handleiding. Als dit inderdaad het geval is, volgt u de onderstaande instructies om het apparaat in de fabrieksinstellingen terug te zetten. Ga dan door met het lezen van Snelle Start.
Snelle start De Demosong beluisteren De DR-670 beschikt over interne demosongs, waarmee de speciale mogelijkheden van het instrument worden getoond. Hier ziet u hoe u de demosong kunt beluisteren: 1 2 1 2 3 3 Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op Key Pad 4 (DEMO). Druk op [START} om het afspelen te starten. Druk op [STOP/CONT] om het afspelen te beëindigen.
Snelle start Geluiden afspelen met gebruik van de Key Pads Laten we eens proberen om de interne ritme instrumentgeluiden van de DR-670 af te spelen, door middel van het tikken (tap) op de Key Pads. 1 2 2 Snelle start 1 Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op Key Pad 5 (PATTERN PLAY). Door het tikken op de Key Pads spelen de instrumenten die aan elk van de pads zijn toegewezen.
Snelle start ■ Gespecialiseerde uitvoeringstechnieken (Roll / Roffel) Een roffel wordt uitgevoerd door hetzelfde geluid in hetzelfde ritme achter elkaar te spelen. 1 1 Terwijl [ROLL] ingedrukt is, houdt u een Key Pad ingedrukt. ◆ U kunt het interval (de maat) van een roffel veranderen. Zie “De Roll instellingen veranderen” (p. 77).
Snelle start ■ Uitvoeringen van karakter voorzien (Flam) Wat is een Flam? Het met twee drumstokken in de handen tegelijk aanslaan van de snare of een ander drumonderdeel, met een klein verschil in aanslagsterkte tussen elke stok, wordt een flam genoemd. 1 Snelle start 1 Terwijl [FLAM] wordt ingedrukt, drukt u op een Key Pad. ◆ U kunt het flam interval en de aanslagsterkte veranderen. Zie “De Flam instellingen veranderen” (p. 78).
Snelle start ■ Verschillende geluiden spelen (schakelen tussen Pad Drumbanken) U kunt verschillende instrumenten laten klinken, zelfs wanneer op hetzelfde Key Pad wordt getikt, door middel van het schakelen tussen de drumbanken van het pad. Pad drumbanken zijn verzamelingen drumgeluiden, die als een individuele groep aan de zestien Key Pads zijn toegewezen. Er zijn twee drumbanken, Bank A en Bank B. Voor meer gedetailleerde informatie, zie “Drumkits en Pad Performances” (p. 42). 1 1 Druk op [DRUM A/B].
Snelle start ■ Basgeluiden spelen 1 U kunt basgeluiden spelen met de Key Pads, door [BASS] in te drukken. Wanneer een Key Pad wordt ingedrukt, zal een basgeluid op de toonhoogte die vooraf voor het betreffende Key Pad is bepaald, gespeeld worden. Tonhoogtes worden op een zodanige wijze aan de Key Pads toegewezen, dat de fretten van een basgitaar gesimuleerd worden. * U kunt twee of meerdere basgeluiden niet tegelijkertijd afspelen.
Snelle start Ritmepatronen uitvoeren De DR-670 wordt geleverd met 200 verschillende Preset Patronen en 200 User Patronen. Gebruik de volgende procedure om deze patronen uit te voeren en de geluiden te beluisteren. Patroon (Pattern) verwijst naar een ritme uitvoeringspatroon van één of twee maten.
Snelle start 1 2 3 Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op Key Pad 5 (PATTERN PLAY). Draai aan de TEMPO/VALUE knop om het patroonnummer te selecteren. Druk op [START] om het afspelen te starten. Met het draaien aan de TEMPO/VALUE knop terwijl een uitvoering aan de gang is, wordt het patroonnummer voor het volgende patroon dat gespeeld gaat worden ingesteld. Wanneer het huidige patroon stopt, begint het volgende geselecteerde patroon met spelen.
Snelle start ■ Patronen selecteren en uitvoeren (DPP functie) Normaalgesproken worden door het tikken op de Key Pads, de daaraan toegewezen instrumenten afgespeeld. In plaats daarvan kunt u met DPP (Direct Pattern Play) het afspelen van de patronen, die aan de Key Pads zijn toegewezen, triggeren. Met DPP kunt u de gewenste patronen door het tikken op de Pads direct uitvoeren. Nu raden wij u aan, de DPP functie uit te proberen, om de patronen die in de fabriek aan de Key Pads zijn toegewezen te spelen.
Snelle start 3 Als u op het Key Pad tikt, begint de uitvoering van het toegewezen patroon. De Tempo aanwijzer knippert éénmaal op elke maatslag. Het patroonnummer van het op dat moment spelende patroon verschijnt in het beeldscherm. Wanneer u op een ander Key Pad tikt, terwijl het patroon nog steeds wordt afgespeeld, stopt de uitvoering van het huidige patroon, en de uitvoering van het patroon dat aan het aangetikte Pad is toegewezen begint.
