Operation Manual
52
Een Ritme set maken
Tips voor het gebruiken van een waveform van een akoestisch instrument
Bij veel akoestische instrumenten, zoals een piano of een sax, treden er aan het begin van elke noot extreme timbrale veranderingen op. Deze ver-
andering bepaalt het karakter van het instrument. Voor zulke waveforms is het goed om de complexe toonveranderingen van het veranderbare
gedeelte te laten zoals ze zijn, en de Envelope alleen te gebruiken om het decay deel te veranderen.
fig.waveform2.e
GENERAL
CONTROL
RECEIVE
Functies van Ritme set parameters
Instellingen voor de hele Ritme set
Parameter Waarde Description
Ritme Level 0–127 Volume van de Ritme set
Ritme Tone Name U kunt een naam van 12 tekens aan de Ritme toon toewijzen
Druk op [ ][ ] om de cursor te bewegen, en gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om tekens te selecteren.
Parameter Waarde Uitleg
Assign Type MULTI, SIN-
GLE
Bepaalt de manier waarop geluiden afgespeeld worden, wanneer dezelfde toets een aantal keren ingedrukt wordt.
MULTI: Zet het geluid van dezelfde toetsen in lagen. Zelfs met constante geluiden, waar het geluid lang doorspeelt,
zoals met bekkens zijn de geluiden in lagen geplaatst, zonder dat de voorgaande geluiden geëlimineerd worden.
SINGLE: Er kan slechts één geluid tegelijk afgespeeld worden, wanneer dezelfde toets nogmaals ingedrukt wordt. Met
constante geluiden waar het geluid lang doorklinkt, zal het eerste geluid gestopt worden, voordat het volgende geluid
afspeelt.
Mute Group OFF, 1–31 Op een akoestische drumset kunnen een open hi-hat en een dichte hi-hat nooit tegelijk klinken. Om deze situatie na te
bootsen, kunt u een Mute Group instellen.
Met de Mute Group functie kunt u twee of meer Ritme tonen kiezen, die niet tegelijk mogen klinken. U kunt maximaal
31 Mute Groups gebruiken. Ritme tonen, die niet bij een van deze groepen horen, dient u op ‘OFF’ te zetten.
Tone Env Mode NO-SUS, SUS-
TAIN
Wanneer een loop waveform (p. 51) geselecteerd is, duurt een geluid normaliter zo lang als de toets ingedrukt is. Als u
wilt dat het geluid natuurlijk wegsterft zelfs als de toets ingedrukt blijft, stelt u dit in op ‘NO SUS’.
* Als een one-shot type wave (p. 51) geselecteerd is, wordt deze niet vastgehouden, zelfs als deze parameter op ‘SUSTAIN’ is
ingesteld.
Tone Pitch Bend
Range
0–48 Bepaalt de hoeveelheid toonhoogte verandering in halve tonen (4 octaven), wanneer de Pitch Bend hendel bewogen
wordt.
De hoeveelheid verandering, wanneer de hendel bewogen wordt is hetzelfde voor de linker- en rechterkant.
One Shot Mode OFF, ON Het geluid zal klinken tot het einde van de waveform (of de Envelope, die eerst komt).
Als u de Wave Group (p. 53) op SAMP heeft ingesteld, wordt deze instellign geforceerd op ONE SHOT.
Aftertouch Time
Ctrl Sens
-63– +63 Als Wave Group op SAMP ingesteld staat en Wave Tempo Sync op ON, zal aftertouch de hoeveelheid stretching/shrin-
king bepalen, die door Time Stretch veroorzaakt wordt.
Als Time Stretch niet toegepast wordt gebeurt er niets. Bij positieve (+) instellingen wordt de stretch/shrink tijd korter,
en bij negatieve (-) instellingen wordt deze langer.
Parameter Waarde Uitleg
Tone Receive
Expression
OFF, ON Bepaalt voor elke Ritme toon in MIDI Expression opdrachten wel (ON) of niet (OFF) ontvangen worden.
Tone Receive
Hold-1
OFF, ON Bepaalt voor elke Ritme toon in MIDI Hold 1 opdrachten wel (ON) of niet (OFF) ontvangen worden.
* Als ‘NO-SUS’ bij de Env Mode parameter is geselecteerd, heeft deze instelling geen effect.
Toonverandering die
in de wave
is opgeslagen
Envelope voor
de TVF filter
Resulterende
toonverandering
Looped gedeelte
Tijd
Niveau