Operation Manual

57
Inleiding Klanken spelen Klanken bewerken
Overige handige
functies
Andere apparatuur
aansluiten
Appendix
Snelle start
Een Live Set bewerken
U kunt een Live Set bewerken door de Tones in de Live Set te
veranderen, en door Oset waardes ten opzichte van de waarde
van elke Tone aan te passen.
Het LIVE SET (UPPER) scherm (p.36) toont standaard informatie over
de huidig geselecteerde Live Set.
REFERENTIE
• Voor details over de basisbediening raadpleegt u ‘LIVE SET
(UPPER) scherm’ (p.36).
• Voor een lijst met alle parameters kunt u de JUPITER-50
Parameter Guide’ (PDF bestand) van JUPITER-50’ in de
‘Owner’s Manuals’ lijst op de Roland website downloaden
(http://www.roland.com/support/en/).
De volgende parameters worden in een Live Set opgeslagen.
Scherm Tab Uitleg
LIVE SET
COMMON
Algemene instellingen voor de gehele Live Set
• Naam van de Live Set, Live Set categorie
• Volume
• Filter
• Phase Lock, enz.
LIVE SET LAYER
Instellingen voor elke laag
LV&PAN
Layer aan/uit
Volume
Pan
KBD Klavierreeks
EFXSEND
Geluidsuitvoer bestemming en
zendniveau van de Layer
PITCH Toonhoogte
VIBRATO Vibrato
OFFSET Oset waardes voor lter en envelope
VELOCITY Velocity
MISC
Mono/Poly schakelaar
Legato
RX FLTR 1
Control data ontvangen door elke Layer
RX FLTR 2
LIVE SET
EFFECTS
MFX instellingen
MFX1
Geluidsuitvoer bestemming en
zendniveau van de Layer
Zendniveau naar MFX
MFX type selectie
MFX aan/uit
MFX volume
MFX instellingen, Reverb instellingen
Zendniveaus van de Tone naar Reverb,
en van MFX naar Reverb, enz.
MFX2
MFX3
MFX4
REVERB Reverb-instellingen
SWITCH MXF aan/uit
Scherm Tab Uitleg
TONE MODIFY
Oset instellingen voor elke Layer
Voor een SuperNATURAL Synth Tone
• Toonhoogte
• Filter
• Amp
• LFO
• Modulatie
• Portamento, enz.
Voor een SuperNATURAL Acoustic Tone
• ruisniveau
• Variatie, enz.
TONE BLENDER
Instellingen voor de Tone Blender functie
SET SRC
Speciceert de huidige waardes als de
nieuwe initiële waardes (de parameters
van de Live Set worden bijgewerkt).
SHUFFLE
Stelt alle bestemmingswaardes
willekeurig in.
UNDO
Herstelt de oorspronkelijke staat van de
bestemmingswaardes die willekeurig
werden ingesteld toen u op [F2]
(SHUFFLE) drukte.
RESET
Stelt de bestemmingswaardes zo
in, dat deze met de initiële waardes
overeenkomen.
Tips voor het bewerken van een Live Set
Een registratie bestaat uit maximaal drie Parts.
Het bewerken zal gemakkelijker verlopen als u alleen de
Upper Parts beluistert (zet de Part knop aan) (p.42).
De Tones bewerken
Door de [F4] (MODIFY) knop van elk Layer in het LIVE SET
(UPPER) scherm (p.36) in te drukken, kunt u de Tone die aan
die Layer is toegewezen wijzigen (het LIVE SET TONE MODIFY
scherm verschijnt).
Voor details, zie ‘De Tone die aan een Layer is toegewezen
bewerken (Tone Modify)’ (p.60).