Snelle start ■ Het Tempo aanpassen Probeer het tempo, dat voor de uitvoering van het patroon gebruikt wordt, te veranderen. 1 1 Houdt [TAP TEMPO] ingedrukt, en draai aan de TEMPO/VALUE knop om het tempo te veranderen. Het tempo kan binnen de reeks van 20 tot 260 slagen per minuut veranderd worden.
Snelle start ■ Het tempo veranderen met gebruik van de Tap Tempo functie U kunt het tempo bepalen door middel van de timing waarmee u [TAP TEMPO] indrukt. 1 Druk minimaal drie of vier maal achter elkaar op [TAP TEMPO] volgens de gewenste timing; het tempo zal op dezelfde timing worden ingesteld, als die u zojuist voor het (in)tikken gebruikt heeft. Het tempo kan binnen de reeks van 20 tot 260 slagen per minuut veranderd worden.
Snelle start ■ Fill-Ins invoegen Met de DR-670 kunt u fill-ins, volgens elke gewenste timing, aan het pattern toevoegen.
Snelle start 1 2 3 Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op Key Pad 5 (PATTERN PLAY). Druk op [START] om de uitvoering van het patroon te beginnen. Druk op [FILL] op de punten waar u een fill-in wilt invoegen. Direct nadat [FILL] is ingedrukt, wordt het fill-in patroon afgespeeld. 4 Snelle start Wanneer het fill-in patroon tot het einde is afgespeeld, keert de uitvoering naar het originele patroon terug. Druk op [STOP/CONT] om de uitvoering te beëindigen.
Snelle start ■ De voetschakelaars gebruiken U kunt maximaal twee voetschakelaars gebruiken (zoals de optionele FS-5U), voor het starten en stoppen van uitvoeringen en fill-ins. * Wanneer maar één voetschakelaar is aangesloten, worden hiermee alleen de uitvoeringen gestart en gestopt. * Wanneer twee voetschakelaars worden aangesloten, is een speciale (optionele) PCS-31 kabel vereist.
Snelle start 1 Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk Key Pad 5 (PATTERN PLAY) in. 2 3 Wanneer een voetschakelaar, die met een witgestreepte plug is aangesloten, ingedrukt wordt terwijl de uitvoering niet speelt, zal de uitvoering beginnen. Wanneer een voetschakelaar, die met een roodgestreepte plug is aangesloten, ingedrukt wordt terwijl de uitvoering wordt afgespeeld, wordt een fill-in ingevoegd.
Snelle start ■ Een patroon spelen met gebruik van een ander geluid Zelfs wanneer hetzelfde patroon gebruikt wordt, kunt u de sfeer (de uitvoering en de manier waarop het gespeeld wordt) van het patroon beïnvloeden, door het veranderen van de instrumenten waaruit het patroon is opgebouwd. Probeer hetzelfde patroon met verscheidene andere instrumenten te spelen, waarbij de drumkits tijdens het afspelen van de uitvoering worden veranderd.
Snelle start 3 Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op [DRUM A/B] (DRUM KIT). Houdt [SHIFT] ingedrukt. 4 Terwijl u [SHIFT] ingedrukt blijft houden, draait u aan de TEMPO/VALUE knop om het drumkit nummer te selecteren. Probeer over te schakelen tussen de drumkits, en beluister de verschillende geluiden. Current kit Huidigedrum drumkit Snelle start 5 Laat [SHIFT] los. Hiermee is de selectie van de drumkit voltooid. 6 Druk op [STOP/CONT] om de uitvoering te beëindigen.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Deze sectie geeft een beknopte beschrijving van de DR-670 Hoe het werk verloopt Het proces van het creëren van een uit ritmepatronen bestaande song kan grofweg in twee stappen worden verdeeld: het maken van de patronen, en vervolgens het samenstellen van de song.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Nadat het basispatroon met gebruik van Step Recording is opgenomen, kunt u het patroon afmaken met Realtime Recording om geluiden op een vrijere, ad-lib stijl toe te voegen. Composing the song Stel de song samen (opnemen) door een aantal uitvoeringen aan elkaar te verbinden, met gebruik van uw User patronen en de 200 Preset patronen. Ook voor het opnemen van songs zijn er twee methodes.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Over operationele modes De DR-670 beschikt over diverse functies voor het creëren van patronen en songs, en voor het bewerken van geluiden. Deze functies zijn in de volgende negen verschillende modes ondergebracht: Pattern Play mode (Zie Hoofdstuk 2 Patronen spelen; p. 47). Wordt voor het uitvoeren van ritmepatronen gebruikt.