Operation Manual
47
Een Patch creëren
Hoe de LFO toe te passen
STEP
Positieve (+) en negatieve (-) instellingen voor de Depth parameter zorgen voor verschillende veranderingen van toonhoogte en volume. Zo
kunt u bijvoorbeeld de Depth parameter voor een bepaalde toon op een positieve (+) waarde instellen, en voor een andere toon een waarde
kiezen, die numeriek hetzelfde maar negatief is. Dit zal tot gevolg hebben, dat de modulatie voor deze tonen precies tegenovergesteld is.Hier-
mee kunt u tussen twee tonen heen en weer schakelen of gecombineerd met de Pan instelling de locatie van het geluid cyclisch te laten veran-
deren.
* Wanneer de Structure parameter op een waarde tussen ‘2’ en ‘10’ is ingesteld, wordt de output van tonen 1 en 2 gecombineerd in toon 2, en de output van
tonen 3 en 4 in toon 4. Dit is van toepassing op de Pan Depth parameter instellingen. Hierdoor volgt toon 1 de instellingen van toon 2, toon 3 van toon 4
(p. 34).
● De LFO geleidelijk toepassen, nadat de toets is ingedrukt
Fade Mode: AAN <
Delay Time: De tijd tussen het bespelen van het keyboard en het toepassen van de LFO.
Fade Time: Hoe lang het duurt, voordat de LFO amplitude het maximum bereikt, nadat
de Delay Time afgelopen is.
● De LFO direct toepassen, wanneer de toets ingedrukt wordt, en daarna geleidelijk laten wegsterven
Fade Mode: AAN >
Delay Time: De tijd tussen het bespelen van het keyboard en het toepassen van de LFO.
Fade Time: Hoe lang het duurt voordat de LFO amplitude het maximum bereikt, nadat
de Delay Time afgelopen is.
● De LFO geleidelijk toe te passen, nadat de toets is losgelaten
Fade Mode: UIT <
Delay Time: De tijd tussen het bespelen van het keyboard en het toepassen van de LFO.
Fade Time: Hoe lang het duurt voordat de LFO amplitude haar maximum bereikt nadat
de Delay Time afgelopen is.
● De LFO toepassen vanaf het punt, waarop u de toets indrukt, totdat u hem loslaat, en na het loslaten
geleidelijk laten wegsterven
Fade Mode: UIT >
Delay Time: De tijd tussen het bespelen van het keyboard en het toepassen van de LFO.
Fade Time: Hoe lang het duurt voordat de LFO amplitude haar maximum bereikt nadat
de Delay Time afgelopen is.
Parameter Waarde Uitleg
Step Type TYP1, TYP2 Wanneer er een LFO waveform met de data in LFO Step1-16 gegenereerd wordt, kunt u hier instellen of het niveau abrupt
verandert of dat de stappen lineair met elkaar verbonden worden.
TYP1: verandering als een traptrede
TYP2: lineaire verandering
Step 1–16 -36– +36 Bepaalt de data voor de Step LFO
Als de LFO Pitch Depth +63 is, correspondeert elke +1 eenheid van de step data met een toonhoogte van +50 cents.
Parameter Waarde Uitleg
Noot aan
hoog (meer)
laag (minder)
Pitch
Cutoff frequentieLevel
Pan
Delay
tijd
Fade tijd
Diepte
Noot aan
hoog (meer)
laag (minder)
Delay tijd
Fade tijd
Diepte
Pitch
Cutoff frequentie
Level
Pan
hoog (meer)
laag (minder)
Delay
tijd
Fade tijd
Diepte
Noot
uit
Noot
aan
Pitch
Cutoff frequentie
Level
Pan
Noot aan
hoog (meer)
laag (minder)
Delay
tijd
Fade tijd
Diepte
Noot uit
Pitch
Cutoff frequentie
Level
Pan