Operation Manual

67
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Hoofdstuk 2
De Synchronische startfunctie wordt uitgeschakeld.
2. Speel een akkoord in het gebied van de linkerhand.
Kies het akkoord dat gespeeld moet worden wanneer de begeleiding begint te spelen.
3. Druk op de knop [Intro/Ending] of de knop [Start/Stop].
Wanneer u op de knop [Intro/Ending] drukt, wordt de intro gespeeld en begint de auto-
matische begeleiding. Wanneer u op de knop [Start/Stop] drukt, begint de begeleiding
zonder intro.
Wanneer u op de [Intro/Ending] drukt nadat u op het Basisscherm Intro/Einde Type <2>
heeft aangeraakt, wordt er een korte intro gespeeld.
De automatische begeleiding stoppen
Stoppen met een toegevoegd einde
1. Druk op de knop [Intro/Ending].
Er wordt een einde gespeeld en de automatische begeleiding stopt.
Wanneer u op de [Intro/Ending] drukt nadat u op het Basisscherm Intro/Einde Type <2>
heeft aangeraakt, wordt er een kort einde gespeeld.
Stoppen op het moment dat u de knop indrukt
1. Druk op de knop [Start/Stop].
De automatische begeleiding stopt op het moment dat u de knop indrukt.
Grondtonen en bastonen
Wanneer u de toetsen in het gebied van de linkerhand speelt, terwijl het lampje bij de
knop [Start/Stop] niet brandt, worden er akkoorden gespeeld. Deze toon wordt de
akkoordtoon genoemd en de grondtoon van het akkoord dat tegelijk gespeeld wordt,
heet de bastoon.
U kunt de klank van de
akkoordtoon en de bastoon
veranderen. Zie daarvoor ‘De
manier veranderen, waarop
akkoorden worden gespeeld
en worden aangegeven
(‘Arranger Config’)’ op pag.
159.