Operation Manual

De systeeminstellingen van de JUPITER-50
76
Parameter Waarde Uitleg
Scale Tune Template
Er zijn sjablonen die alle C-B instellingen van Scale Tune (de waardes voort elke
toets die in het scherm wordt getoond) instellen.
Scale Tune Type
EQUAL Gelijkzwevende stemming
JUST-MAJ Reine stemming (majeur)
JUST-MIN Reine stemming (mineur)
PYTHAGORE
Pythagorische stemming
KIRNBERGE
Kirnberger (type 3)
MEANTONE
Middentoon stemming
WERCKMEIS
Werckmeister (type 1, nummer 3)
ARABIC Arabische ladder
Scale Tune Key C–B
Speciceert de grondtoon voor het Scale
Tune sjabloon.
Scale Tune
Scale Tune for C–B -64–+63 Speciceert de Scale Tuning.
De Local Switch instelling gebruiken
Als u een externe sequencer met de Keyboard Controller sectie en geluidsge-
nerator sectie van de JUPITER-50 gebruikt, dient u de Local Switch op OFF in te
stellen, vanwege het volgende.
We moeten deze secties in de volgende volgorde aansluiten: het klavier van
de JUPITER-50 externe sequencer geluidsgenerator van de JUPITER-50.
Omdat de Keyboard sectie en de geluidsgenerator sectie van de JUPITER-50
intern zijn verbonden, zou een dergelijke aansluiting normaalgesproken
onmogelijk zijn. Echter, als de Local Switch op OFF staat, zijn de Keyboard sectie
en de geluidsgenerator sectie van de JUPITER-50 onafhankelijk, zodat u een
externe sequencer kunt gebruiken, zoals hier in de illustratie wordt getoond.
Aansluitingen tussen de JUPITER-50 en de externe
sequencer
JUPITER-50 klavier
(Externe) sequencer
Local O
JUPITER-50
geluidsgenerator
CONTROL ([F2] knop)
Parameter Waarde Uitleg
Control Pedal 1/Control Pedal 2
Pedal 1 Assign
Source
Pedal 2 Assign
Source
SYSTEM,
REGISTRATION
Speciceert of de functies die door de
pedalen die op de FOOT PEDAL CTRL
1 en 2 Jacks zijn aangesloten worden
bestuurd, bepaald worden door de
systeeminstellingen (SYSTEM) of door de
registratie-instellingen (REGISTRATION).
Parameter Waarde Uitleg
Pedal 1 Assign
Pedal 2 Assign
Functies bestuurd door de pedalen die op de FOOT PEDAL
CTRL 1 en 2 Jacks zijn aangesloten.
OFF Er is geen functie toegewezen.
CC01–31, CC33–95 Controller nummer 1-31, 33-95.
AFTERTOUCH Aftertouch
BEND UP
Hetzelfde eect als het naar rechts
bewegen van de Pitch Bend hendel.
BEND DOWN
Hetzelfde eect als het naar links
bewegen van de Pitch Bend hendel.
REGISTRATION UP
Selecteer de registratie met het
daaropvolgende nummer.
REGISTRATION
DOWN
Selecteer de registratie met het vorige
nummer.
PANEL INC
Hetzelfde eect als het indrukken van de
[INC] knop op het paneel.
PANEL DEC
Hetzelfde eect als het indrukken van de
[DEC] knop op het paneel.
START/STOP
De USB Memory Song Player starten/
stoppen.
Pedal 1 Polarity
Pedal 2 Polarity
STANDARD,
REVERSE
Selecteert de polariteit van de
pedalen die op de CTRL 1 en 2 Jacks zijn
aangesloten.
Afhankelijk van het pedaalmodel, kan
het resultaat van het indrukken of
loslaten van het pedaal het tegenover-
gestelde zijn van wat u verwacht. Als
dat het geval is, kiest u de ‘REVERSE’
instelling. Als u een Roland pedaal
gebruikt (dat geen polariteit schakelaar
heeft), kiest u de ‘STANDARD’ instelling.
Hold Pedal
Hold Pedal Polarity
STANDARD,
REVERSE
Selecteert de polariteit van de pedalen
die op de FOOT PEDAL HOLD Jack zijn
aangesloten.
Afhankelijk van het pedaalmodel, kan
het resultaat van het indrukken of
loslaten van het pedaal het tegenover-
gestelde zijn van wat u verwacht. Als
dat het geval is, kiest u de ‘REVERSE’
instelling. Als u een Roland pedaal
gebruikt (dat geen polariteit schakelaar
heeft), kiest u de ‘STANDARD’ instelling.
Continuous Hold
Pedal
OFF, ON
Als dit op ON staat, ondersteunt de
HOLD Jack half-pedaal. Als half-pedaal is
ingeschakeld, kunt u een demperpedaal
(zoals de DP-10, apart verkrijgbaar)
aansluiten en het pedaal gebruiken om
de subtiele nuances van de pianoklan-
ken die u speelt te besturen.
D-BEAM
D-BEAM Sens 0–127
Hoe hoger de waarde die u voor deze
parameter instelt, hoe gevoeliger de
D-BEAM controller wordt.
Slider
Slider Mode
Speciceert hoe de schuifregelaars werken.
DIRECT
Als u een schuifregelaar bedient, wordt
control data die zijn positie aangeeft
altijd verzonden.
CATCH
Als u een schuifregelaar bedient, wordt
control data alleen verzonden worden
als de huidige waarde van de parameter
is bereikt.