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Om naar de Drumkit Edit mode te gaan, houdt u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op Key Pad 9 (DRUM KIT EDIT), terwijl de uitvoering niet speelt. DPP Assign mode Wordt voor het toewijzen van ritmepatronen aan de Key Pads gebruikt, wanneer de DPP (Direct Pattern Play) functie in werking is. Om naar de DPP Assign mode te gaan, houdt u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op Key Pad 10 (DPP ASSIGN), terwijl de uitvoering niet speelt.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Drumkits en Pad uitvoeringen ■ Drumkits De DR-670 bevat 256 interne drumgeluiden (instrumenten) en zestien interne basgeluiden (basklanken). Een “drumkit” is een individuele set, bestaande uit 32 van deze drumgeluiden, en één van de basgeluiden. Drumkits No.128 Instrumenten A 1 A 2 A 3 1 2 3 4 254 255 256 Basklanken 1 2 No.2 No.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Drumgeluiden zijn in twee banken onderverdeeld, Drum Bank A en Drum Bank B. Beiden bevatten zestien geluiden, waarvan er één aan een Key Pad wordt toegewezen. Drumkit A 1 CY 1 A 2 CY 2 A 3 CY 9 B16 PC12 Bass Drum Bank B 1 Bank 2A 3 Drum 1 5 9 13 4 8 12 16 25 36 47 69 710 811 15 13 11 14 12 10 14 15 16 Met de DR-670 kunt u kiezen of Drum Bank A , B of basgeluiden worden gespeeld, wanneer er op de Key Pads wordt getikt.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Hoe het Scale/Pattern scherm bekeken kan worden ■ Patroonweergave De inhoud van één van de instrumenten of de basklank voor het op dat moment geselecteerde patroon, wordt in het patroon beeldscherm (pattern display) getoond. Het onderstaande toont de relatie tussen het patroon, en dat wat wordt aangegeven. De DR-670 gebruikt patronen die uit één of twee maten bestaan.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden Hoofdstuk 1 ■ Scale (schaal) weergave Het “ ” teken geeft de timing van de kwartnoten aan. Wanneer er teveel maten zijn, zodat het niet mogelijk is om alle noten vanaf het begin tot het eind van het patroon tegelijk weer te geven, verschijnt “ ” om aan te geven dat er stappen zijn die (nog) niet worden weergegeven.
Hoofdstuk 1 Voordat ritmepatronen en songs gecomponeerd worden [SHIFT] gebruiken Als u op deDR-670 [SHIFT] ingedrukt houdt, terwijl een andere knop of een ander Key Pad wordt ingedrukt, kunt u tussen modes schakelen, en van een grote variëteit aan functies voor het bewerken van songs en ritmepatronen gebruik maken.
Hoofdstuk 2 Patronen spelen (Pattern Play Mode) Patronen worden in de Pattern Play mode gespeeld. 3. Wanneer de drumkit geselecteerd is, laat u [SHIFT] los. U zult nu naar het Pattern Play mode beeldscherm terugkeren. ◆ Om naar de Pattern Play mode over te schakelen, houdt u [SHIFT] ingedrukt terwijl de uitvoering niet speelt, en drukt u vervolgens op Key Pad 5 (PATTERN PLAY). “Preset Drumkit Lijst” (p. 102) ■ De Drumbank selecteren U kunt tussen Drum Banken A en B overschakelen. 1. Druk [DRUM A/B] in.
Hoofdstuk 2 Patronen spelen (Pattern Play Mode) ■ De toonhoogte van de bas veranderen (Fret Shift) U kunt de volledige stemming van het basgeluid verschuiven. 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op [BASS] (FRET SHIFT). 2. Houdt [SHIFT] ingedrukt en draai aan de TEMPO/VALUE knop om het aantal frets waarmee u wilt verschuiven te selecteren. Roll (roffel): dit is een techniek waarbij hetzelfde geluid onafgebroken herhaald wordt, met dezelfde timing of tijdsduur tussen de geluiden.
Hoofdstuk 2 Patronen spelen (Pattern Play Mode) Patronen spelen U kunt uit 200 Preset en 200 User patronen kiezen. * Toen het apparaat de fabriek verliet, waren de User patronen leeg. 1. Selecteer het (af) te spelen patroon. Met de TEMPO/VALUE draaiknop selecteert u het patroonnummer. Voor het selecteren van patroonnummers met behulp van de numerieke toetsen, volgt u de onderstaande procedure: Wanneer [START] opnieuw wordt ingedrukt, zal de uitvoering vanaf het begin van het patroon beginnen.
