Operation Manual

18
Overzicht van de JUNO-G
gebruiken om een effect op de WG (toonhoogte), de TVF (filter) of de
TVA (volume) toe te passen. Wanneer u een LFO op de WG
toonhoogte toepast, wordt er een vibrato effect geproduceerd.
Wanneer u een LFO op de TVF cutoff frequentie toepast, produceert
dit een wah effect. Wanneer u een LFO op het TVA volume toepast,
produceert dit een tremolo effect.
De Ritmes (percussie geluiden) bevatten geen LFO.
Patches
Patches zijn de basis geluidsconfiguraties, die u tijdens een Perfor-
mance afspeelt. Elke Patch kan geconfigureerd worden door vier
tonen te combineren. Hoe de vier tonen gecombineerd worden,
wordt bepaald door de Structure Type parameter (p. 34).
fig.Patch.e
Ritme sets
Ritme sets zijn groepen van een aantal verschillende percussie
geluiden. Omdat percussie instrumenten normaliter geen melodieën
afspelen, is het niet nodig dat een percussie instrument in een
toonschaal op het keyboard bespeelt wordt. Het is echter belang-
rijker dat zoveel mogelijk precussie instrumenten tegelijk
beschikbaar zijn. Hiervoor produceert elke toets (nootnummer) van
een Ritme set een ander percussie instrument.
fig.RitmeSet.e
Elk percussie instrument bestaat uit de volgende vier elementen:
(Zie voor meer informatie de toelicihting van ‘Tonen’.)
WG (Wave generator): 1-4
TVF (Time variant filter)
TVA (Time variant amplifier)
Envelope
Performances
Een Performance heeft een Patch of Ritme set toegewezen aan alle 16
Parts, en kan tegelijk zestien geluiden behandelen.
De Performances van de JUNO-G worden via twee schermen
bestuurd: een Play scherm en een Part mixer scherm (p. 58).
Gebruik het PLAY scherm als u twee of meer Patches tegelijk wilt
bespelen (Layer) of verschillende Patches op verschillende delen van
het keyboard wilt bespelen (Split).
Gebruik het MIXER scherm als u wilt ‘mixen’ door de pan en level
instellingen voor elk van de zestien Parts individueel bij te stellen.
Omdat de geluidsgenerator van de JUNO-G meerdere geluiden kan
behandelen, wordt hij een Multi-timbrale geluidsgenerator
genoemd.
fig.Performance.e
Part
Op de JUNO-G is een ‘Part’ iets dat u aan een Patch of Ritme set
toewijst. In de Patch Mode kunt u een Patch of Ritme set aan het
keyboard toewijzen. In Performance Mode heeft elke Performance
zestien Parts, en u kunt een Patch of Ritme set aan elke Part
toewijzen.
Patch
Tone 4
Tone 3
Tone 2
Tone 1
WG
Pitch
Envelope
TVF
TVF
Envelope
TVA
Envelope
TVA
LFO 1 LFO 2
Nootnummer 98 (D7)
Nootnummer 97 (C#7)
Nootnummer 36 (C2)
Nootnummer 35 (B1)
Rhythm toon (Percussie intrument geluid)
Rhythm set
WG
Pitch
Envelope
TVF
TVF
Envelope
TVA
Envelope
TVA
Performance
Part 16
Part 1
Patch/
Rhythm set
LAYER/SPLIT
MIXER