Operation Manual
73
Het geluid in Realtime wijzigen
Overzicht Geluid1 Geluid2 Geluid3 Pad Sampler
Menu/systeem
AppendixSequencer
Pad Trigger (aan Pad gerelateerde 
instellingen)
U kunt de D Beam controller gebruiken om de Pads te besturen, als 
alternatief voor het fysiek indrukken van de Pads zelf.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op D BEAM [PAD TRIG-
GER].
2.
Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen, 
en draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] 
om de instelling te maken.
3.
Druk op [EXIT] om het venster te sluiten.
Beam Trigger Pad
Specificeert het Pad nummer dat door de D Beam wordt beïnvloed.
Waarde
: Pad 1- Pad 16.
Beam Trigger Velo (beam Trigger Velocity)
Specificeert de sterkte van het Pad geluid dat door de D Beam con-
troller wordt gespeeld.
Waarde
: 1-127
Beam Trigger Mode
Dit specificeert hoe de D Beam zich zal gedragen wanneer deze 
belemmerd wordt. Als dit op MOMENTARY staat, zal de parameter 
alleen aan zijn als de D Beam belemmerd wordt, en zal uitgezet wor-
den als u de belemmering wegneemt.
Als dit op LATCH is ingesteld wordt de parameter afwisselend aan 
en uitgezet, elke keer dat de D Beam belemmerd wordt.
Waarde
: MOMENTARY, LATCH
Als Live mode geselecteerd is, worden PAD trigger instellingen 
voor elke live set onafhankelijk opgeslagen, als onderdeel van 
de Live set instellingen.
Op die manier kunt u live sets creëren die effectief gebruikma-
ken van controller instellingen. Hetzelfde geldt voor de Studio 
mode, waar deze instelling als onderdeel van de studio set 
wordt opgeslagen.
Als Single mode geselecteerd is wordt dit als onderdeel van de 
systeeminstellingen opgeslagen. Als u de instellingen wilt 
opslaan, drukt u op [F7 (Sys Write)].
Op de Fantom-G kunt u een mono synthesizer spelen, waarvan de 
toonhoogte door de D Beam wordt bestuurd.
1.
Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op D BEAM [SOLO SYNTH].
2.
Verplaats de cursor naar de parameter die u wilt instellen, 
en draai aan de VALUE draaiknop of druk op [INC] [DEC] 
om de instelling te maken.
3.
Als u de instellingen wilt opslaan, drukt u op [F7 (Sys 
Write)].
Druk op [EXIT] om het Solo Synth venster te sluiten.
Instellingen voor de Solo Synth worden als systeeminstellingen 
opgeslagen.
In dit scherm wordt de naam van de parameter, die door de 
cursor is geselecteerd, in het ‘ ’ gebied, links 
onder in het scherm getoond. De huidige waarde van de instel-
ling wordt hier ook getoond.
OSC 1 / 2 Waveform
Selecteert de golfvorm. 
SAW
 is een zaagtand golf, en 
SQR
 is een 
vierkante golf.
Waarde
: SAW, SQR.
OSC 1 / 2 Pulse Width
Specificeert de vorm van de golf. Door de puls cyclisch te wijzigen 
kunnen subtiele veranderingen in het geluid gecreëerd worden.
* De Pulse Width wordt geactiveerd als ‘SQR’ is geselecteerd voor de 
OSC1/2 golfvorm.
Waarde
: 0-127
LFO Osc 1 Pulse Width Depth
Specificeert de diepte waarmee de LFO de OSC1 golfvorm zal 
moduleren.
* De Pulse Width wordt geactiveerd als ‘SQR’ is geselecteerd voor de 
OSC1/2 golfvorm.
Waarde
: -63 - +63
LFO Osc 2 Pulse Width Depth
Specificeert de diepte waarmee de LFO de OSC2 golfvorm zal 
moduleren.
* De Pulse Width wordt geactiveerd als ‘SQR’ is geselecteerd voor de 
OSC1/2 golfvorm.
Waarde
: -63 - +63
Instellingen voor de D Beam 
controller maken










