Operation Manual

65
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Hoofdstuk 2
Alleen de ritmepatronen van muziekstijlen spelen
U kunt ook alleen de ritmepatronen van muziekstijlen spelen.
Selecteer een muziekstijl (pag. 62)..
fig.panel2-4
1. Selecteer een muziekstijl (pag. 62).
2. Druk op de One Touch Program-knop [Piano].
De uitvoering wordt zodanig ingesteld, dat alleen de ritmepatronen worden gespeeld.
3. Druk op de knop [Intro/Ending].
Het ritmedeel van de begeleiding begint. Dit start met de intro.
U kunt, net als bij de gewone automatische begeleiding, intro’s en afsluitingen toevoegen
door de knop [Intro/Ending] in te drukken, en veranderingen in de ritmepatronen aan-
brengen met de Fill Inn-knop (pag. 69).
Het begeleidingstempo regelen
fig.panel2-5
Wanneer het Basisscherm in beeld is, kunt u de Tempoknoppen [-] en [+] of de knoppen
[-] en [+] en de afstemknop gebruiken om het tempo te wijzigen.
Het tempo wordt in de linkerbovenhoek van het scherm aangegeven.
fig.d-arrbasic.eps_60
Wanneer u tegelijkertijd op de knoppen [-] en [+] drukt, gaat de geselecteerde muziekstijl
of song terug naar het basistempo.
U kunt het tempo van de automatische begeleiding zelfs veranderen, terwijl de begelei-
ding aan het spelen is.
NOTE
Sommige muziekstijlen hebben
geen ritmepatronen. Wanneer
u deze stijlpatronen selecteert,
worden er geen ritmepatronen
gespeeld, zelfs niet wanneer u
de linkerkant van het klavier
b
espeelt.