Hoofdstuk 2 Patronen spelen (Pattern Play Mode) Het tempo aanpassen Fill-Ins invoegen 1. Houdt [TAP/TEMPO] ingedrukt, en draai aan de TEMPO/VALUE knop om het tempo aan te passen. Met de DR-670 kunt u fill-in patronen op elk punt in het patroon invoeren, terwijl de uitvoering bezig is. U kunt het tempo binnen de reeks van 20 tot 260 aanpassen. Ieder patroon beschikt over een fill-in, die speciaal voor gebruik met het betreffende patroon gemaakt is.
Hoofdstuk 2 Patronen spelen (Pattern Play Mode) 2. Druk op [FILL] op het moment waarop u het fillpatroon ingevoegd wilt hebben. U gaat naar het fillpatroon op het moment dat [FILL] wordt ingedrukt. Als u op [FILL] drukt, terwijl de uitvoering van het patroon gestopt is, speelt het fillpatroon op het moment dat u op [START] drukt. Wanneer de fill gespeeld is, gaat de uitvoering verder naar het basispatroon. Basic Pattern 3. Druk op [STOP/CONT] om de uitvoering te beëindigen.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit mode) Deze sectie beschrijft de procedures die voor het opnemen (Realtime Recording en Step), en bewerken van User patronen gebruikt worden. Deze handelingen worden in de Pattern Edit mode uitgevoerd. Holding Ingedrukt Down houden ◆ Om naar de Pattern Edit mode te gaan, houdt u [SHIFT] ingedrukt terwijl de uitvoering niet speelt, en drukt u op Key Pad 6 (PATTERN EDIT).
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) <1> Selecteer een niet opgenomen patroon <2> Selecteer de maatsoort 1. Als de uitvoering niet wordt afgespeeld, selecteert u een User patroon (201-400). 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op [9] (BEAT). Draai aan de TEMPO/VALUE knop om het patroonnummer te selecteren. * Blijf [SHIFT] ingedrukt houden.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) <3> Selecteer de maten Deze instelling bepaalt of een patroon van één of van twee maten wordt opgenomen. 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op [0] (MEASURE). <4> Selecteer de Drumkit 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op [DRUM A/B] (DRUM KIT). * Blijf [SHIFT] ingedrukt houden. * Blijf [SHIFT] ingedrukt houden. 2.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) <5> De quantizatie instellen <6> Het basispatroon opnemen Met het gebruik van Quantize tijdens Realtime Recording worden alle oneffenheden in de timing, die tijdens de opname met het tikken op het Key Pad zijn ontstaan, gecorrigeerd. Normaalgesproken wordt dit op de kleinst op te nemen nooteenheid ingesteld. ■ (6-1A) Gebruik Realtime Recording Om op te nemen zonder quantizatie, zet u dit op “OFF”.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) Het drumgedeelte door middel van Realtime Recording opnemen 1. Houdt [REC] ingedrukt en druk op [START]. De REC aanwijzer gaat aan, en de metronoom begint te spelen. Het metronoomgeluid begint, en de tempo aanwijzer knippert in de maat van de telling. De BEAT weergave volgt de telling. 2. Druk op [DRUM A/B] om de drumbank voor het op te nemen instrument te selecteren. 3.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) terwijl u op de Key Pads tikt. Eerder opgenomen geluiden wissen terwijl u opneemt Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op [2] (DELETE). Vervolgens drukt u, terwijl [SHIFT] ingedrukt blijft, op een Key Pad. Alle geluiden, ongeacht de toonhoogte, worden gewist zolang u [SHIFT] en het Key Pad ingedrukt houdt. ■ (6-1B) Step Recording uitvoeren Het drumgedeelte door middel van Step Recording opnemen 1. Druk op [REC].
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) stap springen. 4. Tik op het Key Pad van het instrument dat u wilt opnemen. Nu wordt de velocity (de sterkte waarmee de Key Pads worden ingedrukt) ook opgenomen. Lange noten in het basgedeelte opnemen a. Druk op [ ] [ /ENTER] om de op te nemen stappen te specificeren. De opname gaat automatisch één stap vooruit. “Lange noten in het basgedeelte opnemen” (p. 58). ◆ Met gebruik van de Fret Shift functie (p.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) b. Tik op een Key Pad, en blijf het ingedrukt houden, in plaats van het los te laten. c. Terwijl u het Key Pad nog steeds ingedrukt houdt, drukt u op [ /ENTER] om stappen 2-4 te specificeren. <7> Het Fillpatroon opnemen * De Beat, Measure en Drumkit instellingen zijn voor zowel het basispatroon als het fillpatroon hetzelfde. ■ Selecteer het Fillpatroon ■ (6-2) Verifieer de opgenomen geluiden. 1.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) Patronen wissen (Pattern Clear) 4. Als u er zeker van bent dat u de data wilt wissen, drukt u op [ /ENTER], terwijl u de [SHIFT] ingedrukt houdt. U kunt onnodige User patronen wissen. 5. Als alle data gewist is, kunt u de [SHIFT] loslaten. * De Preset patronen (1-200) kunnen niet gewist worden. 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, selecteert u het patroon dat gewist moet worden.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) Patronen kopiëren Hiermee worden User en Preset patronen naar andere User plaatsen gekopieerd. 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, selecteert u het User patroon dat u wilt kopiëren. 4. Als u bepaald heeft welke data gekopieerd gaat worden, drukt u, terwijl [SHIFT] nog steeds wordt ingedrukt, op [ /ENTER]. Het beeldscherm schakelt naar het User patroon selectiescherm van de kopieerbestemming over.
