Gebruikersgids Lees deze gids alvorens u de JUNO-Gi gaat gebruiken. De JUNO-Gi combineert een uitmuntende live uitvoering met een digitale recorder voor het opnemen van songs. Deze gids bestaat uit twee gedeeltes, waarin de basisbeginselen van het gebruik van de JUNO-Gi voor respectievelijk ‘live uitvoeringen’ of voor ‘het creëren van songs’ worden uitgelegd.
Inhoud De basisbeginselen van de JUNO-Gi . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Sla uw instellingen op na bewerkingen!. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
INTRO De basisbeginselen van de JUNO-Gi Globaal gesproken bestaat de JUNO-Gi uit drie onderdelen: ‘synthesizer’, ‘digitale recorder’ en ‘USB-geheugen songspeler’. USB-geheugen songspeler Synthesizer Digitale recorder Wat is de synthesizer? (g p.5) Met de synthesizer kunt u klanken selecteren en deze via het klavier spelen. Om het u tijdens liveoptredens gemakkelijker te maken, worden de klanknamen in grote letters getoond, en speciale knoppen maken het selecteren van klanken eenvoudig.
Sla uw instellingen op na bewerkingen! Uw klank opslaan (Live Set) Als u een originele klank (Live Set) heeft gecreëerd, slaat u deze als een User Live Set op, zodat u deze klank later weer kunt gebruiken. * Alle veranderingen die u aanbrengt zullen verloren gaan als u een andere Live Set selecteert of de stroom uitzet voordat u de door u gecreëerde Live Set heeft opgeslagen. Bij User Live Sets wordt ‘USER’ voor de naam weergegeven, bijvoorbeeld ‘USER 001 INITIAL Live SET’.
Synthesizer (De JUNO-Gi Live gebruiken)
01 Basishandelingen Live Sets selecteren Wat is een Live Set? ‘Live Sets’ zijn de eenheden van geluid die u op de JUNO-Gi selecteert en speelt. Live Set Wat is een Special Live Set? ‘Special Live Sets’ zijn Live sets die optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden van de JUNO-Gi voor het produceren van bijzonder rijke klanken. 1. Druk op een categoriegroep knop om een categoriegroep te selecteren.
Veelgebruikte Live Sets als favorieten registreren Wat is een Favoriet? Bank 10 Als u een veelgebruikte Live Set als een ‘Favoriet’ registreert, kunt u deze meteen oproepen door eenvoudigweg één van de tien knoppen onder het scherm in te drukken. In elke bank kunnen tien Live sets geregistreerd worden. Live Set Live Set U kunt tien van dit soort banken creëren. Bank 4 Bank 3 Bank 2 Bank 1 1. Selecteer de Live Set die u wilt registreren. 2.
Tones selecteren Wat is een Tone? Elke Live Set heeft vier ‘Layers’ (Upper 1, 2, Lower 1, 2) en aan al deze Layers is een ‘Tone’ toegewezen. Live Set Layer: Upper 1 Layer: Upper 2 Een Tone is de eenheid van geluid op het laagste niveau. Een Tone kan niet op zichzelf gespeeld worden. Layer: Lower 1 Layer: Lower 2 Tone 1. Houd de [SHIFT] knop ingedrukt en druk op de [SPLIT] knop. Het LAYER/SPLIT scherm verschijnt.
Het klavier verdelen zodat verschillende Tones gespeeld kunnen worden (Split) Wat is een Split? ‘Split’ verwijst naar instellingen waarbij het klavier op een bepaalde noot in linkerhand en rechterhand zones is verdeeld, zodat in elke zone een andere klank gespeeld kan worden. Het punt waarop het klavier wordt verdeeld wordt het ‘splitspunt’ genoemd.
02 Instellingen voor het spelen Het klavier in stappen van octaven verhogen/verlagen 1. Druk op de OCTAVE [DOWN] knop of [UP] knop. • U kunt de toonhoogte van het klavier binnen een reeks van +/- 3 octaven aanpassen. • Om naar de oorspronkelijke instelling terug te keren, drukt u de OCTAVE [DOWN] en [UP] knoppen tegelijk in. Verwijzing Voor details raadpleegt u pagina 27 van de Engelstalige handleiding. Het klavier in stappen van halve tonen verhogen/verlagen 1.
De D Beam Controller gebruiken 1. Druk op een knop om het D Beam effect te selecteren. Knop Uitleg [SOLO SYNTH] knop U kunt een mono synthesizer spelen door uw hand boven de D Beam Controller te bewegen. [EXPRESSION] knop De D Beam zal expressie toepassen. [ASSIGNABLE] knop De D Beam zal het effect toepassen dat u heeft toegewezen. Voor details, zie pagina 28 van de Engelstalige handleiding. Om de D Beam Controller uit te zetten drukt u op de verlichte knop, zodat deze uitdooft. 2.
