Operation Manual
64
Voorzieningen op de panelen
Achterkant
5. CH 1-connectors
Naast een 1/4”-jack vindt u hier tevens een symmetrische
(“gebalanceerde”) XLR-connector voor het aansluiten van
een microfoon e.d.
Kies dit kanaal voor elektronische muziekinstrumenten,
microfoons, modules en andere signaalbronnen.
Op deze connector kunt u signaalbronnen aansluiten met een
niveau gaande van microfoon (–50dBu) tot Line (–20dBu).
6. CH 2- en CH 3-ingangen
Kies dit kanaal voor elektronische muziekinstrumenten,
modules en andere signaalbronnen.
Het niveau van die signaalbronnen moet –20dBu bedragen.
7. AUX IN-connectors
Dit zijn RCA/Cinch-ingangen.
Hierop kunt u een CD- of MD-speler aansluiten. De betref-
fende signalen worden dan bij die van de kanalen 1~3
gevoegd.
Hier kunt u signaalbronnen met een niveau van –10dBu aan-
sluiten.
* Het volume van een op de AUX IN-connectors aangesloten
apparaat moet u op het apparaat zelf instellen.
* U kunt hier weliswaar stereobronnen aansluiten, maar de twee
kanalen worden intern tot een monosignaal gecombineerd.
8. LINE OUT-connector
Verbind deze aansluiting met een mengpaneel, een opname-
apparaat e.d.
Het niveau van de via deze connector uitgestuurde signalen
bedraagt +4dBu (Line).
* De MASTER CONTROL-regelaars (LOW, HIGH en
VOLUME) hebben geen invloed op het LINE OUT-signaal.
9. SUB WOOFER OUT-
connector
Sluit hier een subwoofer aan, als u het geluid van meer bas
wilt voorzien.
Het niveau van de via deze connector uitgestuurde signalen
bedraagt +4dBu (Line).
Het SUB WOOFER OUT-signaal wordt beïnvloed door de
regelaars van de MASTER CONTROL-sectie (LOW, HIGH
en VOLUME).
* Door een hoofdtelefoon op de versterker aan te sluiten schakelt u
ook de SUB WOOFER OUT-connector uit.
56789