Operation Manual
Table Of Contents
- Introductie
- HET APPARAAT OP EEN VEILIGE MANIER GEBRUIKEN
- Belangrijke opmerkingen
- Benamingen en functies
- Voordat u gaat spelen
- Spelen
- Spelen met een verscheidenheid aan geluiden
- De aanslaggevoeligheid van het toetsenbord aanpassen (Key Touch)
- Weerkaatsing aan de geluiden toevoegen (Reverb effect)
- De toonsoort van het toetsenbord veranderen (Transpose)
- Spelen met twee gestapelde Tones (Dual Play)
- Spelen met verschillende Tones in de linker en rechterkanten van het toetsenbord (Split)
- Spelen met de metronoom
- Een aftelling laten klinken om de timing accuraat te houden
- Songs afspelen
- Opnemen
- Uw uitvoering opslaan
- Verscheidene instellingen
- Basisbediening in de Functie modus
- Aan geluid gerelateerde instellingen
- Toetsenbord instellingen
- Pedal instellingen
- Instellingen voor stemming
- Instellingen voor piano geluiden
- Instelling voor de aftelling
- Instellingen voor het afspelen van een Song
- MIDI instellingen
- Overige instellingen
- De knoppen uitschakelen (Panel Lock)
- Andere apparaten aansluiten
- Probleemoplossing
- Storingsmeldingen
- Tone lijst
- Interne Song lijst
- Parameters die met Memory Backup worden opgeslagen opgeslagen
- MDI Implementatiekaart
- Hoofdspecificaties
- Index

47
Verscheidene instellingen
Als u het demper pedaal tijdens Dual Performance of Split
Performance indrukt, wordt het demper pedaal effect
gewoonlijk op beide geluiden toegepast, maar u kunt ook
selecteren op welk geluid het effect toegepast zal worden.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2. Druk op de [Strings] knop en houd deze ingedrukt,
en gebruik de [+] of [-] knop om ‘dPr’ te selecteren.
3. Laat de [Strings] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Als u de stroom aanzet, functioneert het linker pedaal als het
soft pedaal, en het middelste pedaal als het sostenuto pedaal
(p.19).
U kunt de functie van het pedaal in een verscheidenheid aan
andere operaties veranderen.
1. Houd de [Reverb] knop ingedrukt en druk op de
[Transpose] knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm weergegeven, en u bevindt
zich in de Functie modus.
2. Houd de [Strings] knop ingedrukt, en gebruik de [-]
[+] knoppen om het pedaal waarvan u de functie
wilt veranderen te selecteren.
: Middelste pedaal
: Linker pedaal
3. Laat de [Strings] knop los om de huidige instelling
te bekijken.
4. Gebruik de [-] [+] knoppen om de instelling te
veranderen.
5. Druk op de [Reverb] of [Transpose] knop om de
Functie modus te verlaten.
Pedal instellingen
De manier waarop het pedaal wordt
toegepast veranderen (Damper Pedal
Part)
Instelling Uitleg
Alle ingeschakeld
Alleen op Tone 1 toegepast (in Dual
modus/rechterhand Tone (in Split modus)
Alleen op Tone 2 toegepast (in Dual
modus/linkerhand Tone in Split modus)
De manier waarop de pedalen werken
veranderen (Center/Left Pedal functie)
Instelling Uitleg
Sostenuto
Stelt de functie op sostenuto pedaal in.
(Alleen instelbaar voor het middelste pedaal)
Soft
Stelt de functie op soft pedaal in.
(Alleen instelbaar voor het linker pedaal)
Effects Switch
Effecten kunnen aan en uitgezet worden door
het pedaal in te drukken.
Als het effect type Rotary is, kunt u de snelheid
van ronddraaien besturen.
Het meest geschikte type effect wordt voor elk
geluid geselecteerd.
Play/Stop
Het pedaal heeft dezelfde functie als de
[ ] knop.
Layer
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt Tone 2,
gebruikt voor Dual Performance, gestapeld.
De Layer functie kan alleen tijdens Dual Play
worden toegepast.
Octave
Als het pedaal wordt ingedrukt, wordt een
geluid op een octaaf hoger toegevoegd.
* De Octave functie kan niet worden toegepast,
terwijl Twin Piano, Dual Play of Split Play in
gebruik is.