Operation Manual
85
Een song afspelen
Fast-forward, rewind en jump kunnen tijdens het afspelen uitge-
voerd worden, maar ook als de song niet speelt. Gebruik de vol-
gende procedures voor elke bewerking.
Fast-forward: Druk op [FWD].
Doorlopende fast-forward: Houd [FWD] ingedrukt.
Snelle fast-forward: Houd [FWD] ingedrukt en druk op [BWD].
Rewind: Druk op [BWD].
Doorlopende rewind: Houd [BWD] ingedrukt.
Snelle rewind: Houd [BWD] ingedrukt en druk op [FWD].
Spring naar de vorige marker locatie: Houd [SHIFT] ingedrukt en
druk op [BWD].
Spring naar de volgende marker locatie: Houd [SHIFT] inge-
drukt en druk op [FWD].
Spring naar het begin van de song:Houd [STOP] ingedrukt en
druk op [BWD].
* Het afspelen wordt onderbroken, als u tijdens het afspelen naar het
begin of einde van de song gaat.
* Er kan wat tijd nodig zijn voor fast-forward, rewind of een sprong tij-
dens Quick Play.
*U kunt tijdens Quick Play niet naar een marker locatie springen.
Als u het afspelen van een specifiek instrument op stil wilt zetten,
kunt u de Part, die de sequencerdata voor dat instrument bevat
‘muten’.
1. Druk op EDIT [SONG] om naar het MIDI TRACK scherm te
gaan.
2. Druk op [F4 (MUTE)].
3. Gebruik [ ][ ][ ][ ] om de cursor naar de Part (MIDI
track) te bewegen, waarvan u de Performance stil wilt zet-
ten.
4. Gebruik de VALUE draaiknop of [DEC] om het vinkje (
✔
)
weg te halen.
•U kunt op [F5 (ALL MUTE)] drukken om alle MIDI track Parts
stil te zetten.
•U kunt op [F6 (ALL PLAY)] drukken om de muting voor alle
MIDI track Parts op te heffen.
U kunt op [PART SELECT] drukken, zodat het oplicht, en dan
op PART SELECT [1]-[8] drukken om de Part voor het geselec-
teerde MIDI track te muten.
* Om MIDI track 9-16 stil te zetten, drukt u op [9-16], zodat het
oplicht, en dan op PART SELECT [9]-[16].
Als een MIDI track muted is, wanneer u de song als Standard
MIDI File opslaat, wordt de data van, die track niet in het
bestand opgeslagen. Als u de song als een song file (SVQ
bestand, SVA bestand) opslaat, wordt de mute status van elke
track in het bestand opgeslagen.
Als u het vinkje (✔) voor systeemexclusieve opdrachten (SysEx)
verwijdert, worden systeemexclusieve opdrachten genegeerd.
Als u het vinkje (✔) voor het tempo track (Tempo) verwijdert,
wordt het tempo track op stil gezet. U kunt het tempo track op
stil zetten, als u een song met opgenomen tempoveranderingen
op een vast tempo wilt afspelen.
5. Wanneer u klaar bent met het maken van instellingen, drukt
u op [EXIT].
Als u een song wilt afspelen met een specifiek audio track stilgezet,
kunt u het audio track, die de audio data speelt, muten.
1. Druk op SONG RECORDER [AUDIO TRACK] om naar het
AUDIO TRACK scherm te gaan.
2. Druk op [F4 (MUTE)].
3. Druk op [F1 (TRACK 1)]-[F4 (TRACK 4)].
De corresponderende audio track wordt stilgezet, en de functie
display kleur wordt omgekeerd. De functie display voor tracks,
die klinken, blijft zwart.
4. Wanneer u klaar bent met het maken van instellingen, drukt
u op [EXIT].
Als het tempo verandert, terwijl een song afgespeeld wordt, is dit
omdat deze tempoveranderingen in het Tempo track opgenomen
zijn. Als u deze tempoveranderingen niet wilt, en op een vast tempo
wilt afspelen, kunt het Tempo track op mute zetten.
Zie voor meer informatie over bewerkingen ‘Afspelen met een
specifiek instrument op stil (MIDI Track Mute)’.
Verschillende afspeelmethoden
Fast-forward en rewind tijdens
afspelen
Afspelen met een specifiek
instrument op stil (MIDI Track Mute)
Afspelen met een audio track
stilgezet (Audio Track Mute)
Een song op een vast tempo
afspelen (Tempo Track op mute)