Operation Manual

Bewerkingsprocedure
1. Voor het bewerken van een drumgedeelte
drukt u op [DRUM A/B], en specificeert u
drumbank A of B. Voor het bewerken van
een basgedeelte drukt u op [BASS] om het
basgedeelte te specificeren.
2. Wanneer een drumgedeelte bewerkt
wordt, specificeert u het Key Pad dat
bewerkt gaat worden, door het betref-
fende Pad in te drukken.
Deze stap is voor het bewerken van een
basgedeelte niet vereist.
* Bij het basgedeelte kunt u geen individuele Key
Pads bewerken.
3. Druk op [
] [
/ENTER
] om de instelling
(parameter) die u wilt veranderen te speci-
ficeren.
4. Met de TEMPO/VALUE draaiknop veran-
dert u de instellingswaarde.
5. Herhaal stappen 3 en 4 zo vaak als nodig.
Tijdens het bewerken van drumgedeeltes
begint u vanaf stap 2, als u andere Key
Pads aan het bewerken bent.
Hoofdstuk 8 Uw eigen favoriete Drumkits creëren (Drumkit Edit Mode)
De drumgedeeltes
bewerken
De aan de Key Pads
toegewezen geluiden
selecteren (Instrument)
Hiermee worden de instrumenten die aan de
Key Pads worden toegewezen geselecteerd.
Voor meer informatie over de instrumenten die
geselecteerd kunnen worden, zie “Instru-
menten/Basgeluidenlijst” (p. 99).
* Voor de drumgedeeltes kunt u geen bastonen
selecteren.
Het volume instellen (Level)
Hiermee wordt het volumeniveau van elk
instrument ingesteld. De velocity waarmee
u de Key Pads werkelijk intikt, wordt door
het hier ingestelde niveau veranderd.
Geldige instellingen: 0-15
De toonhoogte instellen (Pitch)
Hiermee wordt de toonhoogte van elk instru-
ment, in eenheden van 10 cent ingesteld.
Geldige instellingen: -1200- +1200
Positieve (+) waardes:
De toonhoogte wordt verhoogd als de
waarde toeneemt; een toename van 100
cent verhoogt de toonhoogte met een
halve stap (halve toon).
0: de originele toonhoogte wordt gebuikt.
Negatieve (-) waardes:
De toonhoogte wordt verlaagd als de
waarde toeneemt; een toename van 100
cent verlaagt de toonhoogte met een
halve stap (halve toon).
80