Operation Manual
125
Effecten toevoegen
In dit hoofdstuk worden de procedures en instellingen voor het
toevoegen van effecten in elke Mode uitgelegd.
Zie Over onboard effecten (p. 20) voor meer informatie over
de effecten van de JUNO-G.
De Onboard effecten van de JUNO-G kunnen als geheel worden aan-
en uitgezet. Zet deze instelling op OFF als u wilt luisteren naar het
onbewerkte geluid als u een geluid creƫert of als u externe effect
apparaten wilt gebruiken in plaats van de ingebouwde effecten.
* Effect ON/OFF instellingen gelden voor de hele JUNO-G. Deze
instellingen kunnen niet voor individuele Patches of Performances
worden gemaakt.
1. Druk op EDIT [EFFECTS] om naar het EFFECT ROUTING
scherm te gaan.
fig.Routing*
2. Druk op [F6 (SWITCH)].
Het EFFECT SWITCH venster verschijnt.
fig.FxSw
3. Druk op [F1 (MFX1)]-[F6 (MASTER)] om elk effect aan en uit
te kunnen zetten.
De schakelaar gaat automatisch aan/uit als u de knop indrukt.
4. Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm te gaan.
Als u naar het PLAY scherm terug gaat, worden de effecten in
het volgende gedeelte getoond.
fig.FxSw2
1. Selecteer het geluid, waarop u effecten in de juiste Mode
wilt toepassen.
2. Druk op EDIT [EFFECTS] naar het EFFECT ROITING scherm
te gaan.
3. Druk op [F1 (MFX1)]-[F6 (MASTER)] om het effect te
selecteren, dat u wilt bewerken.
4. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC], om het
gewenste effect type te kiezen.
5. Gebruik [ ][ ][ ][ ] om de cursor te bewegen naar de te
wijzigen parameter.
6. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om de waarde,
die u wenst te krijgen.
7. Druk op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te gaan.
* U kunt de effecten van Patches van de GM groep niet bewerken.
Aan en uitzetten van
effecten
Maken van effect
instellingen