03 Gevorderde handelingen Arpeggio’s spelen De Arpeggio functie produceert een Arpeggio als u een akkoord speelt. 1. Druk op de [ARPEGGIO] knop, zodat deze gaat branden. Het ARPEGGIO STYLE scherm verschijnt. 2. Speel een akkoord op het klavier. • Een Arpeggio gebaseerd op de noten van het akkoord dat u speelt begint te klinken. • U kunt aan de VALUE draaiknop draaien om de Arpeggio stijl te veranderen.
Recorder (Een song creëren) De algemene workflow voor songproductie is zoals hieronder wordt getoond. De uitleg in deze gids volgt de stappen die u uitvoert als u daadwerkelijk een song creëert. 1. Een nieuwe song creëren (p.15) 2. Het tempo instellen en een ritmepatroon spelen (p.16) 3. Uw uitvoering op de synthesizer opnemen (p.18) 4. Uw gitaar of stem opnemen (p.20) 5. De volumebalans en effecten van elke track aanpassen (p.22) 6. Uw song Masteren (p.24) 7.
04 De demosong beluisteren Toegang tot het RECORDER scherm 1. Druk op de [RECORDER VIEW] knop, zodat deze gaat branden. Het RECORDER scherm verschijnt. Om naar het synthesizer scherm (Live SET PLAY) terug te keren kunt u op de [RECORDER VIEW] knop drukken om zijn verlichting uit te zetten of op de [EXIT] knop drukken. Synthesizer scherm (Live SET PLAY) Digitale recorder scherm (RECORDER) De demosong beluisteren De SD-kaart behorend bij de JUNO-Gi bevat een demosong voor de digitale recorder.
05 Een nieuwe song creëren De digitale recorder behandelt uw muziek in eenheden die ‘songs’ worden genoemd. U begint met het creëren van een nieuwe song. 1. Druk op de [RECORDER VIEW] knop, zodat deze gaat branden. Het RECORDER scherm verschijnt. 2. In het RECORDER scherm drukt u op de [3] (MENU) knop. 3. Gebruik de VALUE draaiknop om ‘1. Song Edit’ te selecteren, en druk op de [ENTER] knop. Het SONG EDIT MENU verschijnt. 4.
06 Ritmepatronen spelen Wat is een ritmepatroon? Ritmepatroon Naast zijn acht tracks kan de digitale recorder ook ritmepatronen spelen, zoals een ritmemachine. U kunt een ritmepatroon als leidraad spelen terwijl u opneemt of u kunt ritmepatronen arrangeren, zodat deze bij de structuur van de gehele song passen. 1 2 3 4 5 6 7 8 Het ritmepatroon aanzetten 1. Druk op de [RHYTHM PATTERN] knop, zodat deze gaat branden. 2. Druk op de [ ] (PLAY) knop. Het ritmepatroon wordt gespeeld. 3.
Het tempo van de recorder instellen Over het tempo De JUNO-Gi gebruikt twee soorten tempo: het ‘klavier tempo’ en het ‘recorder tempo’. Het klavier tempo wordt gebruikt voor de Arpeggio functie van de synthesizer, enz. en het recorder tempo is het tempo van de digitale recorder.
07 Opnemen wat u op de synthesizer speelt Laten we nu een pianoklank in stereo op tracks 1 en 2 opnemen. Wat zijn tracks en V-tracks? De digitale recorder heeft acht tracks. Elke track heeft acht ‘virtuele tracks’ (V-tracks), en u kunt één van deze tracks kiezen om voor opnemen en afspelen te gebruiken. Met andere woorden, u kunt uw uitvoering op 8 x 8 = 64 tracks opnemen, en acht van deze tracks kiezen voor afspelen.
Opnemen 1. Druk op de [RECORDER VIEW] knop, zodat deze gaat branden. Zorg dat ‘BOUNCE’ of ‘MASTERING’ niet in het scherm wordt aangegeven. Als deze indicaties wel worden getoond, drukt u een aantal malen op de [1] (MODE) knop totdat ‘BOUNCE’ of ‘MASTERING’ niet meer wordt getoond. Mode indicatie (gebruik de [1] (MODE) knop om te veranderen) (Geen) Normale opnamemodus BOUNCE Bounce modus MASTERING Mastering modus De opnametracks selecteren 2.
