Operation Manual

157
Hoofdstuk 9 Diverse instellingen
Hoofdstuk 9
Functies aan pedalen en
uitvoeringsknoppen
toekennen (‘Pedal Setting/
User Functions’)
U kunt een groot aantal functies aan het linker- en middenpe-
daal en aan de uitvoeringsknoppen toekennen.
U kunt de toegekende functies oproepen door simpelweg het
betreffende pedaal of de betreffende uitvoeringsknop in te druk-
ken.
Functies aan pedalen toekennen
Raak <Pedal Setting> aan bij Stap 3 van ‘Procedure’ op pag. 155.
fig.d-pedalset.eps_50
Raak aan om functies aan elk van de pedalen toe te
kennen.
*U kunt de pedalen hun functies voor piano-uitvoering (pag. 21)
teruggeven door de One Touch Program-knop [Piano] in te druk-
ken.
Functies aan uitvoeringsknoppen
toekennen
1. Druk op de knop [User Function] en het lampje bij de
knop gaat branden.
Er verschijnt een scherm zoals hieronder afgebeeld:
fig.d-usrfunc.eps_50
2. Raak aan om functies aan elk van de uitvoe-
ringsknoppen toe te kennen.
Indien u het pedaal instelt als specifieke schakelaar om gebruiker-
sprogramma’s mee te selecteren, kan de functie die u aan het
pedaal heeft toegekend niet worden gebruikt. Zie ‘Het pedaal
gebruiken om van gebruikersprogramma te wisselen’ op pag. 126.
Functies die kunnen worden toegekend
(pedalen, uitvoeringsknoppen)
Function Uitleg
Leading
Bass
Schakelt de ‘Leading Bass’-functie* aan of uit
(afhankelijk van de huidige stand). De functie
blijft aan, zolang het pedaal waaraan deze
functie is toegekend ingedrukt wordt.
Wanneer de functie is toegekend aan een uit-
voeringsknop, wordt de functie afwisselend
in- en uitgeschakeld, telkens wanneer de
knop wordt ingedrukt.
No Chord
Alleen de ritmepartij van de begeleiding
wordt gespeeld. De volgende keer dat u een
akkoord op het klavier aangeeft, wordt de
functie ‘No Chord’ (Geen akkoord) uitge-
schakeld en worden alle partijen van de bege-
leiding gespeeld.
Break
Tijdens de uitvoering van de automatische
begeleiding stopt de begeleiding – slechts
gedurende één maat.
Fill In to
Variation
Voert dezelfde functie uit als de Fill In-knop
[To Variation]; pag. 69.
Fill In to
Original
Voert dezelfde functie uit als de Fill In-knop
[To Original]; pag. 69.
Fill In
Er wordt een fill-in tussengevoegd, maar het
begeleidingspatroon dat volgt, verandert
niet.
Half Fill In
Variation
Er wordt een fill-in van een halve maat
gespeeld, waarna wordt overgegaan op het
begeleidingspatroon ‘Variatie’.
Half Fill In
Original
Er wordt een fill-in van een halve maat
gespeeld, waarna wordt overgegaan op het
begeleidingspatroon ‘Origineel’.
Original/
Variation
Het begeleidingspatroon wordt veranderd
zonder tussenvoeging van een fill-in.
Arranger
Reset
Wanneer deze functie tijdens automatische
begeleiding wordt gebruikt, gaat de begelei-
ding terug naar het begin van de divisie (pag.
58).
Intro 1/End-
ing 1
Voert dezelfde functie uit als de knop [Intro/
Ending] van pag. 66. Intro 1 en Afsluiting 1
worden gespeeld.
Intro 2/End-
ing 2
Voert dezelfde functie uit als de knop [Intro/
Ending] van pag. 66. Intro 2 en Afsluiting 2
worden gespeeld.
Arranger
Start/Stop
Voert dezelfde functie uit als de [Start/Stop]-
knop (pag. 66).
Orchestra-
tor Up
Deze functie maakt van de begeleiding een
complexer arrangement (pag. 70).
Orchestra-
tor Down
Deze functie maakt van de begeleiding een
simpeler arrangement (pag. 70).
Melody
Intelligence
Hiermee wordt de ‘Melody Intelligence’-
functie in- en uitgeschakeld (pag. 72).