Operation Manual

66
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Hoofdstuk 2
De begeleiding starten en stopzetten
Wanneer u op de One Touch Program-knop [Arranger] drukt, wordt de Synchronische
start voor de begeleiding geactiveerd (dit laat de begeleiding beginnen op het moment,
waarop u in het gebied van de linkerhand begint te spelen) en wordt er automatisch een
passende intro voor de begeleiding ingesteld.
U kunt de manier waarop de begeleiding start en stopt ook veranderen.
fig.panel2-6
De begeleiding gelijktijdig laten beginnen,
wanneer u begint te spelen (‘Sync’)
1. Druk de knop [Intro/Ending] en de knop [Start/Stop] tegelijk in. De
lampjes bij beide knoppen beginnen nu te knipperen.
De Synchronische startinstellingen treden nu in werking.
2. Speel een akkoord in het gebied van de linkerhand.
Wanneer u de toetsen aanslaat, beginnen intro en begeleiding gelijk met uw spel.
De intro veranderen
Wanneer het instrument staat ingesteld op Synchronische start (dus wanneer het lampje
van zowel de knop [Intro/Ending] als de knop [Start/Stop] knippert) kunt u met de vol-
gende procedure de intro veranderen of voorkomen dat de intro gespeeld wordt.
Zonder intro beginnen
Druk op de knop [Intro/Ending] en het lampje bij de knop gaat uit.
Wanneer u nu een akkoord op het klavier speelt, begint de begeleiding zonder de intro.
Met een korte toegevoegde intro beginnen
Raak op het Basisscherm Intro/Einde Type <2> aan.
fig.d-intro2.eps_60
Wanneer u nu een akkoord op het klavier aangeeft, wordt er een korte intro gespeeld,
waarna de begeleiding begint.
Met een druk op een knop beginnen
1. Druk de knop [Intro/Ending] en de knop [Start/Stop] tegelijk in. De
lampjes bij beide knoppen gaan uit.
Synchronische start wordt
direct ingesteld, nadat de One
Touch Program-knop [Arran-
ger] is ingedrukt.