08 Uw gitaar of stem opnemen Laten we nu het geluid van een gitaar of microfoon op track 3 opnemen. De ingangsbron selecteren 1. Druk op de [AUDIO INPUT] knop. Het AUDIO INPUT SELECT venster wordt geopend. * Als de [KEYBOARD] knop is verlicht, drukt u erop om de verlichting uit te zetten. 2. Druk op de [1] (GUITAR) of [2] (MIC) knop om de geluidsbron die u wilt invoeren te selecteren. • Als u een knop indrukt, wordt de invoer voor die knop aangezet.
Een Insert effect toepassen De digitale recorder van de JUNO-Gi beschikt over een effectprocessor die met soortgelijke apparaten concurreert. 1. In het RECORDER scherm drukt u op de [6] (EFFECT) knop. Het (INSERT FX) scherm van de recorder verschijnt. 2. Druk op de cursorknoppen om de cursor te verplaatsen en gebruik de VALUE draaiknop om een Insert effectnummer te kiezen. 3. Nadat u effectinstellingen heeft gemaakt, drukt u op de [EXIT] knop om naar het RECORDER scherm terug te keren.
09 De volumebalans en effecten van elke track aanpassen De Track volumes aanpassen 1. Druk op de [ ] (PLAY) knop om de song af te spelen. 2. Gebruik de TRACK MIXER [1/5] – [4/8] en [RHYTHM PATTERN] schuifregelaars om het volume aan te passen. Als de [TRACK 1-4 5-8] knop verlicht is, drukt u op de knop zodat de verlichting uitdooft. MEMO • Als u een schuifregelaar helemaal naar beneden verplaatst, zal het geluid van de track niet te horen zijn.
De Equalizerinstellingen voor elke track aanpassen (EQ SETTING) Parameter Waarde Uitleg On/Off OFF, ON Equalizer (EQ) schakelaar voor elke track. Low Gain -12–+12 dB Hoeveelheid boost/cut voor de lage reeks. Low Freq 40 Hz–1.6 kHz Middenfrequentie van de lage reeks. Mid Gain -12–+12 dB Hoeveelheid boost/cut voor de middenreeks Mid Freq 20 Hz–10 kHz Middenfrequentie van de middenreeks Mid Q 0.5–16 Breedte van de middenreeks Hogere waardes maken de breedte smaller.
10 Uw song Masteren U kunt het niveau (volume) van de song optimaliseren door deze te Masteren. U kunt de gemasterde data ook naar een geluidsbestand (.WAV) converteren. In de Mastering modus kunt u het afspeelgeluid van alle acht tracks beluisteren terwijl u de ‘mixdown’ uitvoert, en de mix in stereo op een apart paar V-Tracks opneemt. Track 1–8 1 2 3 4 5 6 7 8 Stereo Track V-Track 2 V-Track 1 1 2 3 4 5 6 7 8 * Zet eerst de [AUDIO INPUT] en [KEYBOARD] knoppen uit. De Mastering modus selecteren 1.
\ 8. Druk op de [n] (STOP) knop. 9. Druk op de [ ] (begin van de song) knop om naar het begin van de song terug te keren. 10. Druk op de [l] (REC) knop en dan op de [ ] (PLAY) knop om met Masteren te beginnen. 11. Om met Masteren te stoppen, drukt u op de [n] (STOP) knop. De gemasterde data worden op de tracks die u bij stap 3 heeft gespecificeerd gecreëerd. De boodschap ‘Export’ verschijnt. 12. Druk op de [6] (EXEC) knop.
11 Een CD maken van uw voltooide song Aangezien geëxporteerde geluidsbestanden in het standaard .WAV-bestand formaat zijn, kunt u deze gebruiken om een CD op de computer te creëren. Kaartlezer (apart verkrijgbaar) WAV CD OPMERKING Om deze procedure uit te kunnen voeren heeft u een computer en een in de winkel verkrijgbare SD-kaartlezer nodig. 1. Druk op de [WRITE] knop om de song op te slaan (p.4) en zet dan de stroom van de JUNO-Gi uit. 2.
USB Memory Song Player 12 Songbestanden uit het USB-geheugen spelen De USB-geheugen songspeler kan geluidsbestanden (.WAV, MP3, AIFF) of standaard MIDI-bestanden (SMF) die u van de computer naar het USB-geheugen heeft gekopieerd afspelen. Voordat u verdergaat, kopieert u de songbestanden van de computer naar de Root Directory (hoogste niveau) van het USB-geheugen. Steek het USB-geheugen dan in de JUNO-Gi. Kopiëren naar USB-drive MP3, .WAV, AIFF, SMF (.
Copyright © 2010 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets van deze publicatie mag in welk vorm dan ook gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION. • ROLAND en JUNO zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Roland Corporation in de Verenigde Staten van Amerika en/of andere landen. • Alle in dit document genoemde productnamen zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars.