Operation Manual
74
Arpeggio’s afspelen
1. Druk op [ARPEGGIO], zodat het oplicht. U kunt ook op [ARPEGGIO] drukken, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
Het ARPEGGIO STYLE scherm verschijnt.
* Wanneer u op [ARPEGGIO] drukt, terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt, verschijnt het ARPEGGIO STYLE scherm ongeacht welke arpeggio aan of uit staat.
2. Druk op [ ][ ] om de parameter te selecteren.
3. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om de instelling te maken.diagram
4. Als u de instelling heeft gemaakt, drukt u op [EXIT].
Arpeggio instellingen
Parameter Waarde Uitleg
(Arpeggio Style) U001–128 (User),
P001–128 (Preset)
Dit selecteert de standaard Performance stijl voor de arpeggio.
De arpeggio stijlen worden in het preset geheugen en het gebruikersgeheugen opgeslagen.
Grid 1/4, 1/8, 1/8L,
1/8H, 1/12,
1/16, 1/16L,
1/16H, 1/24
Dit stelt de nootverdeling en resolutie in een ‘single diagram’ in, wat gebruikt wordt voor het creëren van de arpeggio in
een Arpeggio stijl, en in hoeverre een syncopatische slag (geen/zwak/sterk) erop wordt toegepast (diagram type).
1/4: Kwart noot (een diagram sectie = een beat)
1/8: Achtste noot (twee diagram secties = een beat)
1/8L: Achtste noot shuffle Light (twee diagram secties = een beat, met een lichte shuffle)
1/8H: Achtste noot shuffle Heavy (twee diagram secties = een beat, met een zware shuffle)
1/12: Achtste noot triool (drie diagram secties = een beat)
1/16: Zestiende noot (vier diagram secties = een beat)
1/16L: Zestiende noot shuffle (vier diagram secties = een beat, met een lichte shuffle)
1/16H: Zestiende noot shuffle Heavy (vier diagram secties = een beat, met een zware shuffle)
1/24: Zestiende noot triool (zes diagram secties = een beat)
* Diagram instellingen worden gedeeld met het Ritme patroon.
Duration 30–120%, Full Dit bepaalt of de geluiden staccato (kort en geknipt) of tenuto (uitgerekt) afgespeeld worden.
30-120: Als dit op bijvoorbeeld ‘30’ is ingesteld, is de lengte van de noot in een diagram (of, wanneer een serie diagram-
men verbonden is, de laatste diagram) 30% van de volle lengte van de notenset in een diagram type.
Full: Zelfs als het verbonden diagram geen verbinding heeft, hoort u de klank tot het punt van het volgende nieuwe
geluid.
* Duratie instellingen worden gedeeld met het Ritme patroon.
Motif (See p. 75.) Zie Stijgende/dalende variaties selecteren (Motief) (p. 75).
Velocity REAL, 1–127 Bepaalt de harheid van de gespeelde noten.
REAL: Als u de Velocity waarde van elke noot wilt laten afhangen van hoe krachtig u het keyboard bespeelt, stelt u
deze waarde in op REAL.
1-127: Als u wilt dat elke noot een vaste Velocity heeft, ongeacht hoe krachtig u het keyboard bespeelt, stelt u deze pa-
rameter op de gewenste waarde in.
OctRange -3– +3 Dit voegt een effect toe, dat arpeggio’s een cyclus per keer in eenheden van een octaaf verschuift (octaafbereik).
U kunt het bereik waarmee de verschuiving plaatsvindt bijstellen (tot drie octaven omhoog of omlaag).
Accent 0–100 Wanneer u arpeggio’s afspeelt wordt de Velocity van elke arpeggionoot bepaald door de Velocity van de noten, die in de
arpeggio stijl geprogrammeerd zijn. U kunt de hoeveelheid (‘spreiding’) van deze dynamische variatie aanpassen.
Met een instelling van ‘100’ hebben de arpeggio noten de velocities, die geprogrammeerd zijn in de arpeggio stijl. Met
een instelling van ‘0’ klinken alle arpeggionoten op een vaste Velocity.
Part
(Displayed in
Performance
Mode)
Part1–16 Hier ziet u hoe u de Part instelt, die de arpeggio in Performance Mode zal gebruiken. U kunt alleen een Part instellen om
arpeggio’s te spelen.
Als een Ritme set aan een Part in Performance Mode is toegewezen, kunt u een Ritme Part samen met de arpeggio’s
spelen.
* Een geselcteerde Part functioneert hier voor zowel de arpeggio als voor de Chord Memory functies.
Over arpeggio stijlen
Een Arpeggio stijl is een serie data voor basale arpeggio patronen en chord stijlen, die in
de vorm van een diagram opgenomen zijn, bestaande uit een maximum van 32 stappen
x 16 verhogingen.
Elk diagram bevat de volgende soorten data:
• ON: Note On (met Velocity data)
• TIE: Tie (vasthouden van de vorige noot)
• REST: Rest (rustpunt)
De ingedrukte toetsen samen met de volgorde waarin ze ingedrukt zijn, worden de
‘toets met de laagste toonhoogte tijdens input’ genoemd. U kunt een enkele Arpeggio
stijl tegelijk in meerdere Patches en Performances gebruiken.
Een Arpeggio stijl is geen deel van een Patch of Performance, maar onafhankelijke data.
STAP
HOOG
1
23
4 5
....
32
6
7
8
Noot 01
Noot 03
Noot 02
Noot 04
Noot 16
9
10
11
Noot 05
Noot 06