Operation Manual
93
Een song opnemen (MIDI track)
5. Voer de gewenste noot in. Gebruik [ ][ ] om de gewenste
parameter te selecteren.
6. Gebruik de VALUE draaiknop of [INC][DEC] om de instelling
te maken.
7. Druk op [F5] of [F6] om naar de gewenste inputlocatie te
verplaatsen, en druk op een noot op het keyboard.
Wanneer u op een toets drukt, neemt de inputpositie toe met de
waarde van de Note Type, die u heeft ingesteld. De velocities
worden als een staafgrafiek weergegeven.
U kunt de functieknoppen gebruiken om de volgende
bewerkingen uit te voeren.
8. Herhaal de bovenstaande stappen om door te gaan met
invoeren.
De vorige waarde van elke parameter wordt onthouden. Dit
betekent, dat als u dezelfde instellingen als de vorige
ingevoerde noot wilt gebruiken, u de instellingen niet hoeft te
veranderen. Als u de Gate Time parameter en de Input Velocity
parameter heeft ingesteld, is het normaliter niet nodig om ze te
veranderen, dus alles wat u hoeft te doen is de Step Time
parameter in te stellen en de toonhoogte (note) van elke noot in
te stellen.
De noot wordt niet afgesloten, zolang u de toets ingedrukt
houdt. Dit betekent, dat u de verschillende parameters van de
noot kunt bewerken (Note Type, Gate Time, Input Velo).
9. Wanneer u klaar bent met het stapsgewijs opnemen, drukt u
op [STOP].
De [REC] indicator gaat uit.
Een chord invoeren
Druk het akkoord in. De cursor gaat naar de volgende stap, wanneer
u alle toetsen loslaat.
De inputlocatie verplaatsen
Als u op [F6 ( )] drukt, beweegt de inputlocatie vooruit met de
huidige Note Type waarde.
Als u op [F5 ( )] drukt, beweegt de inputlocatie achteruit met de
huidige Note Type waarde.
De displayregio aanpassen
Als u op [ ][ ] drukt, beweegt u de weergegeven regio noten naar
boven of naar beneden.
Parameter Waar
de
Uitleg
Note Type Note
(p. 93)
Bepaalt de lengte van de noten, die u wilt invoe-
ren, in termen van nootwaarde.
De lengte van de nootwaarde geeft aan hoe
lang het duurt tussen een note-on en de vol-
gende note-on.
Gate Time 1–
100%
Bepaalt de proportie van de gate time, relatief aan
het Note Type.
De gate time is de lengte tussen note-on en
note-off. Stel een lagere waarde in, als u wilt
dat de noten staccato afgespeeld worden of een
hogere waarde als u de noten tenuto af wilt
laten spelen of de noten wilt laten slepen. Nor-
maal stelt u dit op ongeveer ‘80%’ in.
Input Velo REAL,
1–127
Bepaalt de sterkte, waarmee de noot afgespeeld
wordt.
Als u wilt dat dit de sterkte is, waarmee u de
toets daadwerkelijk indrukt, selecteert u
‘REAL’. Gebruik anders instellingen van p
(piano)=60, mf (mezzo forte)=90 of f (for-
te)=120 als richtlijnen.
Button Uitleg
F1 (BAK DEL) Annuleer de vorig ingevoerde noot.
F2 (TIE) Verleng de vorig ingevoerde noot met de huidige
instelling.
F3 (UNTIE) Annuleer de vorig ingevoerde verbinding.
F4 (REST) Voert een rustpunt in. Zet eerst de Note Type pa-
rameter op een lengte, die hetzelfde is als het
rustpunt, die u wilt invoeren, en druk op [F4
(REST)].
[SHIFT] + [F6 (VIEW)] Schakelt het type display in het STEP REC
scherm (Piano Roll <-> Event List)
De relatie tussen note value lengte en gate
time
De relatie tussen de lengte van de nootwaarde en de gate time
wordt hieronder weergegeven. Omdat de song recorder van de
JUNO-G een TPQN (Ticks Per Quarter Note, resolutie) van 480
gebruikt, is een kwart noot gate time 480 ticks.
De gate time, die in step recording wordt opgenomen is de
originele gate time, vermenigvuldigd met de waarde van
de Gate Time parameter. Als bijvoorbeeld de Gate Time
parameter op ‘80%’ is ingesteld, zal het invoeren van een
kwart noot tot gevolg hebben, dat de gate time 480 x
0.8=384 is.
Noot Gate time
30
40
45
60
80
90
120
160
180
240
320
360
480
640
720
960
1920
3840