Operation Manual
81
Ritmes afspelen
Naast het gebruik van de ingebouwde Ritme patronen, kunt u uw
eigen patterns creëren. Nadat u een originele Ritme patroon hebt
gemaakt, kunt u hem in het interne gebruikersgeheugen opslaan.
Er zijn grofweg twee manier om een Ritme patroon te creëren.
Met deze methode gebruikt u het keyboard om uw Ritme patroon
stapsgewijs op te nemen. Elke keer, dat u een noot invoert, gaat u
verder naar de volgende stap. Deze methode is handig, wanneer u
een Ritme patroon vanuit het niets wilt creëren met een Pattern dat
geen data bevat.
Als u vanuit het niets wilt creëren, dient u het Ritme patroon te
formatteren. In het RHYTHM PATTERN EDIT scherm, drukt u
op [F4 (INIT)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt. U wordt om
bevestiging gevraagd, vervolgens, drukt u op [F6 (EXEC)] om
het formatteren uit te voeren.
1. Druk op [RHYTHM PATTERN].
2. Druk op [F2 (RHY PTN)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
3. Druk op [F5 (PTN EDIT)].
Het RHYTHM PATTERN EDIT scherm verschijnt.
4. Druk op [F1 (SETUP)].
Het Ritme Setup venster verschijnt.
5. Druk op [ ] om de cursor naar ‘End Step’ te bewegen.
6. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om het aantal
stappen voor het Ritme patroon te selecteren.
7. Druk op [ ] om de cursor naar ‘Input Velocity’ te bewegen.
8. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om de Velocity
instelling in te stellen voor de data, die u gaat invoeren.
De data wordt ingevoerd met de ingestelde Velocity.
9. Druk op [F6 (CLOSE)] om het Ritme Setup venster te
sluiten.
10. Druk op [F6 (STP REC)] om een vinkje (
✔
) toe te voegen.
U bent u klaar om stapsgewijs op te nemen.
• Om naar de gewenste inputlocatie te gaan, drukt u op
[][][][].
• Om noten in te voeren, bespeelt u het keyboard.
• Om een verbinding in te voeren, drukt u op [F2 (TIE)].
• Om een rustpunt in te voeren, drukt u op [F3 (REST)].
• Om de noot te wisselen, drukt u op [F6 (CLR NOTE)], terwijl u
[SHIFT] ingedrukt houdt.
• Om alle noten op de huidige stap te verwijderen, drukt u op [F5
(CLR STEP)], terwijl u [SHIFT] ingedrukt houdt.
• Door op [F4 (REVU)] te drukken om een vinkje (
✔
) toe te voegen
kunt u naar het patroon luisteren, dat u hebt ingevoerd.
Een maximum van zestien nootnummers (toonhoogtees) kan in
een pattern gebruikt worden.
11. Wanneer u klaar bent, drukt u op [F5 (EXIT)].
Met deze methode gebruikt u de cursor om de stap of toonhoogte te
bepalen, waar u in wilt voeren, en gebruikt u de knop of [INC][DEC]
om waardes in te voeren. Deze methode is handig, wanneer u eerder
ingevoerde data wilt bewerken of veranderen.
1. Druk op [RHYTHM PATTERN].
2. Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op [F2 (RHY PTN)].
3. Druk op [F5 (PTN EDIT)].
Het RHYTHM PATTERN EDIT scherm verschijnt.
4. Druk op [F1 (SETUP)].
Het Ritme Setup venster verschijnt.
5. Druk op [ ] om de cursor naar ‘End Step’ te bewegen.
6. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om het aantal
stappen voor het Ritme patroon te selecteren.
7. Druk op [F6 (CLOSE)] om het Ritme Setup venster te
sluiten.
8. Druk op [ ][ ][ ][ ] om de stap of toonhoogte te kiezen,
waar u wilt invoeren.
* Wanneer u deze nivoermethode gebruikt, kunt u het keyboard
gebruiken om de toonhoogte van de noot in te stellen. (In tegenstelling
tot step-recording heeft het bespelen van het keyboard niet tot gevolg,
dat de noot ingevoerd wordt.)
9. Voer de Velocity waarde in, met de VALUE draaiknop of met
[INC][DEC]. U kunt ook een verbinding invoeren door de
VALUE draaiknop helemaal naar rechts te draaien of [INC]
te gebruiken om de waarde tot zijn maximum te verhogen).
•U kunt ook een verbinding invoeren, door op [F2 (TIE)] te
drukken.
• Om een rustpunt in te voeren, drukt u op [F3 (REST)].
• Door op [F4 (REVU)] te drukken om een vinkje (
✔
) toe te
voegen,
kunt u naar het patroon luisteren, dat u hebt ingevoerd.
Een maximum van zestien nootnummers (toonhoogtees) kan in
een pattern gebruikt worden.
10. Wanneer u klaar bent, drukt u op [F5 (EXIT)].
De Ritme patronen, die u creëert zijn tijdelijk. Ze worden gewist als
u het apparaat uitzet of een andere Pattern selecteert. U kunt 128
Ritme groepen in het gebruikersgeheugen opslaan.
Een Ritme patroon creëren
(Ritme patroon Edit)
Step-recording
De VALUE draaiknop of [INC][DEC]
gebruiken om waardes in te voeren
De Ritme patronen, die u
gemaakt heeft opslaan (Write)
Ritme patroon instellingen worden als onafhankelijke data
opgeslagen, niet als deel van de data voor elke Patch. Het is
niet mogelijk de instellingen in Patch Mode voor Ritme patroon
parameters (bv. Ritme patronen, Grid, Motif, Duration) op te
slaan.
Het kan individueel opgeslagen worden in Performance
Mode. Als u uw instellingen wilt opslaan, drukt u op [WRITE]
om de Performance op te slaan.