Operation Manual

146
Hoofdstuk 8 Muziekstijlen creëren
Hoofdstuk 8
De volume- en effectinstellingen voor elke
partij bewerken
Het scherm ‘Part Settings’ (Partijen instellen)
in beeld brengen
1. Raak in het Stijlcomponist-scherm <Options> aan.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder afgebeeld:
fig.d-scomp-part.eps_50
De instellingen van elke partij wijzigen
2. Raak de aan om de partij te selecteren, waar-
van u de instellingen wilt wijzigen.
De naam van de partij en de naam van de geluidssoort wor-
den bovenaan het scherm aangegeven.
3. Raak bij elke parameter aan om de waarde
ervan te veranderen.
U kunt de waarden ook veranderen door de naam van elke
parameter aan te raken en dan de knoppen [-] [+] en de
afstemknop te gebruiken. Wanneer u de knoppen [-] [+]
tegelijkertijd indrukt, gaat de parameter terug naar zijn oor-
spronkelijke waarde.
U kunt de geluidssoort voor de geselecteerde partij veran-
deren, door een Tone-knop in te drukken om de geluids-
soort te veranderen, terwijl dit scherm in beeld is. Wanneer
u de ritmepartij selecteert, kunt u <Drum Set> aanraken om
het drumritme of geluidseffect te selecteren.
De instellingen voltooien
4. Raak <Exit> aan.
Het Stijlcomponist-scherm verschijnt.
Een stijl creëren van een song
die u zelf gecomponeerd heeft
(‘Style Converter’)
U kunt uit een song die u zelf gecomponeerd heeft de songdelen
overnemen die u nodig heeft om uw eigen originele stijl te creëren.
Wanneer u een song componeert, hoeft u niet alle akkoorden aan
te geven. U kunt enkele akkoorden aangeven, waarna de KR dan
automatisch de andere akkoorden kiest en de stijl arrangeert.
Deze functie wordt de ‘Style Converter’ (Stijlmodificator)
genoemd.
De Stijlmodificator heeft een Automodus, waarin u eenvoudig
stijlen kunt creëren van songs met één enkel akkoord, en een
Handmatige modus, waarin u stijlen kunt creëren van songs met
drie soorten akkoorden: majeur, mineur en zevende interval-
akkoorden.
Wanneer u een song creëert om een muziekstijl te creëren, is het
handig om de samenstelling van de muziekstijl eens onder de
loep te nemen.
Stijlarrangementen
Een muziekstijl bestaat uit vijf partijen: Ritme, Bas, Accompani-
ment (Begeleiding) 1, Accompaniment 2 en Accompaniment 3.
Een song heeft gewoonlijk een vrij voorspelbare volgorde, zoals
intro, melodie A, melodie B, brug en afsluiting (einde).
Bij de KR zijn zulke veranderingen in songs toegekend aan de
volgende zes uitvoeringsdelen. We noemen deze zes delen van
een song ‘Divisions’ (Divisies).
U kunt een song levendiger of ingetogener maken door het aan-
tal partijen dat door divisies gespeeld wordt te vergroten of ver-
kleinen. U kunt een song ook wijzigen door de geluidssoorten
van de partijen in de divisies te veranderen.
Scherm Uitleg
Volume Regelt het volume.
Reverb
Regelt de hoeveelheid galm die het geluid mee-
krijgt.
Chorus
Regelt de hoeveelheid ‘Chorus’-effect die het
geluid meekrijgt.
Panpot
Verandert de richting (links/rechts) waar het
geluid vandaan lijkt te komen.
Wanneer u aanraakt, wordt het geluid
naar rechts verplaatst; raak aan om het
geluid naar links te verplaatsen.
Divisie Divisie van de uitvoering
Intro
De intro wordt aan het begin van de song
gespeeld.
Ending
De afsluiting wordt aan het einde van de song
gespeeld.
Original
Dit is een basaal begeleidingspatroon (Origineel).
Variation
Dit is een verder ontwikkeld begeleidingspa-
troon (Variatie). Het is een variatie op een Origi-
neel.
Fill-In To
Variation
Dit is een frase van één maat die wordt tussenge-
voegd op een punt waar de stemming van de
muziek verandert. Dit wordt gebruikt om een
song levendiger te maken.
Fill-In To
Original
Dit is een frase van één maat die wordt tussenge-
voegd op een punt waar de stemming van de
muziek verandert. Dit wordt gebruikt om een
song rustiger te maken.