Operation Manual

46
Het installeren en instellen van de Driver (Windows)
Driver installatie
Gebruikers van Windows XP
1.
Start Windows, terwijl de GI-20 niet is aangesloten.
Ontkoppel alle USB kabels, behalve een USB toetsenbord en een USB muis (als u deze gebruikt).
2.
Open het "System Properties" dialoogvenster.
1) Klik op het Windows "Start" menu, en selecteer "Control Panel" uit het menu.
2) Klik op "Performance and Maintenance" in "Pick a category".
3) Klik op het "System" icoon in "of kies een Control Panel icon".
3.
Klik op de [Hardware] tab, en klik daarna op [Driver Signing].
Open het Driver Signing Options dialoogvenster.
fig.d02
4.
Zorg dat "What action do you want Windows to take?" is ingesteld op [Ignore].
fig.d03
Klik gewoon op [OK] als deze al op "Ignore" is ingesteld. Als het niet op "Ignore" is ingesteld,
onthoud dan de huidige instelling ("Warn" of "Block"). Verander de instelling naar "Ignore"
en klik op [OK].
De installatieprocedure verschilt, en hangt af van het systeem dat u gebruikt.
Ga verder met één van de volgende secties, afhankelijk van het systeem.
Gebruikers van Windows XP ........................ (p. 46)
Gebruikers van Windows 2000 .................... (p. 51)
Gebruikers van Windows Me/98 .................. (p. 55)
Als u Windows XP
Professional gebruikt, dient u
in te loggen met een usernaam
van het administratief account-
type (zoals b.v.
Administrator). Voor details
over user accounts, raadpleeg
a.u.b. de systeembeheerder
van uw computer.
Afhankelijk van hoe uw
systeem is ingesteld, kan het
Systems icoon direct worden
afgebeeld op het Control Panel
(het Classic display). In dit
geval dubbelklikt u op het
System icoon.
Als u "What action do you
want Windows to take?" in
stap 4 hebt veranderd, dient u
de vorige instelling te
herstellen, nadat u de driver
hebt geïnstalleerd.
Als u "What action do you
want Windows to take?" hebt
veranderd (p. 50).