Operation Manual

<3A> Realtime
Recording
uitvoeren
Hier selecteert u het patroon, en neemt u het op
zoals het wordt uitgevoerd.
* Wanneer u over een reeds opgenomen song
opneemt, zal de nieuw opgenomen data de oude
overschrijven. De oude data wordt afgedankt.
1. Selecteer het eerste patroon dat opge-
nomen gaat worden, terwijl de uitvoering
niet speelt.
Selecteer het patroonnummer met de
TEMPO/VALUE knop.
* U kunt het patroon ook selecteren door het
nummer met de numerieke toetsen in te voeren,
en op [
/ENTER
] te drukken.
As u de uitvoering met een fillpatroon wilt
laten beginnen, drukt u, nadat het patroon
geselecteerd is, op [FILL].
2. Houdt [REC] ingedrukt, en druk op
[START] om de opname te beginnen.
Het eerst geselecteerde patroon begint
gelijktijdig te spelen.
De tempo aanwijzer knippert op elke tel.
* Wanneer een fillpatroon geselecteerd is, zal dit
tot aan het eind worden afgespeeld, waarna de
uitvoering naar het basispatroon terugkeert.
* Hetzelfde patroon blijft opgenomen worden,
totdat het volgende patroon geselecteerd is.
3. Selecteer het volgende patroon dat opge-
nomen gaat worden.
Selecteer het patroonnummer met de
TEMPO/VALUE knop.
* U kunt het patroon ook selecteren door het
nummer met de numerieke toetsen in te voeren,
en op [
/ENTER
] te drukken.
U kunt fillpatronen opnemen, door tijdens
de opname op [FILL] te drukken.
Het fillpatroon wordt tot aan het einde
afgespeeld, en daarna keert de uitvoering
naar het basispatroon terug.
Daarnaast kunt u op [FILL] drukken
wanneer de laatste tel van een patroon
wordt afgespeeld, zodat het fillpatroon
vanaf het begin van het volgende patroon
wordt opgenomen.
* Ofschoon het fillpatroon gespeeld wordt als
[FILL] tijdens de opname wordt ingedrukt, zal
het tijdens het afspelen aan het begin van het
patroon worden gespeeld.
4. Herhaal stap 3 zo vaak als nodig, om alle
patronen voor één song op te nemen.
Wanneer 250 patronen bereikt zijn,
verschijnt het “PTN FULL” bericht, en stopt
de opname automatisch.
5. Druk op [STOP/CONT] om de opname te
beëindigen.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode)
65
Hoofdstuk 4
Opnemen met gebruik van een
voetschakelaar
Wanneer een voetschakelaar is aangesloten,
kunt u deze voor de [START],
[STOP/CONT], en [FILL] handelingen
gebruiken.
Voor meer informatie over het instellen van
de functies die met de voetschakelaar
gebruikt worden, zie “Functies aan de voet-
schakelaars toewijzen” (p. 77).