Operation Manual

34
Een Patch creëren
* Wanneer TYPE 2-10 geselecteerd is en van verschillende tonen één uitgeschakeld is, zal de andere toon ongeacht de weergegeven instelling als TYPE 1
klinken.
* Als u het keyboardgedeelte beperkt, waarin een toon hoorbaar wordt (Keyboard bereik, p. 37) of u het bereik van de aanslaggevoeligheid beperkt (Velocity
bereik, p. 38), leidt dit bij deze bereikgedeeltes tot een situatie waarin de toon niet klinkt en het geluid net zo is alsof de toon uitgeschakeld is. Dit betekent
dat als TYPE 2-10 geselecteerd is en u een keyboardgedeelte of een Velocitybereik creëert, waarin één toon van een koppel niet klinkt, zullen noten, die in
dat gedeelte of bereik afgespeeld worden door de andere toon als TYPE 1 klinken, ongeacht de weergegeven instelling.
Functies van Patch parameters
Veranderen hoe een toon klinkt (Structure)
Parameter Waarde Uitleg
Struct 1 & 2, 3 & 4
(Structure Type)
TYPE 01–TYPE 10 Bepaalt hoe tonen 1 en 2 of tonen 3 en 4 verbonden zijn.
De volgende 10 verschillende combinaties zijn beschikbaar.
Met dit type zijn tonen 1 en 2 (of 3 en 4) onafhankelijk. Gebruik dit type, wanneer
u PCM geluiden wilt behouden of voor elke toon geluiden wilt creëren en com-
bineren.
Dit type stapelt de twee filter op om de karakteristieken van het filters te ver-
sterken. De TVA voor toon 1 (of 3) bepaalt de volumebalans tussen de twee
tonen.
Dit type mixt het geluid van toon 1 (3) en toon 2 (4), past een filter toe, en past
vervolgens een booster toe om de waveform te vervormen.
Dit type past een booster toe om de waveform te vervormen, en combineert dan
de twee filters. De TVA voor toon 1 (of 3) bepaalt de volumebalans tussen de
twee tonen, en stelt het booster niveau bij.
Dit type gebruikt een ring modulator om nieuwe boventonen te creëren, en com-
bineert de twee filters. De toon 1 (3) TVA bepaalt de volumebalans tussen de
twee tonen, en stelt de diepte van de ring modulator bij.
Dit type gebruikt een ring modulator om nieuwe boventonen te creëren, en mixt
daarnaast het geluid van toon 2 (4) en stapelt de twee filters. Omdat het
gemoduleerde geluid met toon 2 (4) gemixt kan worden, kan de TVA van toon 1
(3) de hoeveelheid gemoduleerd geluid bijstellen.
Dit type past een filter op toon 1 (3) toe en ring-moduleert deze met toon 2 (4) om
nieuwe boventonen te creëren.
Dit type stuurt de gefilterde toon 1 (3) en toon 2 (4) door een ring modulator, en
mixt dan het geluid van toon 2 (4) en past een filter toe op het resultaat.
Dit type passeert het gefilterde geluid van elke toon door een ring modulator om
nieuwe boventonen te creëren. De toon 1 (3) TVA bepaalt de volumebalans van
de twee tonen, en stelt de diepte van de ring modulator bij.
Dit type passeert het gefilterde geluid van elke toon door een ring modulator om
nieuwe boventonen te creëren, en mixt ook het geluid van toon 2 (4). Omdat het
gemoduleerde geluid met toon 2 (4) gemixt kan worden, kan de TVA van toon 1
(3) de hoeveelheid gemoduleerd geluid bijstellen.
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVATVF
WG
WG
TVF TVA
TYPE 1
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA
TVF
WG
WG
TVF TVA
TYPE 2
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA TVF
WG
WG
TVF TVA
B
TYPE 3
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA TVF
WG
WG
TVF TVA
B
TYPE 4
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA TVF
WG
WG
TVF TVA
R
TYPE 5
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVA TVF
WG
WG
TVF TVA
R
TYPE 6
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVATVF
WG
WG
TVF TVA
R
TYPE 7
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVATVF
WG
WG
TVF TVA
R
TYPE 8
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVATVF
WG
WG
TVF TVA
R
TYPE 9
TONE 1 (3)
TONE 2 (4)
TVATVF
WG
WG
TVF TVA
R
TYPE 10