Operation Manual

130
Hoofdstuk 7 Songs creëren en bewerken
Hoofdstuk 7
Stap 2 De opname starten
Kies indien noodzakelijk een opnamemodus.
Verderop op deze pagina vindt u meer informatie over hoe u
moet opnemen.
Indien u voor de eerste keer iets opneemt, hoeft u geen opname-
modus te selecteren.
De op te nemen partij selecteren
1. Breng het scherm ‘16-spoors-sequencer’ in beeld (pag.
127).
2. Raak het nummer aan van de partij die u wilt opnemen.
De knop van de betreffende partij wordt oranje.
U kunt drumritmen of geluidseffecten alleen opnemen
onder Partij D (10) of Partij S (11). U kunt drumritmen of
geluidseffecten selecteren door Partij D (10) of Partij S (11) te
selecteren en <Drum Set> aan te raken.
De te spelen geluidssoort selecteren
3. Gebruik de Tone-knoppen om een geluidssoort te selecte-
ren die u wilt spelen
Raak na de selectie van de geluidssoort <Exit> aan om het
scherm ‘16-spoors-sequencer’ op te roepen.
De uitvoering opnemen
4. Druk op de knop [ (Reset)].
De opname start bij het begin van de song.
Indien u wilt opnemen vanaf een ander punt dan het begin,
gebruik dan de knoppen (Bwd)] en [ (Fwd)] om
een andere maat als beginpunt te selecteren.
5. Druk op de [ (Rec)]-knop en het lampje bij de knop
gaat branden.
De KR wordt stand-by gezet om op te nemen.
6. Druk op de [ (Play/Stop)]-knop.
Er wordt twee maten afgeteld, waarna de opname begint.
*U kunt de uitvoeringsknopen niet gebruiken wanneer u met de 16-
spoors-sequencer opneemt.
7. Druk op de [ (Play/Stop)]-knop.
De opname stopt.
Ga na het opnemen van één partij door met het selecteren en
opnemen van een andere partij. Blijf zo lagen opstapelen
totdat de opname van uw song klaar is.
U hoeft alleen bij de opname van de eerste partij de procedure van
Stap 1 (‘De opname voorbereiden’) te volgen. Bij de tweede en vol-
gende opnamen kunt u Stap 1 overslaan en doorgaan met Stap 2
(‘De opname starten’).
* Opgenomen uitvoeringen worden verwijderd wanneer de span-
ning van de KR wordt uitgeschakeld. Het is daarom goed om song-
gegevens op een floppydisk of in het gebruikersgeheugen op te
slaan. Zie ‘Songs opslaan’ op pag. 116 voor meer informatie hier-
over.
De opnamemodus
veranderen (‘Rec Mode’)
U kunt één van de onderstaande vier methoden gebruiken om
op te nemen met de KR.
Hoewel u normaalgesproken ‘Vervangend opnemen’ zult
gebruiken, waarbij eerder opgenomen materiaal gewist wordt
wanneer er nieuwe klanken worden opgenomen, zult u merken
dat u songs eenvoudig kunt opnemen door deze modus in com-
binatie met andere opnamemodi te gebruiken.
Replace Recording (Vervangende opname;
pag. 131)
Dit is de normale methode om op te nemen. Nieuw materiaal
wordt opgenomen, terwijl eerder opgenomen materiaal wordt
gewist.
Mixed Recording (Gemengde opname; pag. 131)
Nieuwe tonen worden bovenop eerder opgenomen tonen opge-
nomen. Deze handige eigenschap maakt het voor u eenvoudig
om melodieën over van te voren opgenomen begeleiding heen
op te nemen.
Loop Recording (Herhaalde opname; pag. 132)
Bepaalde maten worden herhaaldelijk opgenomen, terwijl
nieuwe tonen worden gecombineerd met bestaande muziek. Een
handige eigenschap voor het creëren van ritmepartijen. Her-
haalde opname maakt het u mogelijk om binnen een geselec-
teerd deel telkens opnieuw op te nemen, waarbij u elke keer dat
u opneemt een ander percussiegeluid toevoegt.
Punch-in Recording (Opnieuw opnemen van
onderdelen; pag. 133)
U kunt alleen een bepaalde passage opnieuw opnemen, terwijl u
naar een opgenomen uitvoering luistert.
Direct nadat de spanning van de KR wordt ingeschakeld, wordt
Vervangend opnemen geselecteerd.