Operation Manual

12
Paneelbeschrijvingen
[PART SELECT/TONE SW/SEL]
Wanneer u op deze knop drukt (licht op), zullen de categorie groep
knoppen functioneren als Part Select, Tone Switch of Tone Select
knoppen.
[RHYTHM]-[BASS]
Dit zijn categorie groep knoppen (alleen in Patch Mode).
Functieknoppen
([F1 (KBD/ORG)]-[F6 (VOCAL/PAD)])
Deze rij van zes knoppen onder het display worden gebruikt om
verschillende functies uit te voeren, tijdens het bewerken en andere
taken. De functies van deze knoppen hangen af van het scherm, dat
u geselecteerd heeft (p. 23).
VALUE draaiknop
Deze wordt gebruikt om waardes te veranderen. Als u aan de
VALUE draaiknop draait, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt,
verandert de waarde in grotere stappen (p. 24).
[DEC], [INC]
Deze worden gebruikt om waardes te veranderen. Als u op een van
de knoppen drukt, terwijl u de andere ingedrukt houdt, versnelt de
verandering van de waarde. Als u [SHIFT] ingedrukt houdt, terwijl
u op een van deze knoppen drukt, verandert de waarde in grotere
stappen (p. 24).
[ ], [ ], [ ], [ ]
Beweegt de cursorlocatie omhoog/omlaag/links/rechts (p. 24).
[SHIFT]
Deze knop wordt in combinatie met andere knoppen gebruikt om
verschillende functies uit te voeren.
[EXIT]
Keert terug naar het vorige scherm of sluit het geopende venster. In
sommige schermen zorgt deze knop ervoor, dat de functie, die
uitgevoerd wordt, afgebroken wordt.
[ENTER]
Gebruik deze knop om een bewerking uit te voeren.
SONG RECORDER
[AUDIO TRACK]
Deze knop brengt u naar het Audio Track scherm (p. 104, p. 108).
[TEMPO]
Stelt het tempo (BPM) in (p. 73, p. 79, p. 85, p. 88).
[LOOP]
Schakelt Loop Play aan/uit. Het loop instellingen scherm verschijnt,
wanneer u dit inschakelt (p. 86, p. 95).
AUDIO IN schuifknop
Dit stelt het niveau van AUDIO INPUT bij. Als u deze schuifknop
verplaatst, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, zal het Input Setting
scherm verschijnen (p. 104).
TRACK A1-A4 schuifknoppen
Deze schuifknoppen stellen het volume van elke audio track (stereo)
bij.
[BWD], [FWD]
Verplaatst de song positie naar de eerste beat van de vorige of
volgende maat (p. 85).
Wanneer het afspelen gestopt i,s kunt u op [BWD] drukken, terwijl u
[STOP] indrukt om de song positie naar het begin van de song terug
te laten keren. Als u hier tijdens het afspelen op drukt, keert u terug
naar het begin van de song, en stopt het afspelen.
[STOP]
Stopt de song recorder.
[PLAY]
Start de song recorder.
* Als het afspelen gestopt is, kunt u op [PLAY] drukken, terwijl u
[SHIFT] ingedrukt houdt om MIDI Update uit te voeren (p. 86).
[REC]
Het display verandert van het Recording Standby scherm (p. 88, p.
92, p. 105). Als u op deze knop drukt, terwijl u een MIDI track aan
het opnemen bent, wordt de Rehearsal functie geactiveerd (p. 92).
SOUND MODIFY
Draai aan deze knoppen om het geluid in realtime te bewerken of
om parameter waardes te veranderen.
Als u op de knop drukt, die zich links van de 1-4 knoppen bevindt,
verandert de verlichting van de indicators boven de knop. Dit
verandert de functies van de 1-4 knoppen (p. 30).
* Deze knop functioneert niet in Performance Mode.
De CUTOFF knop en de RESONANCE knop zijn gereserveerd voor
Cutoff Frequency en Resonance (p. 30).
Pitch Bend/Modulation hendel
Hiermee kunt u de Pitch Bend (toonverbuiging) bepalen of vibrato
toepassen (p. 16).
7
8
9
10