Operation Manual

Kennismaking met de JUPITER-50
21
Inleiding Klanken spelen Klanken bewerken
Overige handige
functies
Andere apparatuur
aansluiten
Appendix
Snelle start
Tones
De Tone’ is de kleinste geluidseenheid die op de JUPITER-50 wordt gebruikt.
Er zijn vier types Tones, zoals in onderstaande tabel wordt getoond. Deze Tones zijn de elementen waaruit de Registraties (p.23) en Live Sets (p.22)
worden opgebouwd.
Type Uitleg
SuperNATURAL Acoustic Tone
Dit zijn akoestische SuperNATURAL klanken.
Vele realistische klanken die van Behavior Modeling technologie gebruikmaken zijn beschikbaar.
U kunt ook het LIVE SET TONE MODIFY scherm (p. 60) gebruiken om bepaalde parameters, die als meest
geschikt voor de betreende klank zijn geselecteerd, aan te passen.
Deze Tones kunnen aan een Live Set (Upper Part, Lower Part), het Solo Part of het Percussion Part worden
toegewezen.
SuperNATURAL Synth Tone
Dit zijn synthesizer SuperNATURAL klanken.
Deze Tones kunnen aan de Live Set (Upper Part), Solo Part en Percussion/Lower Part worden toegewezen.
U kunt ook het LIVE SET TONE MODIFY scherm (p. 60) gebruiken om parameters aan te passen.
Handmatige percussie
Deze produceren de klanken van percussie-instrumenten of geluidseecten. E
en grote verscheidenheid aan percussie-instrumenten en geluidseecten is te horen, afhankelijk van de toets
(nootnummer) die u speelt.
Deze Tones kunnen alleen aan het Percussion/Lower Part worden toegewezen.
Drums/SFX
MEMO
Als u een SuperNATURAL Acoustic Tone/Synth Tone, Manual Percussion en Drums/SFX bewerkt, kan het resultaat daarvan als een Registratie of
een Live Set worden opgeslagen.