Operation Manual

Procedure
1. Terwijl de uitvoering niet speelt, houdt u
[SHIFT] ingedrukt en drukt u op Key Pad
13 (UTILITY).
De DR-670 schakelt naar de Utility mode
over.
2. Druk op [
] [
/ENTER
] om de parameter,
met de instellingen die u wilt veranderen,
te selecteren.
3. Verander de waarde van de instelling met
de TEMPO/VALUE knop
4. Herhaal stappen 2 en 3 zo vaak als nodig.
Schakelen tussen
klinkende en stille stukken
drum- en basgedeeltes
(Output Part)
ALL: zowel het drumgedeelte als het basge-
deelte worden gespeeld
DRUM: het drumgedeelte wordt gespeeld, en
het basgedeelte is stil (mute)
BASS: het basgedeelte wordt gespeeld, en het
drumgedeelte is stil (mute)
* Output Part instellingen worden niet opge-
slagen. Wanneer de DR-670 wordt uitgezet,
keert de functie altijd naar “ALL” terug.
* Alleen bij het afspelen van patronen werken de
Output Part instellingen. Ze werken niet als u
met de pads speelt.
76
(Foot Switch 2)
(Roll Type)
(Flam Interval)
(Flam Ratio)
(Pad Sensitivity)
(Click Level)
(Click Beat)
(Master Tune)
(Foot Switch 1)
(Output Part)
Schakelen tussen klinkende en tijdelijk stille
(mute) drum- en basgedeeltes (Output Part)
Functies aan de voetschakelaars toewijzen
Het roffel interval veranderen (Roll Type)
De flam instellingen veranderen (Flam
Interval, Flam Ratio)
De gevoeligheid van het Key Pad
aanpassen (Pad Sens)
De metronoominstellingen veranderen
(Click Level, Click Beat)
Het basgedeelte stemmen (Master Tune)
In de Utility mode kunt u de volgende instellingen maken:
Hoofdstuk 7 Uw instellingen (Set-up) aanpassen (Utility Mode)