Operation Manual
99
Een song bewerken (MIDI track)
Met deze functie kunt u lege maten in een locatie van de song
invoegen. Omdat u de maatsoort van lege maten kunt instellen, is dit
handig, wanneer u een phrase met een andere maatsoort in een song
invoegt.
Zie voor meer informatie over deze instellingen Basisgebruik
voor track editing (p. 97).
* Lege maten worden tegelijk in de tempo track, beat track en audio
tracks ingevoegd.
Dit transponeert de toonhoogte van noten binnen een specifiek
gedeelte, over een bereik van +/- 127 halve tonen. Gebruik deze
functie om in een song van de ene toets naar een andere te
moduleren of om de hele song te transponeren.
Zie voor meer informatie over deze instellingen Basisgebruik
voor track editing (p. 97).
Met Micro Edit kunt u individuele items van in een song opgenomen
sequencerdata bewerken, zoals MIDI boodschappen en tempo data.
* Wanneer u een song wilt gaan bewerken, dient u het eerst in het
Temporary Area te laden (p. 94).
Ga naar het Microscope scherm, wanneer u de sequencerdata
openomen in een song wilt bekijken. Elke lijn staat voor de locatie
(maat-beat-tick), waarop de sequencerdata is opgenomen, en de
data, die op, die locatie is opgenomen.
1. Laad de song, die de sequencerdata bevat, die u wilt
bekijken/bewerken (p. 115).
2. Druk op [F3 (MICRO)].
Het MICROSCOPE scherm verschijnt.
Druk op [ ][ ] om de sequencerdata te bekijken.
* Elke keer dat u op [F6 (VIEW)] drukt, schakelt u tussen de twee
schermen. (Piano Roll <-> Event List)
Een lege maat invoegen (Insert)
Parameter Waarde Uitleg
Measure 0001–END Maatlocatie, waarop de lege maten in-
gevoegd worden
For 1– Aantal lege maten, dat ingevoegd moet
worden
Beat Numerator: 1–32
Denominator: 2,
4, 8, 16
In het algemeen wordt de maatsoort
van de voorgaande maat gebruikt voor
de lege maten. Om de maatsoort van de
lege maat te veranderen, die u wilt in-
voegen, gebruikt u deze parameter.
* Beat kan alleen ingesteld worden als u
‘Track’ op ‘TRK ALL’ heeft ingesteld.
De toets transponeren (Transpose)
Parameter Waarde Uitleg
Ch/Part ALL, Ch 1–16 MIDI kana(a)l(en) van de noten, die u
wilt transponeren
ALL: Transposeert alle noten
Ch 1-16: Transposeert alleen de noten van een specifiek
MIDI kanaal.
Measure 0001– Bereik van maten, dat getransponeerd
moet worden
Als u ‘For’ op ‘ALL’ zet, worden alle
maten ingesteld.
For 1–ALL
Range Min 0 (C -)–127 (G9) Bereik van nootnummers, dat getran-
sponeerd moet worden
U kunt ook het toetsbereik instellen
door op de toetsen van het keyboard
te drukken.
Range Max
Bias -127– +127 Transposeer hoeveelheid in stappen van
een halve toon
Zet dit op een ‘+’ (positieve) waarde
om de toonhoogte te verhogen of een
‘-‘ (negatieve) waarde om de toon-
hoogte te verlagen.
Individuele items van de
sequencerdata bewerken
(Micro Edit)
Sequencerdata bewerken
(Basisgebruik in de Microscope)
Als u het bass geluid een octaaf wilt
verlagen...
Als uw bas één octaaf hoger dan de notering afgespeeld wordt,
gebruikt u de Transpose functie om het een octaaf te verlagen.
Om het bas geluid een octaaf te verlagen, zet u de Range
parameter op ‘Lowest-Highest’ voor de bas Part, en stelt u de
Bias parameter op ‘-12’ in.
Als u percussie geluiden wilt veranderen...
U kunt ook de Transpose functie gebruiken om percussie
geluiden te veranderen.
Stel dat u conga naar tom wilt veranderen. Als het conga geluid
aan de D4 toets is toegewezen, het tom geluid aan de C3 toets is
toegewezen, zet u de Range parameter op ‘D4-D4’ en de Bias
parameter op ‘-14’.
Locatie van de sequencerdata (maat-beat-tick)
MIDI kanaal
Geeft de parameterdata op de cursorlocatie weer
Sequencerdata