Hoofdstuk 3 Patronen opnemen en bewerken (Pattern Edit Mode) Drumkits vervangen U kunt een voor de opname geselecteerde drumkit door een andere vervangen. * Voor het basispatroon en het fillpatroon kunt u geen andere drumkits kiezen. 1. Selecteer het User patroon waarin de vervangende drumkit zich bevindt. Draai aan de TEMPO/VALUE knop om het patroonnummer te selecteren. * U kunt het patroon ook selecteren door het patroonnummer met de numerieke toetsen in te voeren, en op [ /ENTER] te drukken. 2.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) Deze sectie beschrijft de procedures die voor het opnemen (Realtime/Step) en bewerken van User patronen gebruikt worden. 앬 U kunt maximaal 100 songs opnemen. 앬 U kunt maximaal 250 patronen in één song opnemen, met een totaal van 3,000 patronen voor alle songs samen.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) <1> Selecteer een nog niet opgenomen song <2> Het tempo selecteren (Initial Tempo) 1. Schakel over naar de Song Edit mode. Hiermee wordt het begintempo, het basistempo dat voor het afspelen van de song gebruikt wordt, ingesteld. Terwijl de uitvoering niet speelt, drukt u op Key Pad 2 (SONG EDIT). * Blijf [SHIFT] ingedrukt houden. 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op [VOICE] (INIT TEMPO). * Blijf [SHIFT] ingedrukt houden.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) <3A> Realtime Recording uitvoeren Hier selecteert u het patroon, en neemt u het op zoals het wordt uitgevoerd. * Wanneer u over een reeds opgenomen song opneemt, zal de nieuw opgenomen data de oude overschrijven. De oude data wordt afgedankt. 1. Selecteer het eerste patroon dat opgenomen gaat worden, terwijl de uitvoering niet speelt. Selecteer het patroonnummer met de TEMPO/VALUE knop. Selecteer het patroonnummer met de TEMPO/VALUE knop.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) ■ De DPP functie tijdens Realtime Recording gebruiken 1. Druk op [DPP]; “DPP” verschijnt in het scherm. 2. Terwijl de song niet speelt, drukt u op het Key Pad waaraan het eerste patroon dat opgenomen gaat worden is toegewezen. 3. Houdt [REC] ingedrukt, en druk op [START] om de opname te starten. Het eerst geselecteerde patroon begint gelijktijdig te spelen. De tempo aanwijzer knippert op elke tel. 4.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) ■ Realtime Recording binnen een song starten U kunt Realtime Recording vanaf een ander punt dan aan het begin van de song starten. Dit is gemakkelijk wanneer u patronen in langere songs wilt invoegen. 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, drukt u op [ ] [ /ENTER] om de maat waarop de opname moet beginnen aan te geven. * Wanneer een patroon van twee maten wordt opgenomen, kunt u de tweede maat van ieder patroon niet specificeren.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) <3B> Step Recording uitvoeren Hierbij wordt de song door specificatie van één patroon per keer opgenomen, in de volgorde waarin de patronen gespeeld gaan worden. 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, drukt u op [REC]. De DR-670 is in de Step Recording mode gezet, en de REC aanwijzer knippert. 2. Selecteer een patroon om op te nemen. Selecteer het patroon met de TEMPO/VALUE draaiknop.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) Patronen in de song voegen (Insert) Patronen verwijderen (Delete) Met deze handeling wordt een patroon op een punt binnen de song ingevoegd. Hiermee worden onnodige patronen uit songs verwijderd.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) Een onnodige song verwijderen (Song Clear) Hiermee wordt de inhoud van de op dat moment geselecteerde song verwijderd. 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt, en druk op [3] (CLEAR). * Blijf [SHIFT] ingedrukt houden. Een song kopiëren Hiermee wordt de inhoud van de op dat moment geselecteerde song naar een andere song gekopieerd. * Data die zich op de kopieerbestemming bevond, zal verloren gaan wanneer een song op de kopieerbestemming wordt opgenomen. 1.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode) Meerdere songs aan elkaar verbinden om er één song van te maken (Song Chain) U kunt een aantal songs binnen één verbonden sequens uitvoeren. Deze functie wordt “Song Chain” genoemd. Aan iedere song wordt het songnummer van de daarop volgende song toegewezen – op deze manier kunt u maximaal 100 songs aan elkaar verbinden.
