Operation Manual

110
Een song bewerken (Audio Track)
De geselecteerde audio track wordt gewist. (De track naam en
setup data keert ook naar de standaard instellingen terug.)
3. Druk op [F6 (SELECT)].
U wordt om bevestiging gevraagd.
4. Druk op [F6 (EXEC)].
* Druk op [F5 (CANCEL)] om te annuleren.
* Deze bewerking verandert de lengte van de song niet.
Hier leest u, hoe u een naam aan een audio track toewijst (u kunt
maximaal twaalf tekens gebruiken).
1. Gebruik [ ][ ][ ][ ] om de audio track te selecteren.
2. Druk op [F2 (TRK NAME)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het AUDIO TRACK NAME scherm verschijnt.
3. Wijs de gewenste naam toe.
* Zie voor meer informatie over het toewijzen van namen p. 24.
4. Druk op [F6 (WRITE)] om de naam te bevestigen.
Met deze bewerking kunt u de geselecteerde sample event wissen,
en unloaden uit de sample lijst.
1. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F3 (UNLOAD)].
U wordt om bevestiging gevraagd.
1. Druk op [F6 (EXEC)] om uit te voeren.
* Als u wilt annuleren, drukt u op [F5 (CANCEL)].
Met deze bewerking kunt u een regio specificeren, en vervolgens de
Performance van alle audio tracks en MIDI tracks in, die regio tot
een enkele track laten combineren.
Nadat u een sample op deze manier heeft gemaakt, kunt u hem op
uw computer opslaan, als de audio data voor een song.
1. Druk op [F4 (MIXDOWN)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
De [REC] indicator gaat knipperen, en het Mixdown Standby
venster verschijnt.
2. Specificeer in het Mixdown Standby venster de regio, die u
down wilt mixen.
Gebruik [ ][ ] om de cursor naar elke parameter te bewegen,
en draai aan de VALUE draaiknop of gebruik [INC][DEC] om
de waarde in te stellen.
Start Point
Bepaalt de maat, waarop de mixdown moet beginnen.
End Point
Bepaalt de maat, waarop de mixdown moet eindigen.
3. Druk op [PLAY] of [F6 (START)].
Het Mixdown Standby venster zal sluiten, en de [REC] indicator
gaat van knipperend naar opgelicht, en de mixdown begint.
Wanneer de mixdown begint, verschijnt het Mixdown venster.
Om het Mixdown venster te sluiten, drukt u op [F6 (CLOSE)] of
[PLAY].
Om het nogmaals te openen, drukt u op [PLAY].
4. De mixdown eindigt automatisch.
De [REC] indicator gaat uit.
U kunt ook op [STOP] drukken, voordat u het einde bereikt.
5. Het Mixdown Sample Assign venster opent.
Gebruik [STOP]+[BWD] (TOP), [BWD][FWD] of [curosr
[][][][] om de locatie in te stellen, waar de sample event
toegewezen moet worden.
6. Druk op [F6 (ASSIGN)].
Een sample event, dat de mixed-down sample afspeelt wordt
aan de audio track toegewezen, en u keert terug naar het vorige
scherm.
Als u op [F4 (UNLOAD)] drukt, wordt de sample, die u zojuist
mixed down heeft, gewist (unloaded). U wordt om bevestiging
gevraagd, druk op [F6 (EXEC)] om te bevestigen.
Als u de sample niet wilt toewijzen, noch wilt wissen, drukt u
op [F5 (CANCEL)].
* Zelfs als u op [F5 (CANCEL)] drukt, blijft de mixed-down sample in
de sample lijst staan.
Als het sample geheugen vol zit, zal de ‘Sample Memory Full’
error verschijnen. In dit geval kunt u onnodige sample data
wissen of meer geheugen installeren (p. 176).
1. Druk, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, op [F5 (Zoom <)]
(verminder) /[F6 (Zoom >)] (vergroot).
U kunt in/uit zoomen om twee tot tweeëndertig maten in het
scherm weer te geven.
Een audio track een naam geven
(Track Name)
Een sample unloaden (Unload Sample)
De inhoud van de tracks combineren
tot een enkel audio track (Mixdown)
Zooming In and Zooming Out in
the Display