Operation Manual

105
Een song opnemen (Audio Track)
*U kunt ook de SOUND MODIFY 1-4 knoppen gebruiken om de
waarde van de corresponderende parameters te bewerken.
• 01: EQUALIZER
Bepaalt de toon van het lage en hoge frequentiebereik.
• 02: ENHANCER
Verandert de harmonische inhoud van het hoge
frequentiebereik om sprankel aan het geluid te geven.
• 03: COMPRESSOR
Beperkt hoge niveaus en versterkt lage niveaus om het
algemene volume consistenter te maken.
• 04: LIMITER
Comprimeert het geluid, wanneer het een bepaald volume
overschrijdt, om storing van het geluid te voorkomen.
• 05: NOISE SUPPRESSOR
Voorkomt storing tijdens stille periodes.
• 06: CENTER CANCELER
Verwijdert de geluiden, die zich in het midden van de stereo
input bevinden. Dit is een gemakkelijke manier om een stem te
verwijderen.
Als u naar het INPUT FX SETUP scherm gaat, gaan de indica-
tors links van de SOUND MODIFY 1-4 knoppen uit, nu bewerkt
u met deze knoppen de parameters van het input effect. Als u
nog een keer op de knop drukt om de indicators op te laten lich-
ten, krijgen de knoppen hun normale functies terug. Wanneer u
het Input Effect Setup scherm verlaat, keert de indicator auto-
matisch terug naar de voorgaande staat (opgelicht).
5. Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren.
Hier leest u, hoe u de input van een AUDIO INPUT jack of van de
interne geluidsgenerator opneemt.
1. Druk op SONG RECORDER [AUDIO TRACK].
Het AUDIO TRACK scherm verschijnt.
2. Druk op [REC].
De [REC] indicator gaat knipperen, en het Audio Rec Standby
venster verschijnt.
3. Gebruik het Audio Rec Mode (Audio Recording Mode) veld
om de opnamemethode te selecteren, die u wilt gebruiken.
Gebruik [ ][ ] om de cursor naar Audio Rec Mode te
verplaatsen, en draai aan de VALUE draaiknop of gebruik
[INC][DEC] om de gewenste opnamemethode te selecteren.
• SOLO
De interne geluidsgenerator speelt als normaal, en alleen het
geluid van de externe audio input wordt opgenomen.
U kunt geen effecten op de externe audio input toepassen.
• RE-SAMPLING
Het geluid van de interne geluidsgenerator (inclusief de audio
tracks) wordt opgenomen. De externe audio input klinkt niet.
Het volume van een re-samplede phrase kan minder zijn dan
het originele volume. Gebruik, wanneer nodig Normalize (p.
121) om het volume te verhogen.
Audio tracks, waarvan de Audio Track Output Assign (p. 111)
parameter op MON (Monitor) is ingesteld, worden niet
opgenomen.
• AUDIO MERGE
Meerdere audio tracks worden tot één audio track
gecombineerd.
Zie voor meer details Meerdere audio tracks tot één track
combineren (AUDIO MERGE) (p. 106).
4. Gebruik het Audio Rec Count In (Audio Recording Count In)
veld om te bepalen, hoe u wilt dat het opnemen begint.
Gebruik [ ][ ] om de cursor naar Audio rec Count In te
verplaatsen, en draai aan de VALUE draaiknop of gebruik
[INC][DEC] om de gewenste instelling te kiezen.
• OFF
Het opnemen start, wanneer u op [PLAY] drukt.
•1 MEAS
Wanneer u op [PLAY] drukt, is er een count-in (playback),
dieéén maat voor het recording start point begint. Het opnemen
begint, wanneer u het recording start point bereikt.
Parameter Bereik Uitleg
Low Freq 200, 400 Hz Middelste frequentie van het
lage frequentiebereik.
Low Gain -15–+15 dB Hoeveelheid lage frequentie
versterking/vermindering
High Freq 2000, 4000, 8000 Hz Middelste frequentie van het
hoge frequentiebereik.
High Gain -15–+15 dB Hoeveelheid hoge frequentie
versterking/vermindering
Parameter Bereik Uitleg
Sens 0–127 Diepte van het enhancer effect
Mix 0–127 Volume van de gegenereerde harmoniek
Parameter Bereik Uitleg
Attack 0–127 Hoe lang het duurt vanaf, wanneer de in-
put lager dan de Threshold wordt, tot
wanneer de compressie stopt
Threshold 0–127 Volumeniveau waarop compressie be-
gint
Post Gain 0–+18 dB Niveau van het uitgevoerde geluid
Parameter Bereik Uitleg
Release 0–127 Hoe lang het duurt vanaf, wanneer de in-
put daalt, tot onder de Threshold, tot het
comprimeren begint
Threshold 0–127 Volumeniveau, waarop het comprimeren
begint
Post Gain 0–+18 dB Niveau van het uigevoerde geluid
Parameter Bereik Uitleg
Threshold 0–127 Volume, waarop het effect begint.
Release 0–127 Hoe lang het duurt vanaf, wanneer het ef-
fect begint, totdat het volume nul bereikt.
Parameter Bereik Uitleg
Ch Balance -50– +50 Volumebalans van de L (linker) en R
(rechter) kanalen voor het verwijde-
ren van het geluid.
Bereik Low 16–15000 Hz Onderste frequentie limiet van de
band, die verwijderd moet worden
Bereik High 16–15000 Hz Bovenste frequentie limiet van de
band, die verwijderd moet worden
Een audio track opnemen
(SOLO/RE-SAMPLING)