Hoofdstuk 5 Songs uitvoeren (Song Play Mode) In de Song Play mode kunt u de gecreëerde songs afspelen. ◆ Om naar de Song Play mode te gaan, houdt u [SHIFT] ingedrukt terwijl de uitvoering niet speelt, en drukt u op Key Pad 1 (SONG PLAY). Songs uitvoeren 1. Selecteer een song om af te spelen. Draai aan de TEMPO/VALUE knop om de song te selecteren. * U kunt het nummer ook invoeren door de numerieke toetsen in te drukken, en de song selecteren met [ /ENTER].
Hoofdstuk 5 Songs uitvoeren (Song Play mode) Een song vanaf een ander punt dan het begin starten Uitvoeringen van songs herhalen (Song Repeat) U kunt een song vanaf een gespecificeerde maat afspelen. Dit is gemakkelijk als u een song, die vele maten bevat, vanaf een bepaald punt binnen de song wilt laten afspelen. U kunt songs herhaaldelijk laten afspelen. Deze functie wordt “Song Repeat” genoemd. 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, drukt u op [ ] [ /ENTER] om de beginmaat te specificeren.
Hoofdstuk 5 Songs uitvoeren (Song Play mode) Meerdere songs binnen één sequens uitvoeren (Song Chain) Wanneer de op dat moment geselecteerde song in “Song Chain” gespecificeerd is, verschijnt “SONG CHAIN” in het scherm (p. 71). ■ De Song Chain instellingen controleren Het begin (Initial) tempo van een song controleren In de Song Play mode kunt u het begintempo (p. 64) van een song controleren. 1. Houdt [SHIFT] ingedrukt en druk op [VOICE] (INIT TEMPO).
Hoofdstuk 6 Patronen aan de Key Pads toewijzen (DPP Assign Mode) Hier worden patronen aan de Key Pads (1-16) toegewezen voor DPP (Direct Pattern Play). In de Pattern Play mode kunt u tevens de DPP Assign instellingen controleren. 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, houdt u [SHIFT] ingedrukt, en drukt u op Key Pad 10 (DPP ASSIGN). 1. Als u zich in de Pattern Play mode bevindt, drukt u op [DPP] om de DPP functie aan te zetten. De DR-670 schakelt naar de DPP Assign mode over. 2.
Hoofdstuk 7 Uw instellingen (Set-up) aanpassen (Utility Mode) In de Utility mode kunt u de volgende instellingen maken: tussen klinkende en tijdelijk stille •Schakelen (mute) drum- en basgedeeltes (Output Part) aan de voetschakelaars toewijzen •Functies Het roffel interval veranderen (Roll Type) •De flam instellingen •Interval, Flam Ratio) veranderen (Flam Procedure 1. Terwijl de uitvoering niet speelt, houdt u [SHIFT] ingedrukt en drukt u op Key Pad 13 (UTILITY).
Hoofdstuk 7 Uw instellingen (Set-up) aanpassen (Utility Mode) Functies aan de voetschakelaars toewijzen Instellingen voor de functies die met voetschakelaars 1 en 2 uitgevoerd worden. Voetschakelaar Foot Switch 11 Voetschakelaar Foot Switch 22 CHAS: Als de DPP functie uitstaat, wordt met deze functie het patroon met een hoger nummer dan dat van het huidig geselecteerde patroon geselecteerd.
Hoofdstuk 7 Uw instellingen (Set-up) aanpassen (Utility Mode) De flam instellingen veranderen Door het veranderen van het flam interval en de flam ratio, kunt u de manier waarop de flam klinkt veranderen. * Het aanpassen van de flam instellingen verandert alleen de manier waarop flams in reeds opgenomen patronen worden gespeeld.
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode) In de Drumkit Edit mode kunt u drum- en basinstrumenten selecteren, de manier waarop deze klinken veranderen en andere aanpassingen aan drumkit instellingen maken, om op die manier maximaal 64 originele User Drumkits te creëren. Holding houden down Ingedrukt ◆ Om naar de Drumkit Edit mode te gaan, houdt u [SHIFT] ingedrukt, terwijl de uitvoering niet speelt, en drukt u op Key Pad 9 (DRUM KIT EDIT).
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode) ■ Bewerkingsprocedure 1. Voor het bewerken van een drumgedeelte drukt u op [DRUM A/B], en specificeert u drumbank A of B. Voor het bewerken van een basgedeelte drukt u op [BASS] om het basgedeelte te specificeren. 2. Wanneer een drumgedeelte bewerkt wordt, specificeert u het Key Pad dat bewerkt gaat worden, door het betreffende Pad in te drukken. Deze stap is voor het bewerken van een basgedeelte niet vereist.
