Operation Manual

■ Realtime Recording
binnen een song starten
U kunt Realtime Recording vanaf een ander
punt dan aan het begin van de song starten.
Dit is gemakkelijk wanneer u patronen in
langere songs wilt invoegen.
1. Terwijl de uitvoering niet speelt, drukt u
op [

] [

/ENTER
] om de maat waarop de
opname moet beginnen aan te geven.
* Wanneer een patroon van twee maten wordt
opgenomen, kunt u de tweede maat van ieder
patroon niet specificeren.
2. Houdt [REC] ingedrukt, en druk op
[START].
De opname begint vanaf de op dat moment
geselecteerde maat.
De tempo aanwijzer knippert op elke tel.
3. Wanneer u de maat vòòr de maat die u
wilt vervangen bereikt, selecteert u het
volgende patroon dat opgenomen gaat
worden.
Draai aan de TEMPO/VALUE knop om het
patroonnummer te selecteren.
* U kunt het patroon ook selecteren door het
nummer met de numerieke toetsen in te voeren,
en op [

/ENTER
] te drukken.
4. Wanneer het vervangende patroon is
opgenomen, drukt u op [STOP/CONT] om
de opname te beëindigen.
* Als er geen patroonnummer als zijnde het
vervangende patroon is ingevoerd, zal het reeds
opgenomen patroon worden gespeeld.
■ Patronen aan het eind
van de song toevoegen
U kunt Realtime Recording aan het eind
van een opgenomen song beginnen om
meer patronen aan de song toe te voegen.
1. Terwijl de uitvoering niet speelt, houdt u
[SHIFT] ingedrukt, en drukt u op
[

/ENTER
].
Hiermee springt u naar de maat, die op de
laatste maat van de song volgt.
2. Selecteer een patroon om toe te voegen.
Draai aan de TEMPO/VALUE knop om het
patroonnummer te selecteren.
* U kunt het patroon ook selecteren door het
nummer met de numerieke toetsen in te voeren,
en op [

/ENTER
] te drukken.
3. Houdt [REC] ingedrukt en druk op
[START].
De opname begint vanaf het maatnummer,
volgend op de laatste maat van de song,
terwijl het door u geselecteerde toege-
voegde patroon begint te spelen.
De tempo aanwijzer knippert op elke tel.
* Hetzelfde patroon blijft opgenomen worden,
totdat het volgende patroon geselecteerd is.
4. Selecteer het volgende patroon dat u wilt
opnemen.
5. Herhaal stap 4 wanneer nodig, om meer-
dere patronen op te nemen.
* De opname stopt automatisch na 250 maten.
6. Druk op [STOP/CONT] om de opname te
beëindigen.
Hoofdstuk 4 Songs opnemen en bewerken (Song Edit Mode)
67
A
1
Measures You Can Specify
234567
BABAAB
Pattern 1 Pattern 2
Pattern
3
Pattern 4
measure
Hoofdstuk 4
Maat
Maten die u kunt specificeren