Operation Manual

63
Voorzieningen op de panelen
Bedieningspaneel
1. CHANNEL CONTROL
CH1
Hiermee regelt u het volume van kanaal 1.
Op de betreffende connector kunt u signaalbronnen aanslui-
ten met een niveau tussen microfoon (–50dBu) en Line (–
20dBu).
CH2, CH3
Hiermee regelt u het volume van kanaal 2 en 3.
Op de betreffende connectors kunt u signaalbronnen met
Line-niveau (–20dB) aansluiten.
2. MASTER CONTROL
Hier kunt u de toonregeling en het volume van de interne
luidsprekers en een optionele hoofdtelefoon instellen.
LOW-regelaar
Hiermee bepaalt u het volume van de bas (dus hoe “zwaar”
het geluid is).
HIGH-regelaar
Hiermee bepaalt u het volume van de hoge tonen (helder-
heid).
VOLUME-regelaar
Hiermee stelt u het algemene volume in.
PHONES-aansluiting
Hier kunt u een optionele hoofdtelefoon aansluiten. Zodra u
hier een jack aansluit, worden de luidsprekers uitgeschakeld.
In dat geval worden er ook geen signalen via de SUB
WOOFER OUT-connector naar buiten gestuurd (blz. 64).
* Het verdient aanbeveling om de VOLUME-regelaar op “0” te
zetten alvorens een hoofdtelefoon aan te sluiten.
* Hoewel u een stereojack op de PHONES-connector kunt aan-
sluiten is het geluid in de hoofdtelefoon mono.
3. Stroomindicator
Deze indicator licht op, wanneer u het apparaat inschakelt.
4. POWER-schakelaar
Hiermee schakelt u het apparaat in en uit.
* Zet het volume van de KC-60 en de daarop aangesloten appara-
ten altijd op “0” alvorens ze in of uit te schakelen.
* Dit apparaat is voorzien van een veiligheidscircuit. Daarom
duurt het na het inschakelen even voordat het naar behoren
werkt.
Tijdens het inschakelen hoort u eventueel een zachte plof in de
luidsprekers. Dat is echter volkomen normaal.
1 234