Operation Manual

Paneelbeschrijvingen
29
Inleiding Klanken spelen Klanken bewerken
Overige handige
functies
Andere apparatuur
aansluiten
Appendix
Snelle start
* Wanneer aansluitkabels met weerstanden worden gebruikt, kan het volumeniveau van apparatuur die op de AUDIO IN Jack is aangesloten laag
zijn. Als dit gebeurt, gebruik dan aansluitkabels die geen weerstanden bevatten.
SUB OUT Jacks
Hier kunt u luidsprekers aansluiten die als monitors dienen, of om alleen het
Reverbgeluid uit te sturen. De systeeminstelling ‘Output Assign’ (p.75) speciceert
welke klanken via de SUB OUT Jacks uitgestuurd zullen worden.
* De [VOLUME] knop op het bovenpaneel past het volume van deze Jacks niet aan.
MAIN OUT (TRS) Jacks
Sluit hier luidsprekers aan. Voor een mono uitvoer, sluit u op de L/MONO Jack aan.
1: GND2: HOT
3: COLD
1: GND 2: HOT
3: COLD
TIP: HOT
RING: COLD
SLEEVE: GND
Dit instrument is uitgerust met gebalan-
ceerde (TRS) Jacks. Schakelschema’s voor
deze Jacks worden hieronder getoond.
Maak aansluitingen nadat u de schakel-
schema’s van andere apparatuur die u wilt
aansluiten heeft gecontroleerd.
AUDIO IN (STEREO) Jack
Sluit hier een digitale geluidsspeler of afspeelapparaat
voor geluid aan. Gebruik een stereo miniplug (in de
handel verkrijgbaar) om de aansluiting te maken.
Het ingangsniveau wordt met de [LEVEL] knop,
links van de Jack, aangepast.
PHONES Jack
Hier kan een koptelefoon (apart verkrijgbaar) worden a
angesloten.
[POWER] schakelaar
Hiermee wordt de stroom aan/
uitgezet (p.31).
DC IN Jack/snoerhaak
Sluit hier de meegeleverde adapter aan.
Snoerhaak
Het snoer van
de meegele-
verde adapter
Adapter
Indicator
Netsnoer
Stopcontact
* Om een onbedoelde stroomonderbreking te voorkomen (als de stekker
er per ongeluk wordt uitgetrokken) en overbelasting van de DC IN Jack
te vermijden, zet u het netsnoer met gebruik van de snoerhaak vast,
zoals in de illustratie wordt getoond.
* Plaats de adapter zo, dat de kant met de indicator (zie illustratie) naar
boven wijst en de kant met de tekstinformatie naar beneden wijst.
De indicator licht op als u de adapter in een stopcontact steekt.
Aardklem
Afhankelijk van de omstandigheden van een bepaalde opstelling,
kunt u een ongemakkelijke sensatie ervaren, of bemerken dat het
oppervlak ruw aanvoelt als u dit apparaat, hierop aangesloten
microfoons, of de metalen gedeeltes van andere objecten zoals
gitaren aanraakt. Dit komt door een oneindig kleine elektrische
lading, welke absoluut onschuldig is. Als u zich hier echter zorgen
over maakt, verbindt u de aardklem (zie guur) met een externe
aarde. Als het apparaat geaard is, kan een lichte brom te horen
zijn, afhankelijk van de bijzonderheden van uw installatie. Als
u onzeker bent over de verbindingsmethode, raadpleegt u het
dichtstbijzijnde Roland Service Centrum of een erkend Roland
distributeur. Deze zijn op de ‘Informatie’ pagina te vinden.
Locaties die niet geschikt zijn voor aansluiting:
• Waterleidingen (kan tot schokken of
elektrocutie leiden).
• Gasleidingen (kan tot brand of explosie leiden)
• Telefoonkabel aarde of bliksemaeider (kan
gevaarlijk zijn in geval van bliksem).