Operation Manual
38
Een Patch creëren
VELOCITY RANGE
U kunt de kracht, waarmee toetsen bespeeld worden, gebruiken om de manier waarop elke toon gespeeld wordt te bepalen.
fig.TMT-V.e
Wanneer u de Matrix Control gebruikt om verschillende tonen af te laten spelen, stelt u de laagste (Lower) en hoogste (Upper) waarde van de
gebruikte MIDI opdracht in.
In plaats van Velocity te gebruiken, kunt u ook tonen vervangen door de Matrix Control te gebruiken. De keyboard Velocity en de Matrix
Control kunnen echt niet tegelijk gebruikt worden om verschillende tonen hoorbaar te maken. Wanneer u de Matrix Control gebruikt om
tonen te wisselen, dient u de Tone Velo Control parameter op ‘OFF’ te zetten.
WAVE PARAMETER
Parameter Waarde Uitleg
Tone Mix Velo Con-
trol
OFF, ON,
RANDOM,
CYCLE
Bepaalt of een andere noot wel (ON) of niet (OFF) gespeeld wordt, wanneer u de toets met verschillende sterktes be-
speelt (Velocity).
RANDOM: De tonen waar de Patch uit bestaat zullen willekeurig klinken, onafhankelijk van Velocity-opdrachten.
CYCLE: De Patches waar de toon uit bestaat zullen opeenvolgend klinken, onafhankelijk van Velocity-opdrachten.
Control Switch OFF, ON Gebruik de Matrix Control (p. 44) om de klank van verschillende tonen aan (ON) of uit (OFF) te zetten.
Velo Fade Lower 0–127 Bepaalt wat er gebeurt met de kracht van de toon, wanneer deze in het lage bereik afgespeeld wordt.
Als u niet wilt dat de toon klinkt, stelt u deze parameter op ‘0’ in.
Velo Range Lower 1–(Upper) Bepaalt de het laagste bereik, waarbij het geluid nog zal klinken.
Velo Range Upper (Lower)–127 Bepaalt de het hoogste bereik, waarbij het geluid nog zal klinken.
Velo Fade Upper 0–127 Bepaalt wat er gebeurt met de kracht van de toon, wanneer deze in het hoge bereik afgespeeld wordt.
Als u niet wilt dat de toon klinkt stelt u deze parameter op ‘0’ in.
Waveforms/Toonhoogte/Pitch Envelope aanpassen
Parameter Waarde Uitleg
Wave Group INT, EXP,
SAMP
Groep voor de waveform, die de basis van de toon zal zijn
INT: Waveforms, die intern opgeslagen zijn
EXP: Waveforms, die op een Wave Uitbreidingskaart (SRX serie) opgeslagen zijn, dat in het EXP slot is geïnstal-
leerd.
SAMP: Sample waveforms
Wave Bank PRST, USER,
CARD
Wanneer de Wave groep SAMP is: PRST, USER, CARD
Wanneer de Wave groep MSAM is: USER, CARD
Wave No. L (Mono)
Wave No. R
----, 1–1267 Basiswaveform voor een toon (De bovengrens hangt af van de wave groep.)
Wanneer u in mono speelt bent is alleen de linkerkant (L) gespecificeerd. Wanneer u in stereo Mode bent is de rech-
terkant (R) ook gespecificeerd.
Als u een linker/rechter koppel Waves wilt selecteren, kiest u het linker (L) Wave nummer, en, drukt u op [F4 (STE-
REO)] om een vinkje (
✔
) toe te voegen, de rechter (R) (Wave) wordt aangevuld.
Wave Gain -6, 0, +6, +12 Gain (versterking) van de waveform
De waarde verandert in stappen van 6 dB (decibel) – een toename van 6dB verdubbelt de gain van de waveform.
* Als u de Booster wilt gebruiken om het geluid van de waveform te vervormen, dient u deze parameter op zijn maximale waarde
in te stellen (p. 35).
Wave Tempo Sync OFF, ON Wanneer u een Phrase Loop met de clock (tempo) wilt synchroniseren, zet u dit op ‘ON’.
* Dit is alleen mogelijk, wanneer een apart verkrijgbaar wave uitbreidingskaart geïnstalleerd is, en een waveform, die een tempo
(BPM) aangeeft als de sample voor een toon is geselecteerd.
Als een waveform van een wave uitbreidingskaart voor een de toon is geselecteerd, zorgt het aanzetten van de Wave
Tempo Sync parameter ervoor dat toonhoogte en FXM-gerelateerde instellingen genegeerd worden.
• Als een sample voor een toon is geselecteerd, moet u eerst de BPM (tempo) parameter van de sample instellen.
• Als een sample voor een toon is geselecteerd, heeft de Wave Tempo Sync parameter twee keer het normale aantal
stemmen nodig.
• Wanneer deze parameter op ‘ON’ staat, dient u de Tone Delay Time parameter (p. 45) op ‘0’ in te stellen.
Aanslagbereik laag
Aanslagbereik hoog
Aanslag vervaagt laag
Aanslag vervaagt hoog
Niveau
De toon klinkt
wanneer u zacht speelt
De toon klinkt
wanneer u hard speelt
Aanslag-
gevoeligheid