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode) ■ De weerkaatsing verlengen en verkorten (Decay) Hiermee wordt de weerkaatsing van het geluid (de decay) van elk instrument verlengd en verkort. Negatieve (-) waardes: als de waarde toeneemt, nemen de lage frequentie componenten van het geluid af (het geluid dat ontstaat als er meer aan de buitenkant wordt aangeslagen).
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode) ■ Bepalen of geluiden elkaar al dan niet overlappen (Assign Type) Hiermee wordt de manier waarop ieder instrument klinkt (het Assign type), als één of meerdere instrumenten onafgebroken worden gespeeld, ingesteld.
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode) Dynamiek in het geluid (Attack) Het basgedeelte bewerken Geldige instellingen: 0-15 ■ De klank selecteren (Bass Tone) Hiermee wordt de klank van het basgedeelte (de bastoon) geselecteerd. Meer over basklanken die u kunt selecteren, vindt u op de “Instrumenten/Basgeluidenlijst” (p. 99). 0: Oorspronkelijke nuance. 1-15: de dynamiek neemt af als de waarde toeneemt.
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode) Decaytijd na Note Off (Release) Geldige instellingen: -7-+7 Drumkits kopiëren Hiermee wordt de op dat moment geselecteerde drumkit naar één van de User drumkits (65-128) gekopieerd. Positieve (+) waardes: als de waarde toeneemt, wordt de release langer dan de oorspronkelijke. 0: oorspronkelijke nuance. Negatieve (-) waardes: als de waarde toeneemt, wordt de release korter dan de oorspronkelijke.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) Wat is MIDI? MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een universele standaard, die het uitwisselen van besturingsdata en andere informatie tussen elektronische muziekinstrumenten en computers mogelijk maakt. Wanneer MIDI kabels worden gebruikt om apparaten die over MIDI beschikken aan elkaar te verbinden, kan ieder apparaat data naar een ander apparaat verzenden, of data van een ander apparaat ontvangen.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) Over de MIDI Mode Met de DR-670 kunt u MIDI data voor het volgende gebruiken: uitvoeringen met een digitale recorder •De of MIDI sequencer synchroniseren. extern MIDI apparaat gebruiken om de •Een DR-670 te bespelen, en de DR-670 voor het bespelen van een extern apparaat gebruiken. van de DR-670 naar een extern MIDI •Data apparaat verzenden, en de verzonden data naar de DR-670 terugzenden.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) Met de DR-670 gesynchroniseerde data De onderstaande berichten worden tijdens synchronisatie met de DR-670 behandeld: •Start klok •Timing Continue •Song Select •Stop •Song Position Pointer •* Voor meer informatie over de manier waarop MIDI berichten van apparaten die u aansluit worden behandeld, kijkt u in de gebruikershandleiding van het betreffende apparaat.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) Een extern apparaat gebruiken om de DR-670 te bespelen/De DR-670 gebruiken om een extern MIDI apparaat te bespelen U kunt de vanaf een extern MIDI apparaat verzonden uitvoeringsdata gebruiken voor het bespelen van de DR-670, of de DR-670 bedienen, om uitvoeringen van externe MIDI apparaten te beheersen.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) DR-670 data naar een extern MIDI apparaat verzenden/ verzonden data naar de DR-670 terugzenden. Het verzenden van de DR-670 data naar een MIDI sequencer of een andere DR-670, staat bekend als “Bulk Dump”. Omgekeerd wordt het terugzenden van op een MIDI sequencer opgeslagen data naar de DR670, of het ontvangen van data die vanaf een andere DR-670 is verzonden, “Bulk Load” genoemd.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) Verzonden data naar de DR-670 terugbrengen (Bulk Load) Gebruik in combinatie met de BR-8 Het volgende is een introductie voor het gebruik van de DR-670 in combinatie met de BR-8. Aansluiten MIDI OUT MIDI IN Mixer Verzendend apparaat (MIDI sequencers enz.) Ontvangend apparaat (DR-670) MIDI OUT L R MIDI IN L R Om Bulk Load uit te voeren, volgt u de volgende procedure in de MIDI mode: 1.
Hoofdstuk 9 Externe MIDI apparaten aansluiten en gebruiken (MIDI Mode) 6. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE draaiknop om “Gen.” Op “MIDI CLOCK” te zetten. 7. Druk een aantal malen op [EXIT], voldoende om naar het Level Meterscherm terug te keren. De DR-670 instellingen maken Op de DR-670 selecteert u de song (Song Play mode) of het patroon (Pattern Play mode) dat u wilt gebruiken. * U kunt de MIDI instellingen van de DR-670 gebruiken, terwijl de stroom aan blijft. Als u per ongeluk de Sync instellingen (p.
