Operation Manual
134
Hoofdstuk 7 Songs creëren en bewerken
Hoofdstuk 7
Een begeleiding componeren
door akkoorden in te geven
(‘Chord Sequencer’)
U kunt een akkoordsequens invoeren en de plaatsen kiezen waar
het begeleidingspatroon verandert om een begeleiding voor een
song te creëren. Deze functie heet ‘Chord Sequencer’ (Akkoord-
sequencer).
Dankzij de Akkoordsequencer kunt u een begeleiding voor de
maat uit maken en met uw rechterhand meespelen.
1. Druk op de [Menu]-knop en het lampje bij de knop gaat
branden.
Het Menuscherm verschijnt.
2. Raak <Chord Sequencer> aan.
Het scherm zoals hieronder afgebeeld wordt het ‘Chord
Sequencer’-scherm genoemd.
fig.d-chordseq.eps_50
3. Druk op een Music Style-knop of raak het scherm aan om
een muziekstijl te selecteren (pag. 62).
4. Raak <Exit> aan.
U gaat terug naar het scherm ‘Akkoordsequencer’.
5. Voer de akkoordsequens en het begeleidingspatroon in.
Zie ‘Akkoorden ingeven met de akkoordsequencer’.
6. Raak <Execute> aan wanneer u klaar bent met het invoe-
ren van alle gegevens.
De begeleiding die u heeft gecomponeerd wordt opgeslagen
onder ‘0: New Song’.
Ga wanneer het opslaan van de gegevens voltooid is terug
naar het Menuscherm.
Druk nu op de [ (Play/Stop)]-knop en probeer de
melodie mee te spelen met de begeleiding die u heeft
gecreëerd.
* Songs die u heeft gecreëerd, worden weggegooid zodra u de span-
ning van de KR uitschakelt. Indien u de song niet wilt verwijde-
ren, sla deze dan op een floppydisk of in het gebruikersgeheugen
op. Zie ‘Songs opslaan’ op pag. 116.
Akkoorden ingeven met de akkoordsequencer
1. Gebruik de knoppen [-] [+] of de afstemknop om de cursor
naar de ingavepositie te verplaatsen.
Gebruik de knoppen [ (Bwd)] en [ (Fwd)] om de
cursor met een hele maat tegelijk te verplaatsen.
2. Voer de akkoordsequens en de veranderingen in het bege-
leidingspatroon en het arrangement in.
Dit werkt net als bij de automatische begeleiding: sla de
toetsen aan om een akkoord aan te geven en druk op een
knop om het begeleidingspatroon te selecteren (pag. 69). U
kunt de Style Orchestrator veranderen met de uitvoerings-
knoppen (pag. 70).
3. Raak <Ins> eenmaal aan om één maat tussen te voegen
voor de maat waarin de cursor momenteel staat.
Indien u <Del> aanraakt, wordt de maat waarin de cursor
momenteel staat verwijderd, terwijl de maten die volgen
naar voren verplaatst worden.
Om dat wat u heeft ingegeven te verwijderen, verplaatst u
de cursor naar de plaats van de betreffende gegevens en
raakt u <Clear> aan. Hierdoor wordt de ingevoerde instel-
ling verwijderd.
→U kunt een intro alleen aan het begin van een song invoegen.
Wanneer u een intro toevoegt, wordt het aantal maten dat corres-
pondeert met de lengte van de intro automatisch ingevoegd.
Display Scherm
Ins
Er wordt één maat tussengevoegd voor de
maat waarin de cursor staat.
Del
De maat waarin de cursor staat wordt verwij-
derd.
Chords
Hiermee kunt u akkoorden ingeven zonder op
het klavier te spelen. Zie ‘Akkoorden ingeven
zonder op het klavier te spelen’ op pag. 135.
All Clear Verwijdert alle gegevens die zijn ingegeven.
Clear
Verwijdert de gegevens op de plaats van de
cursor.
Execute
Neemt de akkoordsequens die is ingegeven
op. Raak deze icoon aan wanneer u klaar bent
met het ingeven van alle akkoorden.
Dit is het einde van de song.
Wanneer u doorgaat met het
toevoegen van gegevens, voeg dan
maten toe door <Ins> aan te raken.
Dit is de ‘cursor’. De cursor geeft
aan waar de verandering van
akkoord of andere informatie
wordt ingegeven.
Dit geeft de positie aan, waar het
begeleidingspatroon (Divisie) of de
Style Orchestrator verandert.
Verander de begeleidingsarrangementen
Ver plaats de cursor
Selecteer het begeleidingspatroon (Divisie)