Operation Manual

Handleiding Snijtest met behulp van het bijgeleverde materiaal
21
Stap 4: Oorsprong instellen
Met de instelling van de oorsprong bepaalt u waar het
object wordt uitgesneden. Als u al een snijtest doorge-
voerd hebt, moet u de snijwagen naar een plaats bren-
gen waar er nog niets is uitgesneden. Met deze aanpak
gebruikt u het materiaal namelijk op de zuinigste ma-
nier.
Werkwijze
A Breng de snijwagen met
naar de linkerrand.
Schuif het materiaal met naar achteren. De sporen
van de vorige snijtest moeten zich vóór de mesbescher-
mer bevinden.
B Houd [ORIGIN] minstens één seconde ingedrukt.
Aanvankelijk knippert pagina 1. Eens de instellingen
voltooid zijn, verschijnt pagina 2. Nu is alles voor het
uitsnijden voorbereid. Vervolg met “Stap 5: Snijdata
aanmaken” (blz. 21).
Stap 5: Snijdata aanmaken
Gebruik het Windows-programma “CutStudio” voor
de aanmaak van het object (de snijdata).
Belangrijk! Als u onder Windows 2000/XP werkt, moet u
aanloggen als “beheerder”.
Start CutStudio.
A Klik op [Start] en kies [Alle programma’s] (of
[Programma’s]).
B Kies [Roland CutStudio] en klik op [CutStudio].
Stel het snijbereik in.
A Klik op [File] en vervolgens op [Cutting Setup].
De [Cutting Setup]-pagina verschijnt.
B Kies “Roland GX-24” voor [Name].
C Klik op [Properties].
Mesbeschermer
Het mes beweegt langsheen deze lijn. Door de oor-
sprong hier te definiëren zorgt u dat dit het snijge-
bied wordt.
ORIGIN SET
20cm/s
50 gf 0.250mm ∆A
Pagina 1
Pagina 2
B
C