Operation Manual
70
Hoofdstuk 2 Automatische begeleiding
Hoofdstuk 2
■ De instrumentale samenstelling van muziekstijlen
veranderen (‘Style Orchestrator’)
U kunt het arrangement van een begeleiding veranderen. Deze functie heet ‘Style
Orchestrator’. Iedere muziekstijl heeft vier verschillende begeleidingsarrangementen.
fig.panel2-8
1. Druk op de knop [Style Orchestrator] en het lampje bij de knop gaat
branden.
Het instrument wordt zodanig ingesteld, dat u het arrangement d.m.v. de uitvoerings-
knoppen kunt veranderen.
2. Druk op uitvoeringsknop [1] – [4] om het arrangement van de
begeleiding te veranderen.
Het lampje bij de knop die u ingedrukt heeft, gaat branden.
.
Scherm Uitleg
Basic Dit is het eenvoudigste arrangement.
Advanced 1
Dit is een iets ingewikkelder arrangement.
Advanced 2
Full Dit is het meest ingewikkelde arrangement.
Wanneer u op de [Phrase]-
knop of de [User Function]-
knoppen drukt, gaat het
lampje bij de [Style Orchestra-
tor]-knop uit en verandert de
functie van de uitvoerings-
knoppen. Zie pag. 71 en 157
voor meer informatie hierover.
NOTE
Wanneer er eenvoudige
muziekstijlen worden
geselecteerd, kan het zijn dat
er geen verandering in het
arrangement optreedt, zelfs
niet wanneer u de functie Style
Orchestrator gebruikt.