Operation Manual
Table Of Contents
- Introductie
- HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
- Belangrijke opmerkingen
- Benamingen en functies
- Voordat u gaat spelen
- Spelen
- Spelen met een verscheidenheid aan geluiden
- De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (Key Touch)
- Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen (Reverb effect)
- De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Transpose)
- Spelen met twee gestapelde Tones (Dual Play)
- Spelen met verschillende Tones in de linker en rechterkanten van het toetsenbord (Split)
- Spelen met de metronoom
- Een aftelling laten klinken om de timing accuraat te houden
- Songs afspelen
- Opnemen
- Uw uitvoering opslaan
- Verscheidene instellingen
- Basisbediening in de Functie modus
- Aan geluid gerelateerde instellingen
- Toetsenbord instellingen
- Pedal instellingen
- Instellingen voor stemming
- Instellingen voor piano geluiden
- Instelling voor de aftelling
- Instellingen voor het afspelen van een Song
- MIDI instellingen
- Overige instellingen
- De knoppen uitschakelen (Panel Lock)
- Andere apparaten aansluiten
- Probleemoplossing
- Storingsmeldingen
- Tone lijst
- Interne Song lijst
- Parameters die met Memory Backup worden opgeslagen opgeslagen
- MDI Implementatiekaart
- Hoofdspecificaties
- Index

44
Verscheidene instellingen
1.
Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2. Druk op de [E. Piano] knop en houd deze
ingedrukt, en gebruik de [+] of [-] knop om ‘MAS’
te selecteren.
3. Laat de [E. Piano] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
U kunt het geluid levendiger maken, met een superieure
helderheid en geprononceerdheid.
fig.Panel-Dynamics-e.eps
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2. Houd de [E. Piano] knop ingedrukt, en gebruik de
[+] of [-] knoppen om ‘dYn’ in het scherm te laten
verschijnen.
Als u uw vinger van de knop neemt, wordt het type
dynamische geluidsregeling in het scherm getoond.
3. Gebruik de [-] [+] knoppen om de gewenste
geluidsregeling instelling te selecteren.
4. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
U keert naar het normale scherm terug.
U kunt de Memory Backup functie gebruiken om
deze instelling in het interne geheugen op te
slaan (p.56).
Bij sommige geluiden kan dit vervorming
veroorzaken.
Dynamics Sound Control is niet van invloed op
geluid van de Input Jack of het geluid van de
externe apparaten die op de MIDI Out
aansluiting zijn aangesloten.
Instelling Uitleg
–10~0~10
Hiermee wordt het niveau van de F-110
aangepast. Negatieve waardes reduceren
het volume, terwijl positieve waardes het
volume verhogen.
Stel deze parameter altijd zo in, dat
vervorming wordt voorkomen.
Het geluid levendiger maken
(Dynamics Sound Control)
Instelling Uitleg
OFF Dynamic Sound Control is uitgeschakeld.
1 (Sharp)
Creëert een geluid met een versterkte bas
en Treble.
2 (Clear)
Produceert een geluid met akkoorden in de
lage registers die helder en geprononceerd
zijn.
3 (Power) Creëert een geluid met een versterkte bas.
NOTE
NOTE