Lijst van storingsberichten Storingsberichten worden weergegeven als er een storing optreedt, of wanneer een handeling niet op juiste wijze uitgevoerd kan worden. Voer de stappen uit, die u bij de storingsberichten worden aangeraden. 앬 De batterijen van de DR-670 raken leeg. ❍ Gebruik de AC adapter, of vervang de batterijen onmiddellijk. Druk op [STOP/CONT] om het bericht te laten verdwijnen.
Lijst van storingsberichten 앬 Er heeft zich een MIDI Active Sensing storing voorgedaan. Er is iets ongewoons in het apparaat, of in de kabel die op MIDI IN is aangesloten, bespeurd. ❍ Controleer het apparaat, of de op de MIDI IN aangesloten kabel. 앬 MIDI Exclusive berichten konden niet correct worden ontvangen. ❍ Druk op [STOP/CONT], en probeer het dan opnieuw. 앬 Tijdens Bulk Load werd de ontvangst van data gestopt voordat de operatie was voltooid.
Probleemoplossing Wanneer u bemerkt dat de DR-670 niet werkt zoals het hoort, controleert u de onderstaande onderdelen. Als de DR-670 nog steeds niet goed functioneert, nadat u deze onderdelen hebt gecontroleerd, neemt u contact met op uw handelaar. Geen geluid ❑ Is het volume lager gezet (p. 18)? ❑ Is het output part op “DRUM” of “BASS” ingesteld (p. 76)? ❑ Is het niveau van het instrument op “0” gezet (p.
Bedieningslijst Handelingen die voor alle modes hetzelfde zijn Handeling Doel [START] Starten/stoppen van uitvoeringen [STOP/CONT] Stop de uitvoering, speel verder [TAP TEMPO] + [TEMPO/VALUE] Pas het tempo aan [REC] Step Recording [REC] + [START] Realtime Recording [TAP TEMPO] Tap Tempo [FILL] Fill-in [DPP] Direct Pattern Play aan [DRUM A/B] Schakel tussen drumbanken A en B [SHIFT] + [BASS] (FRET SHIFT) Fret Shift instellingen [VOICE] Bevestig het instrument/de bastoon [SHIFT] + [8]
Bedieningslijst Song Edit Mode Handeling Doel [SHIFT] + Key Pad 2 (SONG EDIT) ➜ [TEMPO/VALUE] Selecteer Song [SHIFT] + Key Pad 2 (SONG EDIT) ➜ [Numerieke toetsen ➜ [ /ENTER] Selecteer Song [SHIFT] + [6] (CHAIN) Song Chain [SHIFT] + [7] (REPEAT) Song Repeat (herhalen) [SHIFT] + [VOICE] (INIT TEMPO) Begintempo [SHIFT] + [1] (INSERT) Patroon invoegen [SHIFT] + [2] (DELETE) Patroon verwijderen [SHIFT] + [3] (CLEAR) Song verwijderen [SHIFT] + [4] (COPY) Song kopiëren [SHIFT] + [START] Uitvo
Parameterlijst Parameters met een sterretje (*) worden niet opgeslagen. Deze worden, elke keer dat de DR-670 wordt aangezet, opnieuw ingesteld (reset).
Parameterlijst 98
Instrumenten/Basgeluidenlijst Appendix 99
Instrumenten/Basgeluidenlijst 100
Instrumenten/Basgeluidenlijst Appendix 101
Preset Drumkit Lijst 102
Preset drumkit lijst Appendix 103
Preset drumkit lijst 104
Preset drumkit lijst Appendix 105
Preset drumkit lijst 106
Preset drumkit lijst Appendix 107
Preset drumkit lijst 108
Preset drumkit lijst Appendix 109
Preset Patronen lijst 110
Preset Patronen lijst Appendix 111
Appendix 113
Specificaties Maximale polyfonie Stroomvoorziening 20 stemmen DC9V: droge batterij x 6, AC adapter (PSA serie) * Afhankelijk van de gebruikte instrumenten en drumkits, kan de polyfonie lager zijn. Stroomverbruik 200mA of minder Instrumenten * Verwachte levensduur bij continu gebruik: Drum: 256 Carbon: ongeveer 2.5 uur Bas: 16 Alkaline: ongeveer 6 uur Deze cijfers zullen, afhankelijk van de werkelijke gebruiksomstandigheden, variëren.
Index A Assign Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82 Attack . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .83 B Basispatroon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50-51 Basis toonhoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .78 Bas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 Basgedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . .56-58, 62, 76, 78 Bastoon/klank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .36, 42, 83 BEAT . . . . . . .
Index Pattern Play Mode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40, 47 PCS-31 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 Pitch (toonhoogte) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .80 Polariteit schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 POLY . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .82 Polyfonie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 PRESET . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Preset patroon . . .
Notities… 117
Notities… 118
G6017449