Operation Manual
49
Een Ritme set maken
Met de JUNO-G regelt u totale controle een grote verscheidenheid
aan instellingen. Elk item, dat ingesteld kan worden, wordt een
parameter genoemd. Wanneer u de waarde van parameters veran-
dert, bent u aan het Bewerken. Dit hoofdstuk gaat over de procedu-
res voor het creëren van Ritme sets, en de functies van de Ritme set
parameters.
U kunt de zes SOUND MODIFY knoppen gebruiken om het geluid
in realtime te bewerken.
In het geval van een kort geluid kan het moeilijk zijn om het
effect van een knop te horen.
1. Druk op MODE [Patch] om naar het Patch PLAY scherm te
gaan.
2. Selecteer de Ritme set, waarvan u de instellingen wilt
bewerken (p. 26).
U kunt de Patches in de GM2 groep niet bewerken.
3. Druk op toetsen om de toets in te stellen (A0-C8), die door de
SOUND MODIFY knoppen bestuurd zal worden.
De te bewerken toon selecteren
4. Druk in het Patch PLAY scherm op [TONE SW/SEL], zodat de
knop oplicht.
5. Druk op SELECT[1]-[4] om de toon(en) te selecteren, die u
wilt bewerken.
In het SOUND MODIFY 1-4 gedeelte aan de onderkant van het
scherm verschijnt er een vinkje (
✔
) bij de geselcteerde toon.
*U kunt tegelijk meerdere knoppen indrukken om meerdere tonen te
selecteren.
* Door TONE SWITCH aan/uit te schakelen, kunt u het geluid
bewerken, terwijl u alleen de gewenste toon hoort.
De helderheid van het geluid en speciale
kwaliteiten toevoegen (CUTOFF/RESONANCE)
De geluidsgenerator sectie van de JUNO-G bevat een filter, die
bepaalde frequentieregio’s van het geluid kan versterken of
verwijderen. De CUTOFF knop bepaalt de frequentie (cutoff
frequentie), waarop het filter begint met het bewerken van het geluid
en de RESONANCE knop de regio bij de cutoff frequentie versterkt,
om het geluid meer karakter te geven.
6. Draai aan de CUTOFF of RESONANCE knoppen.
Een knop naar rechts draaien verhoogt de waarde.
FREQ: Frequentie, waar het filter begint met het hebben van
effect op de frequentiecomponenten van de waveform.
RESO: Legt nadruk op het deel van het geluid in de regio van
de cutoff frequentie, wat het geluid karakter geeft.
* Excessief hoge instellingen kan oscillatie veroorzaken, wat storing van
het geluid tot gevolg heeft.
De manier, waarop het volume verandert,
bewerken
Het volume verandert vanaf het moment, dat een toets ingedrukt
wordt, tot deze losgelaten wordt.
7. Druk op de SOUND MODIFY select knop, zodat AMP ENV
oplicht.
8. Draai aan de ATTACK, DECAY, SUSTAIN en RELEASE
knoppen.
Een knop naar rechts draaien, verhoogt de waarde.
A: Attack Time: Hoe lang het duurt vanaf het indrukken van
het keyboard, totdat de maximale toonverandering bereikt
wordt.
D: Delay Time: Hoe lang het duurt vanaf de maximale
toonverandering tot het Sustain level bereikt wordt.
S: Sustain Level: Volume, dat vastgehouden wordt, wanneer u
de toets ingedrukt houdt.
R: Release Time: Hoe lang het duurt vanaf het loslaten van het
keyboard tot het geluid verdwijnt.
* Als u op de SOUND MODIFY select knop drukt, zodat alle indicators
uit staan, produceren deze knoppen geen verandering.
De manier waarop de toon (helderheid)
verandert bewerken
De toon ondergaat veranderingen vanaf het moment, dat u de toets
indrukt, totdat u deze loslaat.
9. Druk op de SOUND MODIFY select knop, zodat FILTER ENV
oplicht.
10. Draai aan de ATTACK, DECAY, SUSTAIN en RELEASE
knoppen.
Een knop naar rechts draaien, verhoogt de waarde.
* Als u op de SOUND MODIFY select knop drukt, zodat alle indicators
uit staan, produceren deze knoppen geen verandering.
De belangrijke parameters, die het meest gebruikt worden om het
geluid grafischte bewerken zijn in acht schermen beschikbaar.
1. Druk op MODE [Patch] om naar het Patch PLAY scherm te
gaan.
2. Selecteer de Ritme set, waarvan u de instellingen wilt
bewerken (p. 26).
U kunt de Patches in de GM2 groep niet bewerken.
3. Druk op EDIT [Patch], zodat het oplicht.
Ritme set instellingen maken
De knoppen gebruiken om het
geluid te bewerken
Bewerken in een grafische display
(Zoom Edit)
Parameter pag.
PITCH ENVELOPE ZOOM p. 54
TVF PARAMETER ZOOM p. 55
TVF ENVELOPE ZOOM p. 56
TVA ENVELOPE ZOOM p. 56