Operation Manual

17
Multisample bewerkingsfuncties
Nadat u een multisample heeft bewerkt, ver-
schijnt ‘*’ naast de naam van de multisample.
Wees erop bedacht, dat als u de stroom uitzet of
een ander scherm selecteert terwijl de ‘*’ indica-
tie wordt weergegeven, de veranderingen die u
op de multisample heeft aangebracht verloren
zullen gaan.
fig.04-35
1. In het Multisample Edit scherm drukt u
op [SHIFT], zodat dit oplicht en druk dan
op .
Het Multisample Name scherm zal
geopend worden.
fig.04-36
2. Geef de multisample een naam.
* Meer over een naam toewijzen vindt u bij ‘Een
naam toewijzen’ (Gebruikershandleiding,
p.39).
3. Als u een naam heeft ingevoerd, drukt u
op [ENTER].
De opslagbestemming zal verschijnen.
fig.04-37
4. Draai aan de VALUE knop of gebruik
of om het multisample
nummer te selecteren.
5. Druk op [ENTER].
In een bericht wordt u gevraagd de Write
operatie te bevestigen.
fig.04-38
6. Druk op [ENTER] om de data op te
slaan.
Druk op [EXIT] om te annuleren.
Zet nooit de stroom uit, terwijl data wordt
geschreven.
Een multisample opslaan